Een groep opkomende landen zoals Brazilië, Rusland, India en China heeft vorige week een eigen valuta geïntroduceerd. Zolang het gezelschap het vooral eens is over wat ze niet willen, komt de positie van dollar en euro niet in gevaar.
Er gaat toch wel even een signaal van uit als een blok landen met 45% van de wereldbevolking en een gezamenlijke bijdrage van ruim een kwart aan de wereldeconomie, probeert om de dollar aan de kant te zetten. Dat is precies wat er vorige week gebeurde op de Brics-top in Rusland. Brics staat voor Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika. Dit kwintet vormde in de vorige decennia het gezicht van de opkomende wereld. Sindsdien is het gezelschap uitgebreid met onder meer Iran, Egypte en Saudi-Arabië. Turkije en Maleisië zitten nog in de wachtkamer. Ondanks dat de Brics-groep qua inwonertal en economische omvang behoorlijk wat gewicht in de schaal legt, zijn de plannen om de dollar buiten spel te zetten tot mislukking gedoemd.
Geloofwaardigheid ontbreekt
In de eerste plaats lopen de belangen van de opkomende landen zover uiteen dat het heel lastig wordt om een geloofwaardig gezamenlijk beleid te voeren. Rusland zoekt vooral naar manieren om onder westerse sancties uit te komen. China wil de geopolitieke machtsbasis uitbreiden en India wil vanuit een neutrale positie op allerlei plekken meepraten om de eigen economische groeikansen te vergroten. Een tweede reden waarom de Brics-valutasamenwerking weinig kans maakt, is omdat gastheer Rusland handelt uit een positie van zwakte in plaats van kracht. Dat blijkt overigens ook wel uit de oproep van het gastland aan delegaties van deelnemende landen om vooral harde valuta zoals dollars en euro's mee te nemen.
Onbereikbare reserves
Creditcards van Mastercard en Visa hebben de activiteiten in Rusland gestaakt na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne. Het land staat te springen om vreemde valuta's. Op papier heeft de Russische centrale bank reserves in buitenlandse munten van meer dan €600 miljard. Maar door westerse sancties is echter meer dan de helft van die reserves momenteel onbereikbaar. Op valutamarkten is ogenschijnlijk weinig te merken van de financiële malaise in Rusland. De waarde van een roebel schommelt al minstens een jaar rond het niveau van een eurodubbeltje. Maar omdat de handel in roebels aan banden ligt, mag er vooral niet te veel gelezen worden in dat koersverloop. Het is een teken aan de wand dat de Russische centrale bank vorige week de beleidsrente verhoogde tot 21%. Dat is het hoogste niveau in decennia.
Economische pijn laat zich voelen
Met die renteverhoging probeert de centrale bank om de inflatie in te dammen, die is opgelaaid tot meer dan 9%. Een belangrijke reden voor die hoge inflatie is de grote krapte op de arbeidsmarkt. Omdat een groot deel van de mannen met een leeftijd tot 30 jaar zijn opgeroepen voor het leger of het land zijn ontvlucht om aan de dienstplicht te ontkomen, is de werkloosheid gedaald tot circa 2,5%. De economische pijn als gevolg van de oorlog in Oekraïne laat zich steeds sterker voelen in Rusland. Daar verandert een hogere beleidsrente of een spraakmakende Brics-top helemaal niets aan. En de roebel? Zodra president Vladimir Poetin de teugels op valutagebied ook maar even laat vieren, gaat die munt zo hard onderuit dat Rusland wel andere dingen aan het hoofd heeft dan het ontwikkelen van een Brics-valutaplan.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.