Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen (CTGB) wil dat de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) onderzoekt of er een relatie is tussen het gebruik van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen (GBM) en de ziekte van Parkison.
Het Nederlandse CTBG verzoekt in een brief de directie van de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) nadere analyse/onderzoek uit te voeren voor de werkzame stoffen die nu in Europa zijn toegelaten.
In opdracht van LNV voert het RIVM momenteel een verkennend onderzoek uit naar de gegevensvereisten naar de mogelijke verbanden tussen neurotoxiciteit en het ontstaan van neurodegeneratieve ziekten. Dit naar aanleiding van maatschappelijk onrust die in de recente jaren over dit onderwerp is ontstaan.
Verband lastig vast te stellen
In november 2020 gaf professor Bas Bloem, die als neuroloog gespecialiseerd is in dit onderwerp, een lezing hierover aan het bestuur van het CTGB. Hij wees erop dat het vaststellen van een ondubbelzinnig en oorzakelijk verband tussen werkzame stoffen in GBM's en de ontwikkeling van Parkison moeilijk is. De eerste symptomen van de ziekte manifesteren zich namelijk pas na 10 à 15 jaar. Er is groeiend experimenteel en epidemiologisch bewijs dat de relatie tussen bepaalde gewasbeschermingsmiddelen en het risico op de ziekte van Parkison ondersteunt.
Parkinson is wereldwijd de snelst groeiende neurologische ziekte. Dat voedt de maatschappelijke onrust over toxische stoffen in het milieu, zoals GBM's. Van verschillende werkzame stoffen die op de markt zijn is bij de toelating nooit specifiek vastgesteld of die een relatie kunnen hebben met het ontstaan van de ziekte van Parkinson.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.