Nederland kan slachterijen missen als kiespijn. Zo hard zei president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank het nog net niet, maar hij liet in het programma Buitenhof recent wel doorschemeren dat de vleessector wat hem betreft moet inschikken. De Volkskrant ging er deze week nog even op door, waarbij ook andere experts hun ongenoegen uitten over bepaalde sectoren die volgens hen weinig waarde toevoegen.
Naast slachterijen krijgen ook de glastuinbouw en distributiecentra de wind van voren. Deze sectoren zouden de economie te weinig opleveren, het landschap ontsieren en enorm beslag leggen op de krappe arbeidsmarkt. Een bedrijf als ASML heeft Nederland veel meer te bieden, aldus de hoogste bankbaas van Nederland. Natuurlijk heeft Knot een punt als je sec kijkt naar toegevoegde waarde voor de economie. ASML levert Nederland veel munten en internationale aanzien op, maar dit is wel een tamelijk eenzijdige conclusie.
Een dienende rol
De agrarische- en vleesverwerkende industrie heeft primair vooral een dienende rol voor de maatschappij. Oftewel het produceren van veilig, gezond en betaalbaar voedsel. Met de geavanceerde chips van ASML kun je veel, maar opeten gaat niet. De rol van slachterijen is daarom in de eerste plaats niet zozeer om het bruto binnenlands product (bbp) te spekken, maar om de bevolking te voeden. Met de kritiek op slachterijen spreekt Knot zichzelf ook een beetje tegen. Toen de inflatie de afgelopen jaren de pan uitrees, was hem er alles aan gelegen om de voedselprijzen omlaag te krijgen. "Inflatie is de volksvijand nummer één", zo zei Knot. Met andere woorden: als slachterijen wél veel waarde zouden toevoegen, wordt ons eten waarschijnlijk onbetaalbaar.
Zuivelsector vaak in één adem genoemd
De volgende sector waar dergelijke kritiek op komt, laat zich gemakkelijk raden. Na slachterijen zijn zuivelbedrijven waarschijnlijk aan de beurt. Net zoals de vlees- en zuiveltaks vaak in één adem worden genoemd. De zuivelsector is immers ook geen uitblinker als het gaat om het creëren van toegevoegde waarde en voelt de bui ook al hangen. Toch is de vraag of Nederland beter af is zonder deze foodsectoren. Het zijn dan wel geen sterspelers voor de economie, maar in een voetbalelftal kun je ook niet alleen Messi's en Ronaldo's opstellen. Er zijn ook dienende spelers nodig die niet vaak scoren. Impact laat zich bovendien niet alleen in geld uitdrukken. De combinatie van bedrijvigheid bepaalt het succes en welzijn in een land. Aan het eind van de dag moet er gegeten worden. En tussendoor ook nog, dus voedselproductie blijft broodnodig.
Vruchtbare delta geeft verantwoordelijkheden
Nu kun je natuurlijk wel discussiëren over de schaal van de vlees- en zuivelsector in ons land. Moet de huidige omvang kost wat kost in stand gehouden worden, of mag het ook een onsje minder zijn? Daarover lopen de politieke opvattingen - in vaak polariserende debatten - sterk uiteen. Door krimpbepleiters wordt vaak gezegd dat Nederland meer dierlijke eiwitten produceert dan haar eigen behoefte. Een productieoverschot, in economische jargon. Maar is dit wel een steekhoudend argument? In dat geval zouden we ook ons eigen fruit of bijvoorbeeld auto's moeten produceren. Zonder ruilhandel is Nederland veel te klein om in eigen consumptie te voorzien. De vruchtbare delta geeft bovendien ook verantwoordelijkheden naar landen waar eigen voedselproductie minder vanzelfsprekend is, waarbij uiteraard ook naar de milieugebruiksruimte moet worden gekeken. Daarbij wordt het leeuwendeel van de vlees- en zuivelproducten in de eurozone geconsumeerd, wat naar Amerikaanse maatstaven lokale productie is.
Niet iedereen is tegen
Gelukkig zijn niet alle deskundigen op de hand van Knot, zonder zijn economische deskundigheid overigens in twijfel te willen trekken. Hoogleraar Internationale Betrekkingen Rob de Wijk bijvoorbeeld koestert juist de Nederlandse land- en tuinbouwsector. Hij ziet eigen voedselproductie als een strategisch wapen in een wereld die steeds meer verdeeld raakt. En om met een Cruijffiaanse uitspraak te eindigen: Vaak mis je iets pas als het er niet meer is. Dat kon bij slachterijen ook weleens zo zijn.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/column/10907824/slachterijen-mis-je-pas-als-ze-er-niet-meer-zijn]Slachterijen mis je pas als ze er niet meer zijn[/url]