Het is lente, al gaat weerspreuk 'april doet wat hij wil' dit jaar zeker op. De voorjaarswerkzaamheden lokken akkerbouwers naar buiten. Bij uitstek de tijd om aardappelen te poten, maar ook om fouten te maken.
Dat laatste ontleen ik aan een studie die in 1983 werd gepubliceerd en die onderzocht waar de verschillen in resultaat tussen verschillende percelen consumptieaardappelen in de Hoekse Waard vandaan kwamen.
Meer dan tien jaar eerder had Vinus Zachariasse in zijn baanbrekend promotieonderzoek (waarover een andere keer meer) al aangetoond dat de kwaliteit van het operationele, van dag-tot-dag management een belangrijke verklaring was waarop de ene akkerbouwer een veel hoger inkomen haalde dan de andere. Technische vaardigheden, die samenhangen met kennis over de groeiprocessen bij planten, doen ertoe.
Big data aanpak in jaren '80
Een van de vele vervolgonderzoeken was die studie van de voorlichtingsdienst en de toenmalige instituten PAGV en LEI. Die deden een onderzoek naar één gewas, consumptieaardappelen van het ras Bintje. Op 50 bedrijven werd 2 jaar lang (1979 en 1980) zo ongeveer alles wat er te meten was gemeten en gedigitaliseerd, van voorvruchten tot grondsoort, wijze van voorkiemen, plant- en bewerkingsdata, verdichting van de bodem tot besmettingen, bemestingen, groei van de planten en natuurlijk de opbrengst. Tegenwoordig noem je dat een big data aanpak.
De data werd vervolgens met een zogeheten factoranalyse bewerkt. Dat is een techniek die de data analyseert op samenhang tussen al die variabelen en achterliggende factoren probeert te isoleren. Belangrijkste conclusie van het team Bus, Bosma en De Hoop was dat er grote verschillen waren tussen percelen in kg-opbrengsten en in geldopbrengsten.
Voorkiemen in poterbakjes
Doorslaggevende factor waren de voorjaarswerkzaamheden. Het voorkiemen in poterbakjes met licht bleek belangrijk. Verdichtingen in de bouwvoor, een minder goede structuur in het voorjaar - veelal in combinatie met kleinere ruggen - en een laag gehalte aan organische stof bleken de opbrengst van veel percelen nadelig te beïnvloeden. Het waren natte jaren en een goede ontwatering (voldoende diepe grondwaterstanden) bleek dan ook noodzakelijk om hoge opbrengsten te behalen. Gezien de nattigheid, was een hogere stikstofgift ook wenselijk geweest.
Al met al waren goed uitgevoerde voorjaarswerkzaamheden dus ook in dit onderzoek van groot belang. Fouten in de grondbewerking bij het poten bleven gedurende het groeiseizoen de boer achtervolgen. Problemen die dan ontstaan, zijn maar moeilijk te corrigeren met een keer extra frezen of wat extra kunstmest.
Uit de mode geraakt
Of deze aspecten er ook nu nog toe doen? Ik vrees dat sinds de jaren '80 dit type onderzoek uit de mode is geraakt. Met alle aandacht voor 'data science' en bodembeheer moeten er mogelijkheden zijn om dit type onderzoek weer eens te herhalen. Hoewel ik vrees dat alle digitalisering ten spijt het ook nu net zoveel moeite zou kosten als toen om de data in één dataset bij elkaar te brengen. Maar er is veel geld voor big-data projecten, dus wellicht liggen hier kansen. Vooralsnog hoop ik dat akkerbouwers het voorjaar foutloos door komen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/column/10891707/fouten-in-voorjaar-blijven-de-boer-achtervolgen]Fouten in voorjaar blijven de boer achtervolgen[/url]