De Europese telersorganisatie NEPG gaat uit van een bovengemiddelde consumptieaardappeloogst in de EU-4 dit jaar. Een 7% groter areaal compenseert deels de late pootdata, opkomstproblemen en weersextremen. Toch gaat de organisatie uit van een opbrengst die in de buurt komt van die in 2023.
Tijdens de afgelopen week gehouden Potato Europe in Noord-Frankrijk heeft de North-Western European Potato Growers (NEPG) een inschatting gemaakt van de aanstaande aardappeloogst in Noordwest-Europa. Het extreme jaar 2024 volgt op het extreme jaar 2023, maar dit betekent niet dat er een tekort is aan aardappelen.
Het areaal in de EU-4 is met 7% toegenomen tot 560.000 hectare, zo schat de NEPG in. Daarbij heeft de organisatie nog geen cijfers per land vermeld. Het gaat dit seizoen uit van een hectareopbrengst die vergelijkbaar is met vorig jaar en 43,7 ton per hectare bedraagt. Maal de hectares kom je dan uit op een opbrengst van bijna 24,5 miljoen ton aardappelen. Ruimschoots meer dan de 22,66 miljoen ton die vorig jaar werd gerooid. Dat is 4,1% meer dan het oude record uit 2017, toen 23,5 miljoen ton werd geoogst.
{{dataviewSnapshot(10_1726655484)}}
80 verschillende rassen gepoot voor fritesindustrie
Deze cijfers zijn best bijzonder wanneer je terugblikt op de afgelopen negen maanden. Een pootseizoen dat tien weken duurde, slechte structuur, problemen met de pootgoedkwaliteit en een zeer hoge ziektedruk van met name phytophthora. Om het pootgoedtekort het hoofd te bieden zijn wel tachtig verschillende rassen gepoot voor de fritesindustrie. Met name in België, zo meldt de NEPG. Sommige partijen zijn volgende de organisatie niet geschikt om te bewaren dankzij een laag onderwatergewicht of bakkwaliteit bijvoorbeeld. Aan de andere kant kan ook blauwverkleuring – door juist een te hoog onderwatergewicht – of rot door bacterie of phytophthora een probleem zijn.
Aan de andere kant van de keten geven de NEPG-leden ook een waarschuwing af. De verwerkingscapaciteit in Noordwest-Europa groeit mogelijk harder dan de consumptie. Tegelijkertijd neemt ook in Noord-Amerika, Azië en Zuid-Amerika de productie toe. Aan telers daarom de oproep de vraag te volgen en niet in te halen. Zowel teler als afnemer heeft daarbij ook nog het klimaatvraagstuk in acht te nemen. Hoe kun je aardappelen telen waarvan de kostprijs alsmaar stijgt, die weersextremen kan doorstaan en waarbij de biodiversiteit niet in het gedrang komt?
Meer aardappelen in Frankrijk
Ook andere partijen proberen de huidige aardappeloogst te becijferen. Zo blijft Frankrijk bovengemiddeld presteren, als we de officiële cijfers van overheidsdienst Agreste mogen geloven. Zij hebben de opbrengstprognose licht naar boven bijgesteld en denken dat dit jaar 7,6 miljoen ton consumptieaardappelen worden gerooid. Vorig jaar was dat nog 6,7 miljoen ton (+13,4%). Het areaal is juist iets naar beneden gecorrigeerd tot goed 178.000 hectare. Nog altijd 16% meer dan in 2023 werd uitgeplant.
Agreste gaat nu uit van 42,6 ton per hectare als gemiddelde opbrengst. Dat is 300 kilo meer dan een maand geleden. Het meerjarig gemiddelde is (volgens de NEPG) 42,6 ton per hectare.
Belgische opbrengst naar gemiddelde
Het Belgische aardappelhandelshuis Bruwier heeft deze week nieuwe proefrooicijfers gepubliceerd. De een-na-laatste van dit seizoen. Fontane komt daarbij op 47,8 ton per hectare netto, waarvan driekwart 50 millimeter of grover. Dat is 680 kilo meer dan het vijfjarig gemiddelde van 48,5 ton per hectare. Challenger zat begin september op 45,9 ton per hectare, wat 3,3 ton minder is dan het vijfjarig gemiddelde van 49,2 ton per hectare.
Ondanks dat gemiddeld laat is gepoot, tussen 10 mei en 25 juni, behalen de aardappelen nu toch een aardige opbrengst. Challenger blijft met 65% in de 50 millimeter iets achter in de grofte. Het onderwatergewicht zat op 370 gram en die van Fontane op 414 gram. De spreiding aan plantdata is waarschijnlijk ook de reden dat de afrijping tussen de 10% en 80% varieert, zo meldt Bruwier.
Risico's
Dat is ook goed zichtbaar op de Europese aardappelpercelen. Afhankelijk van de pootdatum, ras, voorvrucht en het weer zijn sommige percelen al bijna volledig afgestorven terwijl andere gewassen juist nog zeer groen staan. Niet alle telers hebben blijkbaar haast met doodspuiten, zeker niet wanneer het aantal groeidagen nog niet is behaald en de productie volop bezig is. Na een week die in het teken staat van de nazomer komt naar verwachting wel een ander weertype. De huidige weermodellen spreken zelfs van een bovengemiddelde natte oktobermaand. Dramatische taferelen zoals die zich in Centraal-Europa voltrekken worden het niet, maar een verlaat rooimoment brengt wel degelijk risico's met zich mee.