De Tweede Kamerverkiezingen komen eraan. Plaats en toekomst van de landbouw lijken mij een heel belangrijk thema te worden bij de kabinetsformatie.
De aanstaande verkiezingen en de daaropvolgende kabinetsformatie zijn drukke tijden voor lobbyisten, die hun wensen straks op het bureau van de formateur willen hebben. Dan moet je nu medestanders zoeken en het eens worden over wat er moet gebeuren en dat onder de aandacht brengen van politici en hoge ambtenaren, al of niet met glimmende brochures.
Plaats en toekomst van de landbouw lijken mij een heel belangrijk thema te worden bij deze formatie, dus het is te hopen dat de lobbyisten plattelands-breed met een goede insteek komen.
Realistischere kijk
Dat 'plaats en toekomst' doet denken aan een studie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) uit 1980. Geen lobbyclub, maar wel een denktank die het nodig vond aandacht te vragen voor de positie van de industrie. Na de afbouw van textiel en scheepsbouw met ook nog een overheidssteun-affaire, was het beeld dat industrie iets voor Azië was, en wij een diensteneconomie zouden worden. De WRR zorgde voor een tegengeluid en uiteindelijk ook wel voor een realistischere kijk op de rol van bijvoorbeeld de chemie en de metaalindustrie.
Het pleidooi voor een goede industriepolitiek stond onder leiding van Arie van der Zwan. Briljante zoon van een Scheveningse visboer die in de jaren 60 nog een blauwe maandag op het LEI werkte maar al snel hoogleraar marktkunde werd aan de Erasmus Universiteit. Hij schreef er niet alleen een dikke studiepil, maar was tegelijkertijd ook de partij-ideoloog op links van de PvdA en werd later topman bij het moederconcern van V&D.
Van der Zwan bouwde voort op de industriepolitiek van de jaren vijftig. In 'Plaats en Toekomst van de Nederlandse Industrie' stelde de WRR onder andere dat het industriële klimaat moest worden verbeterd en innovatie en management versterkt, vooral voor de kleine en middelgrote onderneming. De WRR pleitte ook voor helder milieubeleid, zodat de overheid een betrouwbare partner zou worden: "Vergroting van de zekerheid van het beleid, zowel naar de burgers met betrekking tot hun bescherming, als naar de bedrijven met betrekking tot hun rechtszekerheid."
Hogere toegevoegde waarde
Je kunt erover twisten of het veelbesproken advies grote effecten heeft gehad. Het klimaat bleef neo-liberaal. Aan de komst van de informatietechnologie besteedde het advies geen aandacht, terwijl een paar jaar later de personal computer zijn intrede deed. Het pleidooi voor een revitalisering van de meubelindustrie liet onverlet dat Oisterwijk het aflegde tegen IKEA. Maar misschien dat de kijk op de industrie er toch wel door verbeterde en de chemie en metaal realistischer werden bejegend en zich meer gingen toeleggen op producten van hogere toegevoegde waarde.
Sinds die tijd zijn er ook in de landbouw nog de nodige rapporten verschenen over plaats en toekomst van de sector. Oud-landbouwminister Fons van der Stee, bekend van zijn beleid voor de paardensector en liefhebber van de betere whisky, kwam in 1989 met zijn rapport 'Om schone zakelijkheid'. We moesten van weg van de bulkproductie tegen garantieprijs. Vijf jaar later gevolgd door het Ter Zake-debat. Criticasters vonden dat het niet alleen duur was maar ook meer over de landbouwproductie dan de boeren ging.
In 1995 kwamen de consultants van A.T. Kearney in opdracht van LNV met het advies 'De markt gemist'. Een goede titel is de beste samenvatting. En minister Jozias van Aartsen pleitte voor 'Dynamiek en vernieuwing' in zijn gelijknamige nota (door boeren ook wel aangeduid als 'Dynamiet en vernieling').
De lijst van adviezen, rapporten en beleidsnota's die daar nog op zouden volgen lijkt eindeloos, en in ieder geval te lang voor deze column. Thema's lijken onveranderd: de markt moet zijn werk doen, milieubeleid moet helder, innovatie is belangrijk. Wat dat laatste betreft is in de economie het idee van industriepolitiek weer terug. Internationaal pleit Mariana Mazzucato voor missie-gedreven beleid, het idee van de 'moonshots' die de mens op de maan brachten.
Doorpakken lastig
Maar als je de historie zo overziet dan zou je vooral wensen dat het volgende kabinet niet alleen de plaats en toekomst van de landbouw, maar ook de uitvoeringskracht van het beleid hoog op de agenda zet. Aan adviezen en beleidskaders geen gebrek, maar even doorpakken vinden we lastig. Misschien helpt een herstart van de economie na de coronacrisis, dan is dat toch nog ergens goed voor.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/column/10890850/plaats-en-toekomst-van-de-landbouw]Plaats en toekomst van de landbouw[/url]