Daar waar Frans Timmermans een Europese topbaan aan zich voorbij ziet gaan, krijgt Christine Lagarde een hogere functie zomaar in de schoot geworpen. Echter, moet ze daar blij mee zijn?
Lagarde is een opvallende winnaar van de stoelendans om de Europese topposities. De huidige voorzitter van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) krijgt namelijk de kans om in november Mario Draghi op te volgen als voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB). De Française wordt dan na Jerome Powell, de voorzitter van de Federal Reserve (Fed), de machtigste bankier ter wereld.
Toch is het nog maar de vraag of Lagarde blij moet zijn met haar nieuwe baan. Die brengt, behalve veel prestige, namelijk ook veel kopzorgen met zich mee. Bij elke belangrijke beslissing loopt ze namelijk het risico een groep machtige politici tegen zich in het harnas te jagen. Het is daarom geen toeval dat de olifantshuid van Draghi altijd al een van de beste eigenschappen is geweest.
Lastig parket
Een andere reden waarom Lagarde straks in een lastig parket zit, is omdat Draghi al ver voor zijn aftreden de koers voor 2020 heeft uitgezet. Hij liet bijvoorbeeld al weten dat de officiële rente in de voorzienbare toekomst niet stijgt. Daarbij zinspeelde hij op een pakket stimuleringsmaatregelen om de economie in Europa weer op gang te zwengelen. De kans is groot dat de bijdrage van Lagarde in haar eerste jaar beperkt blijft tot een paar mooie toespraken, zonder dat ze echt ruimte heeft om een eigen koers te varen.
Het meest frustrerende aan het voorzitterschap van de ECB is echter dat het beleid meestal weinig invloed heeft op de Europese economie. Draghi heeft in de afgelopen jaren de gehele trukendoos al opengetrokken. Hij verlaagde het (herfinancierings)rentetarief naar 0% en de depositorente zelfs tot -0,4%. Daarnaast kocht hij jarenlang elke maand voor €60 miljard aan staatsobligaties en andere activa. Toch is het hem niet gelukt om de inflatie op te krikken naar het streefniveau van net iets onder de 2%. De afgelopen maanden kwam dit percentage uit op slechts 1,2%.
Jammer voor belastingbetalers
Op zich is het helemaal niet zo lastig om de doelen van de ECB te halen. Een fikse belastingverlaging kan de consumentenbestedingen een impuls geven, waardoor de inflatie wordt aangezwengeld. Dat was afgelopen jaar ook zichtbaar in de Verenigde Staten. Dankzij het begrotingsoverschot in bijvoorbeeld Duitsland en Nederland is daar in veel landen ruimte voor. Deze ruimte wordt voorlopig echter niet gebruikt.
Helaas voor Lagarde (en voor de Nederlandse belastingbetalers) heeft ze wel invloed op het monetaire beleid, maar niet op de fiscale koers in de eurozone. Het aantreden van Lagarde luidt straks een periode in van een laag blijvende rente en krantenkoppen over haar dappere pogingen om de zwalkende Europese economie een impuls te geven.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.