Landbouwgrond moet wijken voor natuur, nieuwe woningen, water en energie. Van een aandeel van rond de 60% van het Nederlandse grondgebied gaat de landbouw terug naar zo'n 50% in 2050. Dat staat in het vandaag (donderdag 8 april) gepubliceerde rapport van het Planbureau van de Leefomgeving (PBL) 'Grote opgaven in een beperkte ruimte'.
Het huidige landbouwareaal is zo'n 2 miljoen hectare. De uitbreiding van natuurgebied met 150.000 hectare (5.000 hectare per jaar tot 2050), betekent al een afname van het huidige landbouwareaal van circa 8%.
"Die daling, die vergelijkbaar is met de afname in de afgelopen decennia, kan over een periode van 30 jaar gestalte krijgen", aldus het het rapport. De gevolgen voor individuele agrarische ondernemers zouden zo beperkt kunnen blijven, omdat ingespeeld kan worden op het feit dat veel landbouwbedrijven geen bedrijfsopvolger hebben.
In het rapport wordt opgemerkt dat de afname van het landbouwareaal veel kleiner kan zijn als verschillende functies met elkaar worden gecombineerd. De omvang van de afname kan per regio ook sterk verschillen. In sommige regio's is de belasting van de landbouw op natuur, water en bodem, met name van de veehouderij, groter dan in andere regio's. Ook zijn er verschillen in bodemvruchtbaarheid en geschiktheid voor een hoogproductieve landbouw en is in bepaalde regio's de druk om te bouwen in het buitengebied groter.
'Juist meer ruimte nodig voor boeren'
LTO-voorzitter Sjaak van der Tak reageert op de website van de organisatie: "Het is jammer dat het PBL niet lijkt te begrijpen dat er juist méér ruimte voor boeren en tuinders nodig is om aan maatschappelijke wensen zoals extensivering, natuurinclusieve landbouw en de koe in de wei te voldoen. Bovendien lijkt men natuur tot Natura2000 te reduceren, terwijl juist boeren en tuinders als beheerders van het landschap zich inzetten voor biodiversiteit, weidevogels (voor weidevogels heb je wel een wei nodig…), maar ook recreatie in het groene landschap en een dynamisch platteland waar mensen willen en kunnen wonen, werken en leven."
Ed Anker tegen LTO: Tijd politiek hamsteren voorbij
Dat LTO boos is over het rapport, begrijpt Ed Anker, wethouder in Zwolle (ChristenUnie), ook aanwezig tijdens de PBL-presentatie, maar volgens hem kun je het in deze tijd niet permiteren om 'politiek te hamsteren' en 'één belang ten diepste te blijven vertegenwoordigen'. Dat is ook waar dit rapport op aanstuurt.
Benutting van de leefomgeving loopt tegen fysieke en sociale grenzen aan en vraagstukken moeten in samenhang met elkaar opgelost worden, stelt PBL-directeur Hans Mommaas. "Het creëren van maatschappelijk draagvlak voor ruimtelijke ingrepen, zoals op het gebied van energie of landbouw, vergt een kabinetsbrede inspanning", is in het rapport te lezen. PBL-onderzoeker Rien Kuiper: "De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) biedt richting, maar veel keuzes moeten nog worden gemaakt. Dit rapport wil het belang agenderen dat die keuzes worden gemaakt."
'Meer gevolgen kringooplandbouw voor stad dan land'
Jannemarie de Jonge, Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving maakte deel uit van de groep onder leiding van Cees Veerman die laatst het plan lanceerde voor een een minister Ruimte, Landbouw en Natuur en een Landschapscommissaris. De Jonge voegt een nieuwe minister toe aan het rijtje: een minister van Stad en Land. "Als we alles zo blijven bekijken, komen niet uit. We moeten het als samenhangend systeem gaan bekijken. Als we de ontwikkeling van kringlooplandbouw serieus nemen, dan heeft het meer gevolgen voor de agroindustrie die meer stedengebonden is, dan voor de primaire landbouw." PBL-onderzoeker David Hamers geeft nog een andere optie voor een minister: een minister van Wonen. "We denken dat het echt tijd is om knopen door te hakken."
De overheid moet regie nemen, vindt PBL. Door subsidiepotjes te bundelen, zodat ruimte bijvoorbeeld ook uit een mobiliteitsfonds geld kan krijgen, of dat het Rijk meer integraal stuurt. Dat vraagt volgens PBL niet alleen om een coördinerend ministerie, maar ook aanpassing van regels, zodat ruimtelijke samenhang (synergie tussen functies) wordt beloond, 'denk aan een uitkoopregeling voor de landbouw die tegelijkertijd bijdraagt aan de vermindering van de stikstofdepositie op natuurgebieden én de aanpak van verdroging'.
Miljoenen woningen
Het gaat vaak over miljoenen woningen die er moeten komen, maar we weten niet hoeveel het er worden, geeft Hamers aan. De scenario's varieëren tussen 750.000 tot 1,5 miljoen in 2030 en in het hoge scenario gaat het in 2050 om 2,4 miljoen. Hij wijst ook op het verschil in woningdruk tussen regio's en dat spreiding in het verleden niet erg succesvol is geweest.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.