Je euro wordt steeds minder waard, niet alleen in Nederland maar ook over de grens. Langzaam maar zeker krijgt de munt echter weer de wind in de rug op valutamarkten.
In Nederland tikt de inflatie bijna de 10% aan, maar in het buitenland krijg je ook steeds minder waar voor je euro. De munt heeft in de eerste vijf maanden een flinke glijvlucht gemaakt. Half mei zag het er zelfs al even naar uit dat een euro binnen korte tijd even veel of weinig waard zou zijn als een dollar. Dat is even slikken als je bedenkt dat je nog geen jaar geleden ruim $1,20 voor je euro kreeg.
Hoewel sommige berichten al een voorschot namen op een 1:1-wisselkoersverhouding, schreef ik drie weken geleden in deze column al dat die magische grens verder weg is dan het lijkt. In het verleden lukte het ook heel vaak niet om deze hobbel te nemen. Bovendien lijkt het momentum op rentemarkten langzaam maar zeker om te slaan in het voordeel van de euro.
Voorsprong, maar voor hoe lang?
Voorlopig heeft de Federal Reserve een flinke voorsprong op de Europese Centrale Bank (ECB). In de Verenigde Staten is de rente sinds de jaarwisseling al in twee stappen verhoogd van 0,25% naar 1%. Daar komt bij dat de Amerikaanse centrale bank gisteren een begin heeft gemaakt met de verkoop van de 9 biljoen aan staatsobligaties en andere activa, die de afgelopen jaren juist zijn aangeschaft om de economie een duw in de rug te geven.
In Europa loopt het opkoopprogramma pas in juli af. De laatste weken wordt echter duidelijk dat de ECB meteen daarna een andere koers kiest. Voorzitter Christine Lagarde heeft onlangs al laten doorschemeren dat er meteen al bij de vergadering op 21 juli een eerste renteverhoging aan kan komen, kort daarna gevolgd door de tweede. Dat is een groot contrast met een half jaar geleden, toen Lagarde er nog op rekende dat de rente pas in 2023 mogelijk wat omhoog zou gaan.
Inhaalslag van Europa
Hoewel de ECB later in beweging komt, is de kans groot dat de rentestijging zich op ons continent langer doorzet dan aan de overkant van de Atlantische Oceaan. Veel economen houden er namelijk rekening mee dat de Amerikaanse inflatie in de tweede helft van het jaar weer afneemt. In Europa wordt die top waarschijnlijk pas in het vierde kwartaal bereikt. Dat is onder meer het gevolg van steeds strengere sancties tegen Rusland zoals de eerder deze week afgekondigde olieboycot, die de energieprijzen steeds verder opjagen.
Dinsdag werd bekend dat de inflatie in de eurozone is opgelopen naar 8,1% in mei. Dat was in april nog 7,5% en economen hadden een niveau van 7,7% voorspeld. Ook de zogeheten kerninflatie – waarin voedings- en brandstofprijzen buiten beschouwing blijven – lag beduidend hoger dan verwacht. Toegegeven: de Federal Reserve is het eerst aan zet met een renteverhoging half juni. Maar de echte renteverrassingen komen tijdens de rest van het jaar uit Europa. En alleen daarom al is het te vroeg om de euro af te schrijven.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.