Het waren mooie weken om rond te toeren, zo tussen half juni en half juli. In de akkerbouw staan de gewassen vol op het veld, de aardappelen bloeien, het graan begint te verkleuren. Ik heb goede herinneringen aan een paar rondjes door de polders, en vooral vanaf de dijken kun je vaak diep in percelen kijken. Bij ons thuis leverde dat vroeger dan het nodige commentaar op: "Blijft achter, laat gezaaid", "vervuild perceel", "valt niet tegen voor die slempige grond". Ik laat maar even in het midden of het hier ging om potentiële bedrijfsopvolgers op de achterbank er wat van te laten leren of om commentaar te hebben. Wel riep het een vraag op: liggen de verschillen in de stand van het gewas (en straks de opbrengst) nu aan toeval, aan de grond of aan het vakmanschap van de betrokken boer?
Die vraag werd in 1972 beantwoord in het Wageningse proefschrift Boer en Bedrijfsresultaat van L.C. ('Vinus') Zachariasse. De Zeeuwse boerenzoon groeide op in de Noordoostpolder en overtuigde daar 29 boeren om aan zijn onderzoek mee te doen. De situatie leek op wat we nu in de wetenschap een 'natuurlijk experiment' noemen: boeren waren daar gelijk begonnen, hadden eenzelfde bedrijfsoppervlakte, zelfde gebouwen, op een gelijksoortige kavel en vergelijkbare bodem, en ook de weersomstandigheden waren min of meer gelijk. Kortom, het enige wat echt het verschil maakte, waren de boeren met hun kwaliteiten in vakmanschap. In die context werd er van alles gemeten, zowel aan de activiteiten (zaaidata, wel of niet aardappelen voorkiemen, wijze van grondbewerking etc.) als aan de resultaten.
Na bewerking van die data maakten de resultaten veel indruk, ook bij boeren zelf: de inkomensverschillen bleken groot. Op lezingen vatte de auteur het nog weleens samen als verschillen ter grootte van een ministerssalaris (daar werd toen nog tegenop gekeken). En dat tussen boeren die op hun vakmanschap waren geselecteerd voor een bedrijf in de nieuwe polder. Het waren vooral de operationele beslissingen in de voorjaarswerkzaamheden die het verschil maakten (je kunt daarna moeilijk meer corrigeren). De betere boeren bleken zich goed te kunnen verplaatsen in het groeigedrag van jonge plantjes in de (soms te) koude grond en het voorjaarsweer. De bereidheid om kritisch naar de eigen beslissingen en handelingen te kijken, bleken uiterst belangrijk om het bedrijf winstgevend te houden.
Zachariasse zette zijn loopbaan voort op het Landbouw-economisch Instituut en werd er later directeur. Dit type onderzoek is daar samen met proefstations en voorlichtingsdiensten ook in andere bedrijfstypen uitgevoerd en ook specifiek in gewassen (ik schreef hier al eens over consumptieaardappelen). Later is het onderzoek in de NOP nog eens aangevuld en bleek dat sommigen zich bewust waren geworden van hun positie in de lagere regionen en zich hadden verbeterd. Aan anderen was de boodschap niet besteed geweest. Voor wie nog een onderwerp voor een proefschrift zoekt: het zou interessant zijn om eens te kijken hoe Flevoland steeds meer op het oude land gaat lijken en hoe sommige kleinere bedrijven van 24 naar 240 hectare zijn gegroeid en andere nog steeds boeren op 48 hectare, al of niet met een andere bedrijfsopzet.
Vakmanschap en ondernemerschap doen er toe
Vakmanschap en ondernemerschap doen er dus toe en zijn essentieel om de huidige uitdagingen aan te gaan. Volgens mij mag je het echter niet zomaar omdraaien: lang niet alle inkomensproblemen kun je afdoen als: eigen schuld, dikke bult. Domme pech of algemene marktontwikkelingen spelen ook een rol. Als een bedrijf stopt of te klein wordt voor opvolging is dat niet een automatisch oordeel over de vaardigheden van de ondernemer. Sterker: goed ondernemerschap kan ook betekenen dat men de zeilen naar de wind zet en een ander pad kiest. En het betekent ook niet dat je politieke keuzes in gebiedsontwikkeling alleen maar met een appèl op ondernemerschap en innovatie kunt oplossen. Ondernemers kunnen niet zonder goede compensatie bij plotselinge krimp en het ontwikkelen van markten voor andere activiteiten. Als dat perspectief niet geboden wordt, trekken omgekeerde vlaggen de aandacht weg van het zicht op de gewassen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.