De eerste contouren van aardappelseizoen 2021 tekenen zich af. De tafelaardappelmarkt ziet er nog altijd goed uit, in ieder geval wat het volume betreft. De markt van fritesaardappelen is daarentegen heel wat minder hoopvol. Valt daar nog wat aan te doen?
Toen het coronavirus eind februari/begin maart toesloeg, werden overal ter wereld maatregelen ingesteld om verdere verspreiding van het virus af te remmen. Hierdoor ontstond een enorme run op tafelaardappelen en stortte de markt voor fritesaardappelen in. En nu, driekwart jaar later, is die situatie nog hetzelfde. Hierdoor is er vanuit de industrie weinig of geen belangstelling voor vrije aardappelen en zit de prijs al vanaf maart op het niveau van €0,03 per kilo. Hoewel de tafelmarkt goed loopt, zijn de prijzen ook hier (door het lage prijsniveau van de fritesaardappelen) naar beneden getrokken.
Te veel product?
Wat valt er aan te doen? Het antwoord is simpel: als je vindt dat de prijs van het product in de markt te laag is, dan is er te veel van dit product beschikbaar. Voor seizoen 2020 was het voor een groot deel van de telers te laat om te kunnen schakelen en het areaal te beperken. Daarom hebben we nu nog steeds met een overaanbod van aardappelen te maken, met de bekende gevolgen. Voor 2021 kunnen we (als telers) nog wel schakelen.
Keimpe van der Heide
De Producenten Organisatie Consumptieaardappelen (POC) heeft met berekeningen laten zien dat in de EU-5 een areaalkrimp van 15% nodig is om de markt weer in balans te brengen. De NAV, VTA en de NEPG hebben deze oproep gelukkig ondersteund. Wat de uiteindelijke oogst in 2021 zal zijn, hangt natuurlijk sterk af van de weersomstandigheden tijdens het groeiseizoen en de uiteindelijke opbrengst per hectare. Het weer hebben we niet in de hand, maar het aardappelareaal wel. Dat is de belangrijkste schakelmogelijkheid. Door die forse krimp kan de markt in 1 klap weer in evenwicht zijn en de prijs op de vrije markt op een acceptabel niveau komen.
Risico's worden te veel bij teler gelegd
De industrie gaat natuurlijk ook schakelen. De eerste signalen zijn dat zowel het contractvolume als de contractprijs daalt. Niemand heeft deze pandemie en de gevolgen daarvan kunnen voorzien. De POC vindt dat de risico's nu wel heel sterk bij de telers worden gelegd. De krimp van het contractvolume komt voor aardappeltelers in de huidige situatie natuurlijk niet erg goed uit, maar die krimp is wel te begrijpen.
Voor de daling in de contractprijzen kan de POC echter geen enkel begrip opbrengen. Onder andere door het wegvallen van een aantal chemische middelen blijven de kosten voor de telers stijgen. Voor telers die voor oogst 2019 al in de malaise gezeten hebben en daar voor oogst 2020 ook weer volop aan meedoen, kan er niet nog een verlieslijdend jaar komen. De afnemers zijn er immers ook bij gebaat dat we aardappelen kunnen blijven telen.
POC
Prijsverlaging is verkeerde signaal
Als de industrie een verschuiving wil in de verhouding tussen de vroege aardappelen en het lang bewaren, dan is een simpele prijsverlaging het verkeerde signaal. De POC denkt dat we met een gesprek verder komen, dan dat we elkaar uitroken. Om een gezonde en een toekomstbestendige sector te kunnen garanderen, moet zowel de teelt als de verwerking renderen. Dan moet in de aardappelcontracten de kostprijs van de telers het uitgangspunt zijn. Dat is natuurlijk altijd al zo geweest, al maakt deze huidige situatie dat des te noodzakelijker.
* Geschreven door Keimpe van der Heide, voorzitter van de Producenten Organisatie Consumptieaardappelen (POC).
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/column/10890357/kostprijs-moet-basis-voor-contractprijs-zijn]Kostprijs moet basis voor contractprijs zijn[/url]
In de hele agrarische sector worden de risico's en daarmee de faalkosten bij de boer neergelegd. Dat is ook de reden dat toeleveranciers en afnemers met op papier zo'n kleine marge rijk worden. Wanneer je de negatieve marge van bijvoorbeeld -80% bij de boer kunt dumpen verdien je altijd geld als afnemer of toeleverancier van de boer.
Als oplossing voor een beter verdienmodel wordt ketensamenwerking voorgesteld. Wanneer je de contracten van ketensamenwerking bekijkt veranderd er niks aan het feit dat de risico's bij de boer neergelegd worden. Afname zekerheid wordt dan vaak als motivatie genoemd om toch over te gaan op ketensamenwerking.
Voor afnemers zeer belangrijk wanneer ze een bepaald volume vooruit op papier binnen hebben, want dan hebben ze het prijsmechanisme in de hand/ uitgeschakeld.