Westerse centrale banken schuiven de eerste renteverlaging steeds verder voor zich uit. Die afwachtende houding heeft grote valutagevolgen. De munten van veel opkomende landen waar de beleidsrente al wel daalt, komen steeds meer onder druk te staan.
Slechts nieuws voor spaarders: het moet heel raar lopen als de Europese Centrale Bank (ECB) in juni niet de beleidsrente een tandje lager zet. De stijging van die rente is de belangrijkste reden waarom je bij sommige partijen tegenwoordig 3,5% of zelfs 4% spaarrente krijgt. Twee jaar geleden lag die rente nog op of net boven de 0%. Als de beleidsrente omlaag gaat, ligt het voor de hand dat ook de spaarrente weer daalt. Het is overigens nog maar afwachten in hoeverre dat in 2024 al gebeurt. Hoewel verschillende bankbestuurders al voorsorteren op meer renteverlagingen, benadrukt ECB-voorzitster Christine Lagarde dat ze toch echt meer bewijs wil zien dat de Europese inflatie onder controle is.
Valutawereld komt in beweging
Aan de overkant van de Atlantische Oceaan maakt de Amerikaanse Federal Reserve ook al maandenlang pas op de plaats. Op de vergadering van volgende week blijft de rente ongetwijfeld ongewijzigd. Indicator Fedwatch wijst erop dat er waarschijnlijk pas ergens in de tweede jaarhelft een eerste renteverlaging komt. Aanvankelijk zorgde de afwachtende houding van de centrale banken voor een opvallende rust op valutamarkten. De koersen van de belangrijkste munten zoals de euro, dollar en het pond schommelden de afgelopen maanden veel minder dan gebruikelijk. Hoewel het nog minstens zes weken duurt voordat de eerste grote westerse bank een renteverlaging doorvoert, komt de valutawereld nu al steeds meer in beweging.
Klappen voor real, zloty en peso
In plaats van de bekende munten, trekken valuta's van opkomende landen steeds meer de aandacht met soms wel stevige koersdalingen. De Braziliaanse real is bijvoorbeeld sinds eind maart met 4% gedaald ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Andere munten zoals de Poolse zloty en de Mexicaanse peso zijn de afgelopen twee weken al met meer dan 3% onderuit gegaan. Meestal komt een dergelijke geldstroom op gang als de spanning in de financiële wereld toeneemt. In dat soort gevallen houden grote financiële partijen hun vermogen toch liever aan in veilige dollars en euro's, dan in valuta's van opkomende landen. Deze keer gaat er echter een heel andere reden schuil achter de klappen voor onder meer de real, zloty en peso.
Inflatie onder controle: beleidsrente omlaag
In veel opkomende landen hebben centrale banken de beleidsrente eerder verhoogd dan in de westerse wereld. Een gevolg is dat de inflatie daar ook sneller onder controle kwam. Hierdoor kwam er ruimte om de rente weer wat terug te schroeven. De Braziliaanse centrale bank heeft bijvoorbeeld sinds halverwege 2023 de beleidsrente al zes keer verlaagd. En in Mexico kwam eind maart de eerste renteverlaging sinds begin 2021. Naarmate westerse banken langer wachten met het verlagen van de rente, wordt het aantrekkelijker voor handelaren om positie te kiezen in dollars en euro's. Voorlopig hebben opkomende landen dan ook de wind tegen in de valutawereld.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.