Als het aan de Europese Unie ligt wordt het eenvoudiger om gewasbescherming uit te voeren met een drone. Of we in Nederland die techniek ook kunnen gaan toepassen, valt nog te bezien. Het blijft bij projecten op een kleine schaal. De EU ziet ze dan wel vliegen, in Nederland is de overheid daar nog niet aan toe.
Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) heeft de regelgeving rond het gebruik van spuitdrones versoepeld om de techniek eenvoudiger in de praktijk toe te kunnen passen, schrijft Dronewatch. Zo vallen de toestellen nu in een eenvoudigere categorie en mogen ze zwaarder wegen.
Spuitdrone wordt gemeengoed
Vooral in Azië is gebruik van spuitdrones inmiddels gemeengoed geworden op de kleine rijstvelden. Deze natte percelen zijn vaak in onherbergzaam gebied gelegen, klein in omvang en het toepassen van gewasbescherming gebeurt nog meestal met de rugspuit. Een drone biedt dan uitkomst. De grootste droneproducent ter wereld (DJI) claimt al meer dan 200.000 drones te hebben verkocht aan de agrarische sector. Het gaat daarbij om spuitdrones en toestellen met een multispectraalcamera.
In Europa en zeker in het strenge Nederland – met zijn enorme hoeveelheid oppervlakte water – is dat een ander verhaal. In 2011 werd het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen middels een vliegtuig verboden. Er was daarbij nog wel een uitzondering mogelijk, maar ook die werd dichtgetimmerd. Bij de toelating van een nieuw middel kijkt Ctgb alleen naar een volveldtoepassing met de veldspuit, niet naar spotsprayen met een drone. Er zijn dus meerdere hordes te overwinnen.
Wel strooien, niet spuiten
Op kleine schaal wordt in Nederland al langer geëxperimenteerd met spuitdrones. Het 'zaaien' van bijvoorbeeld een groenbemester, of het uitzetten van natuurlijke vijanden tegen de maïswortelboorder is wel toegestaan. Het uitstrooien of spuiten van gewasbeschermingsmiddelen nadrukkelijk niet.
Op technisch vlak maakt de EASA het EU-lidstaten nu wat gemakkelijker. Voorheen mocht een spuitdrone maar maximaal 25 kilo wegen, maar die eis is in de zogenaamde PDRA S-01 risicoanalyse komen te vervallen. Dat is goed nieuws voor spuitdrones, die al snel tussen de 40 en 90 kilo wegen. Enige eis is dat de drone niet breder dan drie meter mag zijn. In de praktijk is dat geen bezwaar. Ook maakt de Europese wetgeving het eenvoudiger om vluchten geautoriseerd te krijgen.
Veiligheidslabel
Een nieuwe eis is wel dat spuitdrones over een C5-label beschikken. Dat slaat op de CX-labels voor drones, die vanaf 1 januari 2024 gaan gelden in de EU. Het is een verlengstuk van het bekende CE-keurmerk. De EASA heeft echter nog geen eisen bekendgemaakt rond dit label, waardoor de huidige toestellen hier dus niet over beschikken. Heeft het toestel straks een C5-label, dan mag hij bijvoorbeeld buiten het zicht van de piloot vliegen.
Voorstanders in ons land zien wel mogelijkheden voor de toepassing met drones. En dan vooral op spotspray gebied, in plaats van een heel perceel afvliegen. In een natte zomer kan een drone zonder schade te doen haarden met bijvoorbeeld phytophthora of meeldauw extra aanpakken zonder dat je met de spuit door het land hoeft te baggeren. De grootste uitdaging zal zijn om de drift binnen de perken te houden zodat geen sprake is van emissie naar het oppervlaktewater of omringende percelen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/akkerbouw/artikel/10906557/spuitdrones-de-eu-ziet-ze-vliegen]Spuitdrones: de EU ziet ze vliegen[/url]