Het Australisch-Britse mijnbouwbedrijf BHP Group staat onder druk van investeerders om een groot kalimijnbouwproject in Canada te staken. De kritische investeerders wijzen naar het huidige overaanbod op de kalimarkt. De Canadese overheid daarentegen ziet het project graag doorgaan.
De kritische geldschieters vinden dat BHP Group het geld beter in andere projecten kan steken met een aanlokkelijker vooruitzicht aan rendement. De kalimarkt is op het moment een uitdagende markt volgens verschillende partijen. Grote kunstmestbedrijven als K+S, Nutrien en Mosaic draaien niet op volledige capaciteit door de huidige lage kaliprijzen.
Andere delfstoffen brengen meer op
De investeerders verwachten voor een groot deel van het komende decennium een overaanbod van kali op de wereldmarkt. Dat gaat volgens hen ten koste van het rendement op de kalimijn. In plaats daarvan zien zij liever dat BHP investeert in andere producten als koper of nikkel, waar de markt mede door de elektrificatie een enorme boost heeft gekregen.
De eerste fase van het ontwikkelen van de kalimijn in het Canadese Saskatchewan is begroot op $5,7 miljard en duurt volgens planning 5 jaar. De jaarproductie van de mijn komt rond de 4,4 miljoen ton kali liggen, waarbij de levensduur op 100 jaar wordt geschat.
Vraag kali juist verdubbelen
BHP heeft inmiddels al $4,5 miljard in het project gestoken, dat de eerste kalimijn voor het concern moet opleveren. BHP is onder de vorige CEO Andrew Mackenzie in de kalimarkt gestapt, als onderdeel van de strategie van meer spreiding in het portfolio. Het grootste mijnbouwbedrijf van de wereld verwacht juist dat de vraag naar kali kan verdubbelen richting 2050.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.