Al eeuwen letten agrarische ondernemers sterk op hun kosten, want aan de marktprijzen kan een boer immers niet veel doen. Gek eigenlijk dat kostprijzen van voedsel nog niet zo lang bestaan.
Pas in 1948 promoveerde drs. Jan Horring op het proefschrift 'Methode van de kostprijsberekening in de landbouw ', waarin hij uitlegde hoe je een kostprijs kunt uitrekenen. Hij loste daarmee een paar problemen op. De eerste is hoe je de arbeid van boeren en gezinsleden en hun eigen vermogen in de kosten moest verwerken. Horring stelde voor gezin en bedrijf te scheiden en te veronderstellen dat het bedrijf die onbetaalde productiefactoren moet inkopen (tegen bijvoorbeeld cao-lonen of bankrente).
Het tweede probleem was dat kostprijzen op kleine bedrijven veel hoger zijn dan op grotere die efficiënter werken. Daarvan kan je het gemiddelde nemen, als je de kostprijs van de Nederlandse melk wilt weten. Maar Horring, die sinds 1940 de eerste directeur van het Landbouweconomisch Instituut (LEI) was, kon daar niet mee uit de voeten. Zijn kostprijzen moesten worden gebruikt in het Nederlandse landbouwbeleid van Sicco Mansholt om boeren een redelijk inkomen te garanderen. De liberaal Horring zag aankomen dat dat gemiddelde tot productieverhoging en melkplassen ging leiden.
Uit de markt prijzen
De promovendus, die bij de latere Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen in Rotterdam had gestudeerd, ging daarvoor te rade bij de concurrenten in Amsterdam. Er waren in die tijd in de bedrijfseconomie verschillende opvattingen tussen de twee steden. In Amsterdam hadden ze zich in de jaren '30 gebogen over de vraag hoe je de kostprijs berekend bij hoge inflatie en bij werkloosheid.
Vanwege de inflatie moest je niet de in het verleden betaalde kosten, maar de huidige vervangingswaarde nemen, anders kwam je te laag uit. Maar je kon ook te hoog uitkomen als je alle kosten deelt door de werkelijke productie (die niet de hele capaciteit van de fabriek gebruikte). Als deze kostprijs dan werd gebruikt voor het bepalen van de verkoopprijs, prijsde je jezelf uit de markt, nam de vraag verder af, en steeg je kostprijs nog verder.
Beleid baseren op efficiënte bedrijven
Dus je moest rekenen, zo redeneerden zij, met de normale productie en voor de rest je verlies van onderbezetting maar nemen. In analogie beredeneerde Horring dat je de kostprijs voor landbouwbeleid moest baseren op de gegevens van efficiënt geleide bedrijven, die door regionale experts konden worden aangewezen. Door het gemiddelde van een aantal jaren als de normale productie te zien, loste Horring het probleempje op dat de oogsten van jaar tot jaar sterk schommelden.
De methoden uit het proefschrift waren jarenlang de basis voor het landbouwbeleid. Het kon niet voorkomen dat er toch al in de jaren '50 een melkoverschot ontstond. Bedrijfseconomen legden later uit dat kostprijzen ook voor het management maar een beperkte betekenis hebben. De markt bepaalt de prijs, het is dus vooral gereedschap voor bedrijfsvergelijking. En niet altijd voor besluitvorming: wie een contract krijgt aangeboden voor tarwe met 105% van de kostprijs en voor suikerbieten met 95% van de kostprijs kan toch maar beter suikerbieten telen. De marge per hectare is minstens zo belangrijk.
Niet te veel heffingen betalen
Maar intussen is het kostprijsdenken helemaal terug. Nu in de vorm van 'true cost accounting'. We maken in de landbouw niet alleen gebruik van onbetaalde gezinsarbeid, maar ook van onbetaalde effecten op milieu en natuur. We betalen niet, zoals de industrie, voor de CO2 uitstoot of voor de emissie van fijnstof. Een nieuwe generatie economen probeert die kosten uit te drukken in euro's en op te nemen in de 'werkelijke' kostprijs.
Ik zie uit naar een goed proefschrift. Waarbij ik als consument en boer hoop dat ze die werkelijke kostprijs baseren op efficiënt geleide bedrijven, anders betalen we teveel heffingen. En de true cost wordt niet automatisch de true price die de consument betaalt. Daar is voedselbeleid voor nodig.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/column/10889560/kostprijsdenken-weer-helemaal-terug]Kostprijsdenken weer helemaal terug[/url]