Het wordt zomer, tijd voor de festivals en locatietheater. De problematiek van de boeren en het platteland is al enkele jaren een gewild onderwerp waarmee theatermakers ons niet alleen proberen te vermaken maar ook de discussies beter te laten voeren. Er was al aandacht voor bedrijfsovernameproblematiek, voor Sicco Mansholt en tien jaar geleden zag ik in Drenthe eens een bluesopera met het songbook van Cuby & the Blizzards over de plattelandsvernieuwing.
Deze zomer kun je naar Hollandscheveld voor een toneelstuk over Boer Koekoek. Goede reden om de studie "100 jaar Boer Koekoek" uit de kast te pakken. In 2012 door mijn LEI-collega Ida Terluin geschreven voor een seminar dat prof. Dirk Strijker vanuit de Rijksuniversiteit Groningen organiseerde over plattelandspartijen, met het eeuwfeest van Hendrik Koekoek als aanleiding.
Koekoek staat bij de oudere generatie in het geheugen gegrift als een 'rare boerensnuiter', die overal tegen was, maar zijn standpunten wel op volkse en humoristische wijze naar voren bracht: "Ik weet niet waar het over gaat, maar ik ben wel tegen". Dat was in de jaren 60 een verademing ten opzichte van de formele werkwijzen in en rond de Tweede Kamer. In dat beeld past ook zijn nummer 1 carnavals-hit "Den Uyl is in den olie" die hij met Vader Abraham tijdens de energiecrisis scoorde. Er zijn nog mooie filmpjes van. Verder had hij in de privésfeer de nodige juridische conflicten (zoals verwaarlozing van pony's), die in de media breed werden uitgemeten. Terluin maakt in haar studie aannemelijk dat hij de media in de jaren 60 niet erg mee had – die was meer op de hand van de gevestigde orde.
Vrijheid voor boeren
Met de Boerenpartij was het in 1981 gedaan. Het begon in 1963 met 3 zetels en het hoogtepunt was 7 zetels in 1967. De partij viel door ruzies en een afsplitsing uit elkaar. De Boerenpartij was ontstaan als de politieke arm van de Landelijke Vereniging van Bedrijfs Vrijheid in de Landbouw (BVL). Die was in 1946 opgericht in de Gelderse Vallei, waar ook Koekoek een boerderij in de buurt van zijn schoonouders was gestart. Deze "vrije boeren", veelal met kleinere gemengde bedrijven op de zandgronden, ageerden tegen het ingrijpen van de overheid. De dominante rol van de overheid dreigde na de oorlog, ook via het Landbouwschap en de productschappen, te worden voorgezet – het ingrijpen in de jaren dertig met de crisiswetgeving en daarna onder oorlogsomstandigheden moest volgens de VLB verdwijnen. Het streven naar schaalvergroting met specialisatie en ruilverkavelingen was daarbij een doorn in het oog. De markten konden beter vrij worden gelaten, het eigendom was heilig en het gemengde bedrijf kon zich wel aanpassen als bepaalde markten door productie werden overspoeld, zo was het idee. Er werd ook gestreden tegen de verboden op vrije verkoop van rauwe melk vanaf de boerderij en het kamperen bij de boerderij. De partij was dus niet alleen voor voedselproductie maar ook voor de multifunctionele en korte ketens.
De vrije boeren weigerden de heffing van het Landbouwschap te betalen. Omdat de standsorganisatie hun eigen ledenbladen wilden beschermen, stonden ze niet toe dat het Landbouwschap direct communiceerde met de boeren die geen lid waren van een van de grote drie landbouworganisaties. De heffing viel dus bij de ongeorganiseerden rauw op het dak en leek hun onrechtmatig. Temeer omdat de leden van de landbouworganisaties hun contributie deels met de heffing mochten verrekenen. Het leidde tot dwangbevelen en soms arrestaties van niet-betalers. In 1963, nu zestig jaar geleden, ging het Landbouwschap over tot het ontruimen van drie boerderijen in Hollandscheveld, het dorp waar Hendrik Koekoek was geboren en opgegroeid. Het werd een veldslag met charges van de 'karabijnpolitie'. 's Nachts ging een van de boerderijen in vlammen op.
Prijst Boer Koekoek in spektakelvoorstelling
Theatermaker Toon de Ket prijst zijn spektakelvoorstelling over Boer Koekoek aan door hem te koppelen aan Pim Fortuijn, Geert Wilders en Caroline van der Plas als populistische politieke nieuwkomers. Waarbij Koekoek en van der Plas beide plattelandsvertegenwoordigers zijn. Daar valt nog wel over te discussiëren. Boer Koekoek was duidelijk christelijk rechts, een mengeling van SGP en PVV, zo wordt uit de studie van Terluin duidelijk. De BBB lijkt toch meer een middenpartij te willen zijn. De zetelwinst is bij de laatste verkiezingen ook veel groter dan bij de Boerenpartij en de onvrede is breder dan alleen bij boeren. Vergelijken van zetelaantallen is moeilijk, er zijn nu meer zwevende kiezers. In die tijd speelde het geloof in de politiek nog een veel grotere rol. Ook bij de BBB-stemmers speelt gelukkig geloof in de politiek, maar dan als mechanisme om de maatschappelijke discussies tot een goed einde te brengen. De theatervoorstellingen kunnen wellicht helpen meerdere kanten van de zaak te belichten. Gaat dat zien.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/column/10904654/boer-koekoek-en-de-boerburgerbeweging]Boer Koekoek en de BoerBurgerBeweging[/url]