De aardappelgewassen van VTA-telers brengen gemiddeld 9% meer op dan het 5-jarig gemiddelde. Dat meldt de Verenigde Telers Akkerbouw (VTA) naar aanleiding van de proefrooiingen die half augustus zijn uitgevoerd.
Bij een vaste groep telers is half augustus bemonsterd wat de opbrengst van verschillende consumptieaardappelrassen bedroeg. Het gaat om de grote fritesaardappelrassen en enkele kleinere rassen met een beperkte inbreng. De gemiddelde opbrengst van de monsters komt uit op 46,9 ton per hectare.
Grote spreiding tussen percelen
Het resultaat ligt 9% boven het 5-jarig gemiddelde van 43 ton per hectare en bijna 30% hoger dan de 36,4 ton van 1 jaar eerder. Het is echter niet de hoogst gemeten opbrengst. Die werd namelijk in 2014 behaald, met een tussentijdse opbrengst van bijna 50 ton per hectare. Gemiddeld zijn de partijen iets grover dan gemiddeld, met 60% in de maat 50 millimeter of grover. Het gemiddelde ligt op 58%. Ook het knolaantal is met 4% iets hoger.
De spreiding tussen de beste en de slechtste percelen is groot, zo noteert VTA. Dat is ook in andere proefrooicijfers duidelijk merkbaar. Het minste perceel komt uit op 27 ton per hectare, terwijl het beste al op ruim 68 ton zit.
Wisselende gewasstand
Naast een verschil in opbrengst, is ook de stand van het gewas wisselend. Het ene perceel is al ver afgestorven, terwijl sommige percelen frisgroen staan. De laatste weken is in sommige gevallen flinke slijtage merkbaar. De bemonstering heeft voor de hittegolf plaatsgevonden, waardoor de gewasstand nu mogelijk weer anders is.
Halverwege september wordt opnieuw een proefrooiing uitgevoerd om te beoordelen hoeveel nagroei er heeft plaatsgevonden. VTA doet dit sinds 2001 en hanteert hiervoor een vast protocol.
Beïnvloeden regio's de cijfers?
Volgens Bert Timmermans, de voorzitter van de handelscommissie aardappelen bij VTA, zijn de cijfers een goede afspiegeling van de situatie in het veld. Daarbij moet echter wel worden opgemerkt dat de leden van VTA van oudsher met name in het zuidwesten en Flevoland gevestigd zijn. Hier wordt, waar mogelijk, intensief beregend en viel gedurende het seizoen meer neerslag dan de oostkant van ons land.
"Er is overal verschrikkelijk veel geïnvesteerd in beregeningscapaciteit. We registreren nu nog niet of een bemonsterd perceel beregend is, maar dit heeft ongetwijfeld zijn weerslag op de cijfers. Het zuidoosten is misschien erg droog geweest, maar juist hier wordt zeer veel beregend. Wat overal geldt, is dat de opbrengsten zeer heterogeen zijn. Je kunt overal goede en slechte gewassen vinden."
Niet vergelijkbaar met 2018
De situatie is volgens hem niet vergelijkbaar met 2018, wat ook voor uien geldt. "We begonnen met een betere bodemstructuur, hadden een betere gewasontwikkeling en later de hitte. Dit is positief geweest voor de groei", vat Timmermans samen. "We hebben kritisch naar de cijfers gekeken en denken dat dit de realiteit goed weerspiegelt. Naast de beregeningscapaciteit, zijn de nieuwe rassen ook sterker en brengen ze meer op. De teelt blijft verder professionaliseren en dat merk je op alle vlakken."
Of de cijfers bovengemiddeld blijven scoren, is voor VTA nog de vraag. "Na de proefrooiingen hebben we de hittegolf gehad, wat maakt dat gewassen verder zijn gesleten", aldus Timmermans. "Mijn gevoel zegt dat we de opbrengstplus hebben ingeleverd, want het was geen ideaal weer voor nagroei."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/akkerbouw/aardappelen/artikel/10883794/proefrooiing-vta-scoort-bovengemiddeld]Proefrooiing VTA scoort bovengemiddeld[/url]
Helemaal mee eens Gaston.
Er is geen enkele producent in Nederland die zijn productiegegevens prijs geeft behalve de agrarische sector.
De enige die hierbij baat heeft is de handel.
De ellende gaat al beginnen met de meitelling, een paar procent erbij en de handel roept al er komt product genoeg met als gevolg lage, niet renderende prijzen.
Wanneer leren we ons te mond dicht te houden over productiegegevens.