De euro is de behoorlijk gedaald ten opzichte van andere belangrijke valuta's. Dat draagt bij aan de hoge inflatie, die samen met de krappe arbeidsmarkt de deur openzet voor hogere lonen.
De Nederlandse arbeidsmarkt staat onder hoogspanning. Het CBS maakte vanmorgen bekend dat de werkloosheid is gedaald tot het niveau van voor de coronacrisis. Momenteel zit slechts 2,9% van de beroepsbevolking zonder werk. Dat is vooral het gevolg van een mismatch tussen talent en beschikbare banen. Voor elke honderd werkzoekenden zijn er maar liefst 128 vacatures volgens het CBS. Vijf jaar terug waren dat er nog 35. Ook in omliggende landen is de spanning op de arbeidsmarkt om te snijden. In Groot-Brittannië is de werkloosheid in het afgelopen kwartaal bijvoorbeeld gedaald van 4,8% naar 4,3%. The Guardian vergeleek de krapte op de arbeidsmarkt al met de jaren 60. Toen kon een bouwvakker volgens de Britse krant 's ochtends zijn ontslag indienen en 's middag aan de overkant van de straat voor 10% meer loon bij een ander bedrijf aan de slag gaan.
Mooie salarisverhoging
Werkende Britten gaan er overigens ook zonder baanwissel al flink op vooruit. In oktober lag het mediane maandloon volgens de Britse tegenhanger van het CBS 4,9% hoger dan een jaar eerder. Ten opzichte van februari 2020 komt die loongroei zelfs uit op 7,8%. Daar kunnen Nederlandse werknemers nog wat van leren. In ons land lagen de CAO-lonen in het derde kwartaal slechts 1,9% hoger dan een jaar eerder. Terwijl juist in de eurozone alle werkenden alle reden hebben om in te zetten op een mooie salarisverhoging. De hogere energieprijzen, onderbrekingen in toeleveringsketens en tekorten op onder meer de chipsmarkt doen overal ter wereld pijn. Maar in onze regio komt daar nog de zwakte van de euro bovenop.
Zwakke euro heeft twee kanten
De laatste tijd heb ik verschillende ondernemers gesproken die in hun maag zitten met koersschommelingen op de valutamarkt. In het afgelopen jaar is de Chinese renminbi bijvoorbeeld met ruim 8% gestegen ten opzichte van de euro. De dollar is bijna 5% duurder geworden en voor het pond is dat ongeveer 7%. Dat is gunstig voor de internationale concurrentiepositie van exportbedrijven. Maar een ander gevolg van de zwakke euro is dat importbedrijven die hun valutarisico's niet afdekten, de kosten flink zien oplopen. De winstmarge kan alleen op peil gehouden worden door het verhogen van de verkoopprijzen. Als je ook kijkt naar alle andere zaken die de prijzen opdrijven, is een salarisverhoging eigenlijk hard nodig om de koopkracht op peil te houden.
Zo kan de inflatie straks pijn doen
De loonstijging heeft echter ook een schaduwzijde. Bedrijven gaan mogelijk de hogere loonkosten door berekenen in de prijzen – net zoals importbedrijven nu doen met stijgende wisselkoersen. Door de krapte op de arbeidsmarkt, kan dat weer een nieuwe loonsverhoging uitlokken. Een dergelijke loon-prijsspiraal leidt ertoe dat de inflatie langere tijd hoog blijft. In dat geval komen centrale banken niet meer weg met het argument dat een hogere inflatie een tijdelijk corona-effect is. De kans is groot dat ze toch heel terughoudend zijn met renteverhogingen. In de Verenigde Staten is de staatsschuld sinds eind 2019 bijvoorbeeld omhoog geschoten van $22,7 naar $28,4 biljoen. Zodra de rente omhoog gaat, wordt het financieren van begrotingstekorten en aflopende leningen een stuk duurder. Centrale bankiers worden dan ook een stuk minder vrolijk van de huidige ontwikkelingen dan iedereen die uitkijkt naar een mooie salarisstijging in 2022.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.