Minister Wiersma en staatssecretaris Rummenie hebben deze week weer voor aardig wat reuring en verontwaardiging gezorgd in het Haagse politieke en mediacircus. Hun uitlatingen over het NPLG, over de wolf en de nationale koppen op het Nederlandse natuurbeleid zijn niet overal even goed gevallen. In de landbouw en meer in het algemeen in de minder dichtbevolkte gebieden ligt dat toch anders. Maar er moet ook worden geleverd.
Wiersma had in haar brieven ook geruststellende woorden over het stikstofbeleid en kondigde zelfs een nieuwe stimuleringsregeling aan voor innoverende boeren, waaronder steun voor luchtwassers en nieuwe emissiearme stallen. Met dat laatste sluit ze aan bij het Brabantse beleid. Ook staat minister Wiersma nu expliciet een latere oogst van akkerbouwgewassen (ook maïs) toe.
Later oogsten, minder verliezen
Volgens de minister zal 'een latere oogst van een nog groeiend gewas met een later ingezaaid vanggewas' nagenoeg zeker niet nadelig uitpakken, want het zal 'tot minder stikstofverliezen leiden dan een vroege oogst van onrijpe gewassen en een vroeger ingezaaid vanggewas'. Ook wijst ze op het belang van een goede bodemstructuur voor de ontwikkeling en groei van (vang)gewassen, en daarmee de mogelijkheid tot het opnemen van stikstof uit bodem. Ze doet dit op advies van de CDM, de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet, maar had die onder haar voorganger ook zo'n advies gegeven?
Minister steunt, Raad van State twijfelt
Echter, of de minister de landbouw helpt met haar steunregeling voor luchtwassers en emissiearme stallen - wat ook in Brabant wordt vereist - is maar zeer de vraag. De brief van de minister hierover werd op 2 september naar de Tweede Kamer gestuurd. Twee dagen later haalde de Raad van State de vergunning onderuit van een Reuselse veehouder, juist vanwege de daar vereiste luchtwasser, met het argument dat dit kort gezegd nog onbewezen techniek is en dat ook de bestaande handreiking te weinig steunt op harde meetgegevens.
Data-oogst voor milieujuristen
De veehouder moet nu een nieuwe vergunning aanvragen, met meer data, iets wat bijna zeker ook veel meer veenhouders moeten doen. Bijvangst van deze zaak voor de milieuactivisten is dat ze straks zonder veel moeite alle adressen van de betreffende veebedrijven kunnen opvegen. Met haar subsidieregeling loopt de minister het gevaar om een nieuwe ronde van gemakkelijk aanvechtbare vergunningsaanvragen uit te lokken.
Meer scherpte nodig
Als de minister iets wil doen aan alle stikstof-, en mestproblemen, moet ze eerst voldoende, stevig onderbouwde basiszekerheid bieden. Ze wil dat ook doen, met onder meer een nieuwe rekenkundige ondergrens, zoals de provincies hebben gevraagd. Maar ook daar lijkt ze (of, feitelijk haar ambtenaren) niet helemaal de juiste scherpte te hebben.
Over de ondergrens schrijft ze aan de Tweede Kamer: "Een rekenkundige ondergrens geeft weer welke berekende stikstofdepositie met het model wetenschappelijk voldoende zeker is om toe te schrijven zijn aan een project. De stikstofdepositie beneden de ondergrens is niet toerekenbaar aan het project en wordt niet betrokken in een voortoets of passende beoordeling. Zodoende geldt ook de cumulatietoets niet voor deposities onder de ondergrens."
Wel cumulatie
Dit is niet zoals het in de Europese Richtlijn wordt beschreven. Daar wordt juist wel uitgegaan van onder meer cumulatie op gebiedsniveau (artikel 6, lid 3). Het zou triest zijn als hierdoor de milieujuristen weer lachend klaarstaan om op het verkeerde been gezette boeren op te vangen.
Nieuw beleid kost tijd en een goede onderbouwing daarvan zeker. Maar zelfs binnen de eigen kring van de landbouw zijn er genoeg gevestigde belangen die tegen nieuwe inzichten en schijnbaar logische stappen zijn.
Gemeten of berekend?
Uit recent onderzoek van Herman de Boer is duidelijk gebleken, op basis van metingen, dat de gasvormige verliezen uit koemest ruim 9% bedragen, en niet alleen uit ammoniak bestaan. Toch zijn er nog steeds wetenschappers van een andere school die zwaaien met oude, berekende verliezen van ongeveer 3%. Het roept in ieder geval vragen op over de waarde van nieuw onderzoek als oude inzichten de boventoon blijven voeren.
Poetin dwingt tot koerswijziging
De wil om te veranderen is er echter bij het nieuwe kabinet. Die is er ook bij de Europese Commissie, zo gaf de oude en nieuwe commissievoorzitter Ursula von der Leyen aan. Na eerst haar oude rechterhand Frans Timmermans ruim drie jaar de tijd te hebben gegeven om het de landbouw zo moeilijk mogelijk te maken, is het nu tijd voor een boervriendelijker koers en een inzet op strategische voedselzekerheid. Met dank aan Vladimir Poetin is dat besef nu goed doorgedrongen in Brussel (al schijnt de EU via omwegen nog steeds wel zo'n 40% van het geïmporteerde gas uit Rusland te halen).
Steun waar nodig
Belangrijke inspiratie voor haar nieuwe koers wil Von der Leyen halen uit een rapport dat is opgesteld onder leiding van een Duitse professor, die luistert naar de mooie boerenachternaam Strohschneider. De inzet is om het GLB boervriendelijk en minder bureaucratisch te maken (waar hebben we dat meer gehoord?), en de steun vooral te laten landen bij de kleinere bedrijven, niet bij de hectarestapelaars en nieuwe rijken uit de tech- en financiële wereld die opeens een landelijke droom hebben.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/artikel/10910262/weg-uit-stikstofkeurslijf-vereist-meer-scherpte]Weg uit stikstofkeurslijf vereist meer scherpte[/url]