Het is misschien niet de tijd van het jaar, maar we moesten het maar eens over spinnewebben hebben. De aanleiding is de varkensprijs, die afgelopen maanden aanmerkelijk hoger ligt dan een jaar geleden. De varkenscyclus beweegt zich in opgaande lijn.
De varkenscyclus is ruim 100 jaar oud, althans voor economen, want de 'Schweinezyklus' werd in 1911 door de Duitser Gerlich voor het eerst beschreven. Hij gebruikte deels data uit de 19de eeuw en je mag dus wel aannemen dat in werkelijkheid de cyclus al zo lang bestaat als er volwassen markten zijn. Gerlich constateerde niet alleen dat in de loop der tijd de prijs op en neer ging, en tegengesteld daaraan ook het verhandelde volume, maar ook dat er een zekere cyclus van vier jaar van top naar de top in leek te zitten. Hij constateerde ook nog dat er op jaarbasis dus maar een zwak verband is tussen opbrengsten en winstgevendheid, en dat daarbij ook de wisselende voerkosten nog een rol spelen.
Cyclus van de marge staat centraal
De prijsfluctuaties blijven tot vandaag de dag een verschijnsel waar econometristen zich op uitleven. Waarbij veelal de cyclus van de marge, de varkensprijs minus de voerprijs, centraal staat. Al snel bleek dat tal van agrarische markten worden gekenmerkt door dergelijke cycli. En zo kwam vanuit Amerika de meer algemene naam cobweb cyclus op, ofwel het spinneweb-theorema. De verklaring voor die naam is duidelijk als je de prijsbeweging tekent in de figuur met een vraag- en aanbodlijn, met name als in de loop der tijd de fluctuaties sterker of minder sterk worden.
De verklaring voor de cyclus ligt voor de hand: hoge prijzen lokken meer aanbod uit, terwijl de vraag afneemt omdat consumenten naar andere producten switchen. Het stijgende aanbod en matige vraag zorgen voor dalende prijzen. Waardoor het aanbod afneemt en de vraag herstelt. Gespecialiseerde boeren en anderen stellen nog wel eens vraagtekens bij deze verklaring: er is geen gespecialiseerde varkenshouder die minder biggen oplegt en een schuur voor een kwart leeg laat staan als de prijzen laag zijn. Dat zou ook onverstandig zijn.
Sterkere prijsfluctuaties bij gespecialiseerde producties
Toch past de productie zich wel degelijk aan. Om te beginnen zijn er boeren die stoppen of juist die op basis van beschikbare liquiditeiten uitbreiden. Die besluiten staan veel meer onder invloed van prijzen. Je kunt je goed voorstellen dat een oudere boer zonder opvolger die denkt te stoppen, toch nog een ronde doet als de prijzen goed zijn en juist de pijp aan Maarten geeft bij dalende prijzen. Ook op gemengde bedrijven wordt soms wat makkelijker geswitcht. En bij andere producties wordt soms toch wat gespeeld met minder krachtvoer voor melkvee of minder beregening of kunstmest in plantaardige productie en wordt het areaal wel wat makkelijker uitgebreid. Maar je mag dus wel verwachten dat de prijsfluctuaties sterker worden als de productie gespecialiseerder wordt en vooral uit vaste kosten bestaat, als ook wanneer de consument door bijvoorbeeld hogere inkomens minder prijsgevoelig wordt. Bij het eeuwfeest van het originele werk van Gerlich schreven zijn opvolgers aan de universiteit van Giessen, Parker en Shonkwiler, een overzichtsartikel en constateerden dan ook dat de cyclus nog springlevend is.
Slecht getimede actie kan kostbare fout zijn
Blijft de vraag of er voor slimme boeren geen geld te verdienen is door zich anti-cyclisch te gedragen: meer aardappelen poten na een jaar met lage prijzen of meer biggen opleggen als ze goedkoop zijn en de varkensvleesprijzen richting het dieptepunt gaan. Of omgekeerd: na een ronde met hoge prijzen een half jaartje met vakantie. Gerlich vond dat in 1911 al een theoretisch interessante optie. Maar, zo schreef hij, in de praktijk zijn zulke boeren toch uitzonderingen. Het reageren op de prijzen op korte termijn heeft blijkbaar meer aantrekkingskracht dan lange-termijn strategische planning. Inmiddels zijn de onderzoekers tot het inzicht gekomen dat dit geen domheid is of te veel korte-termijngerichtheid. In werkelijkheid zijn de cycli niet perfect en vertonen veel fluctuaties door onverwachte gebeurtenissen: oogstfluctuaties in veevoer, wisselkoersen, dierziekten, oorlog, extra vraag vanaf de barbecue of uit China etc. Dat betekent dat een slecht getimede actie van de ondernemer om te proberen de markt te verslaan, een kostbare fout kan zijn die een bedrijf jaren op achterstand zet. En inmiddels zijn er via termijnmarkten ook andere mogelijkheden om te proberen anticyclisch te handelen en voor het risicomanagement dat nodig is om met de spinnewebben om te gaan.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.