Een gemiddeld akkerbouwbedrijf met 100 hectare consumptieaardappelen, zaaiuien, suikerbieten en wintertarwe kijkt voor komend teeltseizoen aan tegen een kostprijsstijging van minimaal €60.000 op zijn bedrijf. Dat becijfert adviesorganisatie Delphy op basis van kostprijsberekeningen. Vooral de gestegen kunstmest- en energieprijzen hakken flink in op het saldo.
Een 'gemiddelde' bestaat eigenlijk niet, zo onderstreept Delphy. De situatie is per bedrijf verschillend. "Daarom is het ook zo belangrijk dat je wéét wat jouw kostprijs is", verklaart akkerbouwadviseur Luc Remijn. "In ons overzicht hebben we voor tarwe en bieten met €800 aan grondkosten per hectare gerekend. Voor aardappelen en uien met €1.250. Niet iedere akkerbouwer doet dat. Belangrijk is ook dat de vaste kosten worden meegenomen."
Kostprijs centen hoger
In het gepubliceerde overzicht wordt al snel duidelijk dat het saldo op z'n zachtst gezegd mager is komend seizoen. Zeker wanneer niet geprofiteerd kan worden van (fors) hogere productprijzen. Afhankelijk van het gewas is al snel sprake van een kostprijsstijging die enkele centen hoger ligt. Dit heeft voornamelijk te maken met de kunstmestprijzen. Delphy rekent met een stikstofprijs die verdubbeld ten opzichte van 2021. De prijzen voor fosfaat- en kalimeststoffen stijgen met 150%. Dat is althans de schatting op basis van huidige gegevens. Met 35% stijging is ook brandstof – zowel gas als diesel – een flinke kostenpost.
Bij de teelt van consumptieaardappelen (levering uit de bewaring) stijgt de kostprijs 2,2 cent per kilo. Zowel de vaste als variabele kosten stijgen met bijna €500 per hectare. Kunstmest doet een flinke duik in het zakje met €340 aan kosten. "We hebben voor 2022 gerekend met een KAS-prijs van €550 per ton, waar dat dit jaar nog €270 was", verklaart Remijn. "Daarom dat de kosten bij tarwe ook fors stijgen. Drijfmest kan deze stijging iets compenseren. Hier zijn we uitgegaan van €0 per kuub, waar dit jaar nog €3 toebetaald werd. Per regio zal het de vraag zijn of er voldoende drijfmest beschikbaar is." Door 35m³ varkensdrijfmest voor de aardappelteelt aan te wenden, spaar je €200 per hectare kunstmestkosten uit.
Saldo in de min
De kale kostprijs voor aardappelen komen zo uit op 20 cent per kilo volgend seizoen. Dit is dus exclusief marge voor de teler. Beregenen is niet in het saldo meegenomen. Het teeltsaldo komt daarmee uit in de min, wat ook voor tarwe en zaaiuien geldt.
Bij zaaiuien uit de bewaring is die min nog veel groter. Ruim €2.200 per hectare. Hier stijgt de kostprijs met 1,7 cent. Remijn: "In de berekening gaan we uit van tweemaal beregenen. Dat is terug te zien in de opbrengst van 50 ton product per hectare. Wat in uien meespeelt is dat de goedkope fungicide Mancozeb wegvalt. De alternatieven zijn duurder. Ook moet meer gespoten worden tegen onder andere bladvlekken en stemphylium. Met het wegvallen van Chloor IPC is de onkruidbestrijding ook uitdagender. Daarom dat we rekenen met tweemaal schoffelen. Dat kost in totaal €170 per hectare."
Bietenteelt positiever
Het enige saldo dat een plusje laat zien is suikerbieten. Al is dat met €122 per hectare zeer magertjes. De kostprijs stijgt een heel klein beetje, wat vooral te wijten is aan hogere kunstmestkosten. Delphy gaat in de berekening uit van een 5% hogere uitbetalingsprijs voor 2022. "Wellicht dat er akkerbouwers zijn die LLB's (ledenleveringsbewijzen) bijkopen en de teelt wat uitbreiden", denkt Remijn. "Zelfs met stro verkopen en drijfmest aanvoeren blijft het tarwesaldo negatief. Bieten kunnen een alternatief zijn. Mits ze netjes worden gerooid hoeft het gewas zeker niet slecht te zijn voor je grond."
In de saldoberekeningen wordt deels van eigen mechanisatie en deels van loonwerk uitgegaan. Tarwe dorsen, suikerbieten zaaien en rooien en de uien zaaien, rooien en laden. Daarvoor heeft Delphy het KWIN-loonwerktarief gerekend. Remijn: "We rekende dit jaar met een dieselprijs van €1,22 per liter. Komend seizoen is dat op €1,35 gezet. Loonwerkers berekenen dit ook door, waardoor alle mechanisatiekosten toenemen." Wordt uitgegaan van een bedrijf met 100 hectare akkerbouw op kleigrond (50 hectare wintertarwe, 25 hectare consumptieaardappelen, 12,5 hectare zaaiuien en suikerbieten) dan telt de totale kostenstijging door tot €60.000. Het zijn de dure kunstmest en energie die daar het grootste aandeel in hebben.
Maak eigen berekening
Deze winter probeert Delphy akkerbouwers het belang van een reële saldoberekening aan het licht te laten brengen. "In de praktijk wordt het gewoon zeer weinig gedaan", weet Remijn. "In studieclubs of individuele sessies besteden we hier aandacht aan. Samen met de teler kun je dan de cijfers invullen die voor zijn bedrijf gelden." Duidelijk is dat kritisch naar de bemesting en mechanisatie moet worden gekeken. Maar uiteindelijk heeft ook de netto-opbrengst een belangrijke vinger in de pap. Een hogere opbrengst levert direct lagere kosten per kilo product.
Het allerbelangrijkste is misschien wel de prijsonderhandeling, onderstreept het adviesbureau. De kostprijsverhoging van enkele centen moet doorberekend worden en terug te zien zijn in de verschillende teeltcontracten. Daarbij wordt dan niet eens het verhoogde risico meegenomen voor de verschillende teelten. "Het doel van deze publicatie is om mensen aan het denken te zetten", vat Remijn samen. "Wat zijn de kosten op mijn bedrijf, waar kan ik optimaliseren en hoe moet ik mijn prijsonderhandelingen starten."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.