Centrale banken aan beide kanten van de Atlantische Oceaan stellen een langverwachte renteverlaging steeds langer uit. Hierdoor is het opvallend rustig op valutamarkten. Maar in het verleden waren dit soort periodes vaak de stilte voor een storm.
Deze week had alles in zich voor een mooie dosis vuurwerk op valutamarkten. In een hele trits landen hakt de centrale bank een knoop door over de beleidsrente: Japan, Australië, het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland en Noorwegen. Ondertussen gebeurt er ook van alles in de opkomende economieën. Onder meer in China, Indonesië, Tsjechië, Brazilië en Turkije wordt het monetaire beleid tegen het licht gehouden. In werkelijkheid mogen handelaren blij zijn als er al een klein (wisselkoers)rotje afgaat. Want het is de afgelopen maanden wel heel erg rustig geworden in de valutawereld. Misschien zelfs wel te rustig. Want de vorige keer dat er zo weinig gebeurde, was in de periode vlak voor het uitbreken van de coronacrisis.
Minder dan 1 procent kans
Zelfs het besluit van de Bank of Japan (BoJ) om de rente voor het eerst sinds 2007 te verhogen, bracht de markt niet in beweging. Het liet zich namelijk al heel lang uittekenen dat de Japanse beleidsrente eindelijk weer boven de 0% getild zou worden. De yen viel na het rentebesluit met 0,5% terug omdat de BoJ aankondigde zich voorlopig gedeisd te houden. De ogen van de valutawereld zijn dan ook voornamelijk gericht op de Federal Reserve-vergadering van vandaag (20 maart). In januari wees de Fedwatch-indicator uit dat de kans op een renteverlaging groter was dan 90%. Begin deze week was die kans teruggelopen tot minder dan 1%.
Wie doet de eerste zet?
Zolang de Amerikaanse economie goed draait en de werkloosheid laag blijft (minder dan 4%), wacht de Federal Reserve liever met het verlagen van de rente totdat de inflatie echt helemaal onder controle is. In afwachting van een eerste rentezet gaat de aandacht de komende dagen uit naar de zogeheten dot-plot. Dat is een grafiek waarop de verschillende bestuursleden van de centrale bank aangeven hoe de beleidsrente zich in de toekomst ontwikkelt. Momenteel houdt de valutawereld rekening met drie renteverlagingen in 2024, waarvan de eerste op zijn vroegst in juni komt. Als die planning naar achteren schuift, kan de dollar weer wat aan kracht winnen. Toch heeft de munt sinds half februari een stapje terug gedaan in vergelijking met de euro.
Woester vaarwater
Net als de Federal Reserve schuift de Europese Centrale Bank namelijk ook een eerste renteverlaging steeds verder voor zich uit. De waarde van een euro beweegt al ruim vier maanden lang tussen $1,07 en $1,11. Als je naar het verleden kijkt, is dat een heel smalle bandbreedte. De afgelopen jaren komt het regelmatig voor dat de wisselkoers met 10% of zelfs meer schommelt binnen enkele maanden. Het is een kwestie van tijd voordat de valutamarkten opnieuw in woester vaarwater terechtkomen. De verrassing komt dan niet van centrale banken, die een heel voorspelbaar beleid voeren. Mogelijk zet een onverwachte gebeurtenis – zoals een plotselinge wending in de Amerikaanse verkiezingsstrijd of een geopolitieke schok – de koersen in beweging. Het kan dan ook geen kwaad om nu vast de valutarisico's af te dekken.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.