Na 5 weken brexit kan voorzichtig de balans worden opgemaakt van hoe goed het handelsakkoord in de praktijk werkt. Het is al duidelijk dat het bij Europese controles in de Ierse Zee en bij schaaldierexport flink schuurt voor de Britten. Toch is het pond aan een knappe opmars bezig.
Geen enkele scheiding verloopt helemaal soepel en volledig pijnloos. In het geval van het vertrek van Groot-Brittannië uit de Europese Unie, was er zelfs ruim drie jaar onderhandelen en moddergooien nodig om uit elkaar te gaan. Vlak voor de kerst hebben beide partijen toch een handelsakkoord bereikt. Maar wie eens door de Britse kranten bladert, leest regelmatig dat het snel in elkaar geflanste akkoord niet perfect is.
Een goed voorbeeld is het vangnet op de Ierse Zee. Om te voorkomen dat schadelijke dieren, planten of andere zaken het Ierse vasteland opkomen, mag de EU straks onverwachte controles uitvoeren op vervoer tussen het Britse vasteland en Noord-Ierland. Voor Groot-Brittannië is het pijnlijk om ook na de brexit Europese controleurs op het eigen grondgebied toe te laten.
Noord-Ierse controles en Schotse schaaldieren
Het wordt zelfs nog een stapje erger, aangezien die controleurs van alles en nog wat mogen onderzoeken: van potplanten tot vleeswaren en huisdieren. Aanvankelijk was het de bedoeling om een kleine lijst op te stellen met kwetsbare goederen, maar daar was tijdens de onderhandelingen geen tijd meer voor.
Ook in Schotland is niet iedereen even blij met het brexit-akkoord. Er gelden bijvoorbeeld veel strengere regels voor de uitvoer van schaaldieren naar de EU. De Britse regering heeft al een steunpakket doorgevoerd om te voorkomen dat Schotse mossel- en oestervissers failliet gaan.
Gelukkige vissen
Jacob Rees-Mogg, de regeringsvertegenwoordiger in het Lagerhuis, tilt niet te zwaar aan die problemen. "Het belangrijkste is dat we onze vis terug hebben", vertelde hij tijdens een discussie in het parlement. "Ze zijn nu weer helemaal Brits. En daarom zijn het betere, gelukkigere vissen."
Helemaal gelijk heeft Rees-Mogg overigens niet. Europese vissers zijn volgens het brexit-akkoord slechts een kwart van hun visquota in Britse wateren kwijtgeraakt. Pas in 2026 wordt hierover weer onderhandeld. Aanvankelijk zetten Britse onderhandelaars in op een verlaging van de visquota met maar liefst 60%.
Opvallende winnaar
Behalve de vissen, is overigens ook het pond een opvallende winnaar van de eerste brexit-maand. De munt is sinds de jaarwisseling met 2,5% opgeveerd ten opzichte van de euro, tot het hoogste niveau sinds mei 2020. Die opleving is er voor een deel aan te danken dat de gevreesde chaos aan de grens is uitgebleven.
Maar minstens zo belangrijk is dat de Britten de corona-pandemie een stuk doortastender aanpakken dan op het Europese vasteland gebeurt. Het land ligt op koers om half februari al meer dan 15 miljoen inwoners te hebben gevaccineerd. Dat is bijna een kwart van de bevolking. Omdat dan de meest kwetsbare groepen beschermd zijn tegen het virus, komt een heropening van de economie snel dichterbij. Daar kunnen wij in Nederland voorlopig alleen van dromen. Dankzij de economische corona-voorsprong van Groot-Brittannië, houdt het pond de wind in de rug.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.