De Rabobank publiceerde recent een rapport over de gevolgen van Afrikaanse varkenspest (AVP) voor de Europese varkensmarkt. Hoewel het logisch is dat er veel aandacht is voor de kortetermijneffecten, kan de aanwezigheid van AVP zorgen voor structurele productie verschuivingen én krimp binnen Europa. We spraken met René Veldman, sectormanager Food & Agri, over het rapport waarvan vandaag (25 november) de Nederlandse versie verschijnt, en de implicaties voor onder andere ons eigen land.
Na de eerste vondst van AVP bij een wild zwijn in Duitsland in september 2020 bestond er het geloof dat het de autoriteiten zou lukken om de virusziekte snel in te dammen. Het bleek ijdele hoop, zeker nu afgelopen week het virus werd aangetroffen op een moderne varkenshouderij in de provincie Meckelenburg – Vorpommern. De kortetermijneffecten zijn overduidelijk aanwezig in de vorm van een verslechterde Duitse exportpositie en daarmee bedroevende prijsvorming voor producenten. Met name op zeugenbedrijven gaat het met de stand op de rekening courant momenteel 'wel hard', zo stelt Veldman.
In een recent uitgebracht rapport wijst de Rabobank echter ook op de mogelijke langetermijneffecten van de aanwezigheid van AVP in Duitsland. Er treed een herstructurering op van de productie. Veldman: "Spanje is spekkoper, zij profiteren van een relatief lage kostprijs. De krimpende sector in onze regio zal ook effect gaan hebben op overige partijen in de hele keten, denk aan slachterijen en voerleveranciers. Verwerkers zullen meer inspanning moeten leveren om voldoende input te krijgen. Dit biedt ook weer kansen voor primaire producenten."
Nog even over het perspectief op de korte termijn, zien jullie enige aanknopingspunten voor herstel of zal deze pas optreden bij een kleinere varkensstapel?
"In onze ogen is de zelfvoorzieningsgraad van de Europese Unie op dit moment té hoog. Daarmee is onze prijsvorming erg afhankelijk geworden van de export. De laatste jaren hebben we daar zeker van geprofiteerd. We moeten echter ook zo realistisch zijn dat de enorme hoeveelheden die wij afgelopen jaren hebben kunnen exporteren waarschijnlijk niet - tijdelijke oplevingen daargelaten - structureel zullen zijn in de toekomst. Dat betekent niet dat we helemaal niet meer moeten exporteren, maar wel dat we op zoek moeten naar een gezonde zelfvoorzieningsgraad. Of dat 115% of 105% is weet niemand (huidige is 127% red.). De varkenscyclus werkt nog altijd en er wordt een nieuwe balans gezocht tussen vraag en aanbod. Het betekent dus dat de productie van 'gangbaar' varkensvlees op Europees niveau kleiner moet worden."
Zal het aantal bedrijven met liquiditeitsproblematiek de komende maanden snel oplopen en zelfs tot een krimp in de Nederlandse varkensstapel leiden?
"Het gaat op de vermeerderingsbedrijven nu wel hard inderdaad. Toch wil dit niet perse zeggen dat bedrijven slecht presteren. Er is door een flink aantal ondernemers de afgelopen jaren geïnvesteerd in groot onderhoud wat natuurlijk een flinke hoeveelheid liquiditeit heeft gevraagd. Als bedrijven tekorten voorzien is het belangrijk tijdig aan de bel trekken. Er is geen generiek beleid in deze, het blijft maatwerk, maar ondernemingen die in de kern gezond zijn kunnen we nog altijd financieren. Of de slechte situatie in Nederland acuut tot een kleinere varkensstapel zal leiden, betwijfel ik. Echter, we krijgen in de loop van volgend jaar een nieuwe opkoopregeling (Landelijke beëindigings regeling veehouderij red.), en zonder marktherstel zal er waarschijnlijk zeker een deel van de varkensbedrijven opteren voor deelname aan deze opkoop."
Het rapport hint op een flinke en structurele krimp van de Duitse sector?
