Kiemremming

Veel Europese aardappeltelers gaan dit bewaarseizoen voor het eerst aan de slag met kiemremmingsmiddel 1,4Sight. In de sector ontstaat onrust over het gebruik en de veiligheid van het middel, dat in Nederland al 5 jaar is toegelaten. Ook voor de export van eindproduct kan het gebruik gevolgen hebben, zo blijkt nu.

Zoals het er nu naar uitziet blijft de huidige residunorm voor chloorprofam (CIPC) van 10 ppm komend bewaarseizoen gehandhaafd. Het Europese besluit moet echter nog genomen worden.

Deze zomer wordt er in Europees verband gesproken over een tijdelijke MRL (maximale residu limiet) voor chloorprofam. Op dit moment is er geen enkele veronderstelling dat die er niet komt. Zo laat de Taskforce Kiemremming desgevraagd weten.

Er is in Europees verband een protocol opgesteld voor het reinigen van bewaarschuren waar ooit chloorprofam (CIPC) is gebruikt. Met de handleiding moeten telers residuen van CIPC tot een minimum kunnen reduceren.

Op social media verschijnen berichten over het aardappeloverschot dat als voeraardappelen naar melkveehouders gaat. Bijvoorbeeld in het Gelderse Hummelo waar akkerbouwbedrijf Minkhorst leverde aan buurman Ronald Pelgrom, die melkkoeien heeft.

Europese aardappelverwerkers lobbyen gezamenlijk voor een tijdelijke verhoging van de residunorm van chloorprofam (of CIPC) op aardappelen. Een besluit hierover zal waarschijnlijk in februari 2020 genomen worden.

Met het verdwijnen van de kiemremmer CIPC worden telers nog afhankelijker van maleïnehydrazide. In het Verenigd Koninkrijk raakte maleïnehydrazide (MH) in opspraak en mocht behandeld product niet langer als veevoer worden afgezet. Die beperking is nu opgeheven.