De Federal Reserve blijft met een renteverhoging van driekwart procentpunt keihard op de inflatierem trappen. Er komen steeds meer signalen dat de inflatietop al achter ons ligt. Voorlopig is de dollar de grote winnaar: zelfs als de beleidsomslag van de Amerikaanse centrale bank te laat komt.
De Amerikaanse centrale bank heeft de rente gisteravond met driekwart procentpunt verhoogd. Het was al enige tijd duidelijk dat een rentezet van deze omvang eraan zat te komen. Op financiële markten was er dan ook meer aandacht voor de toon die de Federal Reserve aansloeg dan voor de renteverhoging zelf. De belangrijkste boodschap was dat er meer rentestijgingen in het vat zitten. De centrale bank is niet bang om de economie pijn te doen, als dat nodig is om inflatie onder controle te krijgen. De Federal Reserve voorspelde dat de stijgende rente eraan bijdraagt dat de economische groei afremt tot 0,2%, terwijl de werkloosheid gaat oplopen van 3,7 richting 4,5%.
Daadkracht!
Als je bedenkt dat de consumentenprijsindex (CPI) al maandenlang boven de 8% ligt, is de daadkracht van de Fed begrijpelijk. Dat beeld verandert als je kijkt naar hoe het inflatiecijfer is opgebouwd en naar het track record. Om met dat eerste te beginnen: dit jaar wordt de stijging van de CPI van 1,4% naar 8,3% voornamelijk veroorzaakt door hogere energie- en huisvestingskosten. Op beide markten tekent zich echter een duidelijke omslag af. De prijs van Brent-olie daalde van ruim $120 per vat begin maart, tot minder dan $90 nu. Zelfs als de olieprijs op het huidige niveau blijft, gaan energieprijzen de inflatie in de loop van 2023 stevig omlaag duwen. Datzelfde geldt overigens voor woonlasten. De prijzen van Amerikaanse huizen hebben de afgelopen maanden namelijk ook al een flinke daling ingezet.
Of toch liever even wachten?
Eerlijk is eerlijk: de CPI is niet de meest betrouwbare wijzer op het inflatiekompas van de Fed. De centrale bank kijkt liever naar de persoonlijke consumptie-uitgaven (PCE). Dit inflatiecijfer geeft een meer compleet beeld van het daadwerkelijke uitgavenverloop van Amerikaanse gezinnen. Maar dit inflatiecijfer staat op een niveau van 6,3% al een stuk dichterbij de 2% die de Fed nastreeft dan de CPI. Daar komt bij dat de bank bepaald geen naam hoog te houden heeft wanneer het aankomt op het voorspellen en onder controle houden van de inflatie. De eerste renteverhoging kwam bijvoorbeeld pas halverwege maart. Op dat moment lag de inflatie al ruim boven de Fed-doelstelling, terwijl duidelijk was dat de stijging zich krachtig zou doorzetten.
Wed (nog) niet tegen de dollar
Er is een reëel gevaar dat de Fed opnieuw te laat de omschakeling maakt. Als de centrale bank te lang doorgaat met het opschroeven van de rente – net zoals begin dit jaar te lang werd gewacht met de eerste renteverhoging – zet dat een onnodig grote rem op de economische groei. Overigens spelen zowel een verder stijgende Amerikaanse rente als zorgen om een mogelijk naderende recessie de dollar in de kaart. De munt is namelijk ook een vluchthaven in economisch onzekere tijden. De komende maanden is het dan ook onverstandig om tegen de dollar te wedden. Het is verstandiger om daarmee te wachten tot de Amerikaanse inflatie de komende maanden verder daalt.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.