Black Angus beef staat wereldwijd op veel menu's. Waarom? Omdat dit gitzwarte, Schotse runderras bij veel consumenten in de smaak valt. Wat kan de varkenssector hiervan leren?
Grote vlees- en fastfoodconcerns pronken graag met Black Angus vlees. Zo heeft McDonalds er een burger naar vernoemd, terwijl Kwekkeboom er bitterballen van maakt. Dit doen ze niet omdat het vlees van dit runderras voor het oprapen ligt. Nee, dit doen ze omdat de naam 'Black Angus' geweldig goed scoort bij consumenten.
De naam 'Black Angus' heeft een hoge aaibaarheidsfactor. In praktijk worden deze runderen op gangbare wijze gehouden, bijvoorbeeld in de Verenigde Staten: daar barst het in sommige staten (Montana of Kansas) van 'farms' die deze runderen op grote schaal produceren. De dieren worden op reguliere wijze geslacht; het vlees krijgt alleen een label. Dit label linkt naar het ras en dat zorgt voor beleving. Dit geldt in principe ook voor Hereford- of Blaarkopvlees in Nederland, alleen dan op een wat kleinere schaal.
Rassen met klinkende namen
Het is niet zo dat alle varkens dezelfde genetica hebben en zodoende niet onderscheidend zijn. Sterker nog; er zijn veel varkensrassen die klinkende namen hebben, zoals Piétrain of Duroc. Namen die de beleving bij consumenten ongetwijfeld laat aanwakkeren. Net zoals wijnsoorten als Merlot of Malbec dat doen. Dit zijn druifrassen die staan voor een smaakrichting en vaak voor een bepaalde kwaliteit. Consumenten kiezen bewust voor de een of de ander.
In mijn optiek wordt er te vaak geprobeerd om de consument te verleiden met de technische aspecten van de varkenshouderij. Of varkens nu 1 vierkante meter of 1,1 vierkante meter aan vloeroppervlakte hebben, interesseert consumenten geen moer. Uiteraard moet de productie voldoen aan de eisen die de wetgever stelt. De toegevoegde waarde moet echter op andere terreinen gezocht worden. En laten veel consumenten nou in toenemende mate gevoelig zijn voor smaak en beleving.
Alles al in huis
De varkenssector heeft alle ingrediënten in huis om het beestje een naam te geven. Wat te denken van 'Duroc-bacon'. Dat klinkt niet slecht, toch? Het is niet zo dat innovatie op dit vlak stilstaat. Vion heeft recent nog een BBQ-vleesmerk geïntroduceerd. Daarbij zijn er een aantal kleinschalige concepten die zich proberen te onderscheiden met genetica. Echter, op grote schaal gebeurt er nog te weinig om de Europese consument te verleiden. Over het algemeen liggen de supermarkten vol met nietszeggende eenzijdige vleesverpakkingen.
Wanneer de kenmerken en smaakeigenschappen van een bepaalde eindbeer op de verpakking worden gedrukt, geeft dat ongetwijfeld meerwaarde. Combineer dit met een energielabel en de gangbare varkenshouderij krijgt onderscheidend vermogen. Met de elektronische chips die varkens dragen, worden alle gegevens vaak al geregistreerd. Het moet alleen nog vertaald worden in panklare taal. Deze 'big data' is dus op meerdere vlakken goud waard.
Dubbeldoel koe
Dan tot slot nog de 'dubbeldoel koe'; een nieuw woord voor afgeschreven melkkoeien die tot vlees worden verwerkt. Ook daar kan de varkenssector van leren. Fokzeugen dienen in principe ook een dubbel doel. Wie bedenkt daar iets voor, in plaats van 'industrievlees'?
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/ondernemen/blogs/column/10878444/wat-varkensvlees-kan-leren-van-black-angus][/url]