Niet alleen de varkensstapel, maar ook het aantal fokvarkens, biggen en vleesvarkens is dit jaar afgenomen. Dit blijkt uit de voorlopige cijfers van Landbouwtelling 2019 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het aantal varkensbedrijven met biggen is in 2019 zelfs met bijna 7% gedaald.
Het aantal biggen in Nederland komt in 2019, naar verwachting van het CBS, uit op 5,46 miljoen. Dat is 3,4% minder dan de 5,65 miljoen van vorig jaar. Vooral in de provincie Friesland is een forse daling zichtbaar. In deze provincie daalde het aantal biggen afgelopen jaar namelijk met 14,1% tot 55.044 stuks. Daartegenover staat een stevige toename in Zeeland: +24,9% tot 22.293 biggen. Kijken we naar het totale plaatje, dan hebben die cijfers slechts beperkt invloed op de biggenstapel. Dit omdat deze provincies in Nederland relatief kleine spelers zijn.
De grootste 'biggenprovincie' is nog altijd Noord-Brabant, met maar liefst 2,62 miljoen biggen. Dat de meeste biggen in deze provincie zitten, is niet per se verrassend. Noord-Brabant telt immers de grootste varkensstapel. Noord-Brabant wordt gevolgd door de provincie Limburg, met een totaal van 913.719 biggen. De biggenstapel in die provincie is daarmee over 2019 met 5% afgenomen. Gelderland staat op plaats 3 en noteert een min van 2,6% tot 810.765 biggen.
Als we kijken naar het aantal varkenshouderijen met biggen, dan telt ons land daar in 2019 zo'n 6,9% minder van (1.698 bedrijven). Opvallend is dat het aantal biggen in Zeeland behoorlijk is toegenomen, terwijl het aantal bedrijven een daling laat zien. Schaalvergroting heeft daarbij wellicht een rol gespeeld. In Noord-Brabant (-9,7%), Gelderland (-4,9%) en in Limburg (-8,2%) komen de dalingen overeen met de afname van de biggenstapel. Wat verder uit de cijfers van het CBS geconcludeerd kan worden, is dat in Limburg vooral veel grote bedrijven met biggen zijn (ten opzichte van de andere provincies).
Lichte daling in aantal vleesvarkens
Het aantal vleesvarkens in Nederland toont dit jaar een lichte daling ten opzichte van vorig jaar. De vleesvarkensstapel bedraagt voor dit jaar 5,58 miljoen dieren, waar dat er vorig jaar nog 5,63 miljoen waren (-0,8%). Ook hier geldt dat de meeste dieren zich in Noord-Brabant bevinden, al is ook daar een lichte afname zichtbaar: -0,5% tot 2,62 miljoen vleesvarkens. De tweede grootste 'vleesvarkensprovincie' is Gelderland, met 878.066 stuks (-0,8%). Deze provincie wordt op de voet gevolgd door Limburg, want die provincie telt 837.010 vleesvarkens. De grootste procentuele afname is zichtbaar in Drenthe: -18,4% tot 91.693 dieren.
Overigens is het aantal vleesvarkensbedrijven afgelopen jaar iets steviger afgenomen: -3,4%. Daardoor komt het aantal bedrijven met vleesvarkens over 2019 uit op 3.342. Vorig jaar waren dat er 3.455. De grootste daling is zichtbaar in Noord-Brabant: -6,3% tot 1.136 bedrijven. Opvallend is dat de 'wat kleinere varkensprovincies' juist een forse toename laten zien in het aantal bedrijven met vleesvarkens: Groningen (+17,5%), Friesland (+18,8%), Noord-Holland (+28,2%) en Zeeland (+11,8%). Die stijgingen kunnen echter niet op tegen de absolute afname in de andere provincies.
Ruim 5% minder fokvarkens
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft ook de voorlopige cijfers van het aantal fokvarkens gepresenteerd. Nederland telt in 2019 naar verluidt 1,08 miljoen fokvarkens, wat een afname van 5,6% is ten opzichte van het jaar 2018. Noord-Brabant telt de meeste fokvarkens: 512.097, al zijn dat er nog altijd 9,4% minder dan vorig jaar. De grootste afname is zichtbaar in Zuid-Holland. Daar daalt het aantal varkens naar verluidt met 10,2% naar 11.987 stuks. In de provincie Groningen is daarentegen een forse stijging zichtbaar: +15,8% tot 12.290 fokvarkens.
Het aantal bedrijven met fokvarkens komt voor 2019, zo verwacht het CBS, uit op 1.731. Dat zijn er 2,9% minder dan vorig jaar, toen er 1.782 bedrijven met fokvarkens waren. Opvallend is dat de wat grotere varkensprovincies dalingen laten zien, terwijl het aantal bedrijven met fokvarkens in de wat kleinere varkensprovincies is gestegen. In Friesland is bijvoorbeeld een stijging zichtbaar van 29,4% en in Noord-Holland is dat zelfs 39,1%. Deze absolute aantallen zijn echter niet voldoende om een algehele daling te voorkomen.
Lees hier het artikel over de totale Nederlandse varkensstapel.
Aantal biggen in: | 2018 | 2019* | Verschil |
Noord-Brabant | 2.753.685 | 2.621.502 | -5,0% |
Limburg | 937.751 | 913.719 | -2,6% |
Gelderland | 838.099 | 810.765 | -3,4% |
Overijssel | 686.934 | 692.007 | +0,7% |
Drenthe | 105.056 | 107.524 | +2,3% |
Utrecht | 108.885 | 104.820 | -3,9% |
Groningen | 62.035 | 63.573 | +2,4% |
Friesland | 62.823 | 55.044 | -14,1% |
Zuid-Holland | 59.025 | 54.037 | -9,2% |
Zeeland | 16.737 | 22.293 | +24,9% |
Noord-Holland | 11.113 | 10.776 | -3,1% |
Flevoland | 10.833 | 9.667 | -12,1% |
Nederland | 5.652.976 | 5.465.727 | -3,4% |
* Het betreft voorlopige cijfers. |
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.