"De Duitse sector staat inderdaad onder zware druk. Een reeks aan factoren zorgt voor lage marges bij boeren maar ook verwerkende bedrijven. We moeten denken aan de impact van corona, de beschikbaarheid en de kosten van arbeid, strengere eisen rondom dierenwelzijn en hoge voerkosten hebben allen een flinke impact. Buiten de mogelijk afzwakkende gevolgen van de corona-impact om voorzien we voor de overig factoren dat zij de komende jaren aanhoudend zorgen voor margedruk. In het licht van de gezondere Europese zelfvoorzieningsgraad voorzien we dan ook een krimp in met name Duitsland, Oost-Europa en waarschijnlijk ook ons land. Daarbij zorgt naast het zich negatief ontwikkelende kostenplaatje de aanwezigheid van AVP voor een verslechterde Duitse exportpositie. We zagen vorig jaar na de eerste uitbraak dat het land de volumes, hoewel tegen lagere prijzen, redelijk binnen Europa kon herplaatsen. Nu China sinds dit voorjaar echter minder varkensvlees vraagt en de Europese markt volloopt met vlees van andere aanbieders hebben de Duitsers het nog moeilijker."
Het rapport hint op kansen voor Nederland, kunt u dit uitleggen?
"Ik moet zeggen dat dit wel een beetje tweeledig is. De weggevallen volumes van Duitsland richting China zijn ook opgevuld door Spanje. Bovendien is de Chinese vraag voor een aanzienlijk deel weggevallen waardoor wij als Nederland hier ook niet meer van kunnen profiteren. Echter hebben wij het idee dat de situatie qua Afrikaanse varkenspest in China nog niet geheel onder controle is. Medio volgend jaar verwachten we een tijdelijke opleving van de Chinese koopinteresse. We zijn op dat moment als sector in eigen land in een goede positie om dan in deze vraag te voorzien. We voorzien echter voor de middellange termijn kansen voor Nederlandse bedrijven om met meer toegevoegde waarde bepaalde internationale markten te bedienen. Zeker omdat de situatie omtrent AVP in Duitsland waarschijnlijk lang gaat duren, kunnen landen als Nederland deze vraag op termijn ook beter in gaan vullen."
Volgend jaar is er slechts een tijdelijke opleving in de Chinese vraag?
"Wij voorzien inderdaad dat er op de langere termijn een stabielere situatie in China ontstaat. De behoefte om vlees te importeren zal na een mogelijk tijdelijke opleving volgend jaar dan ook weer kleiner worden. Daarom hameren we ook nogmaals op het belang voor producenten om te mikken op toegevoegde waarde."
Het rapport stelt ook dat we lessen kunnen leren van de situatie in België. Welke?
"In het geval van België blijkt hoe belangrijk het is dat iedereen in de sector maar ook natuurbeheerders bewust zijn van de situatie. België heeft door een zeer snelle detectie van de eerste kadavers en door de juiste maatregelen te nemen weten te voorkomen dat het virus zich ver heeft verspreid. Iedereen heeft een verantwoordelijkheid om bij een verdenking snel te handelen. Beter tien maal loos alarm dan net die ene keer een echt geval niet herkennen."
Er is dus nog toekomst voor de varkenshouderij?
"Absoluut. We zien ook een flinke groep bedrijven binnen ons eigen land die voor heel lage kosten weten te produceren. Deze groep zal zeker voor het Europese middensegment kunnen blijven opereren. Bovendien zal een krimp zorgen voor een nieuwe dynamiek voor bedrijven verderop in de keten. Het zal voor partijen steeds belangrijker worden om leveranciers voor langere termijn te binden om zo van voldoende input zeker te zijn. Dit zal mogelijk ook kansen geven voor primaire producenten. Als wij daarnaast onze sterke punten als geringe milieubelasting, garanties over dierenwelzijn en traceerbaarheid ook nog deels tot waarde kunnen brengen, is er nog volop ruimte voor onze varkensbedrijven in de toekomst."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.