Het gaat de Britten meer tijd kosten om een handelsakkoord te sluiten met de Verenigde Staten dan gedacht. Bovendien verloopt de handel met het Europese vasteland na de brexit moeilijk. De recente opleving van het pond heeft mogelijk een wankele basis.
Joe Biden kan eind deze maand vieren dat hij 100 dagen het Witte Huis bewoont. Hoewel zijn verkiezingszege in veel landen enthousiast werd onthaald, zal de Britse premier Boris Johnson met weemoed terugdenken aan de periode waarin Donald Trump de dienst uitmaakte. Trump stelde als uitgesproken voorstander van de brexit Groot-Brittannië een mooi handelsakkoord in het vooruitzicht. De aanwijzingen stapelen zich echter op dat Johnson nog lang kan wachten op een akkoord. De prioriteiten van Biden liggen namelijk bij het bestrijden van de pandemie en het aanwakkeren van de economische groei in eigen land.
Plooien gladstrijken op gebied voeding en landbouw
Overigens heeft Biden wel enig oog voor wat er buiten de Verenigde Staten gebeurt. Maar daarbij staat Groot-Brittannië niet bovenaan de prioriteitenlijst. In het buitenlandse handelsbeleid, gaat de aandacht vooral uit naar het oplossen van het slepende subsidieconflict tussen Airbus en Boeing. Het strategisch belang om de toekomst van de vliegtuigbouwers veilig te stellen - en Chinese concurrentie de pas af te snijden - weegt zwaarder voor Biden. Hierdoor is de termijn verstreken om via een versnelde TPA-procedure een handelsakkoord op te stellen. Dit zet de deur op een kier voor congresleden om wijzigingsvoorstellen in te dienen. De kans is groot dat er vooral op het gebied van voeding en landbouw nog heel wat plooien gladgestreken moeten worden.
Exportellende
Met name voor het Britse mkb pakt het vertrek uit de EU bovendien minder goed uit dan gehoopt. Uit een peiling van brancheorganisatie FSB onder kleine en middelgrote bedrijven, blijkt dat een kwart de export tijdelijk of zelfs permanent heeft stopgezet. Behalve aan een toename van het papierwerk, is dat vooral te wijten aan vertragingen aan de grens. In sommige gevallen duurt het een maand voordat Britse goederen geleverd worden aan klanten in Europa, terwijl dat voor de brexit binnen een dag gebeurde. Uiteraard spelen Covid-19 maatregelen hierbij ook een rol. Maar het is tekenend dat de uitvoer van Groot-Brittannië naar het vasteland alleen al in januari met meer dan 40% terugviel.
Pond schiet omhoog
Terwijl de onderhandelingen met de Verenigde Staten zich voortslepen en de Britse export daalt, schiet het pond omhoog. Dat heeft alles te maken met het voortvarende vaccinatieprogramma. Inmiddels hebben al meer dan 30 miljoen Britten hun eerste vaccin gekregen. Het vooruitzicht dat de economie eerder op stoom komt dan die van de EU, heeft het pond de afgelopen 3 maanden met 6% opgejaagd ten opzichte van de euro. Het is maar de vraag of die stijging ook doorzet als duidelijk wordt hoeveel losse eindjes er na de brexit nog zijn. Want naast de uitdaging van het uitonderhandelen van een goede oplossing voor de Ierse grens, zijn er ook de zwakke exportcijfers en het uitblijven van een Amerikaanse handelsdeal.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.