Voedselbeleid is een populair thema in de verkiezingsprogramma’s. Krijn J. Poppe gaat in op de rol die voedsel speelt tijdens de verkiezingen en wat heeft een ministerie van landbouw er mee te maken.
Een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) begint zijn uitwerking te krijgen. Sommigen pleiten zelfs voor een ministerie voor Voedsel, maar het zou me verbazen als dat er komt. Want voor de een is dat een codewoord voor het oude Ministerie van Landbouw, terwijl anderen in dat kader eerder aan milieu, natuur en vleesminderen denken. Daar bestaat dus minder overeenstemming over dan het lijkt.
Of er zo’n ministerie moet komen weet ik niet, dat laat ik maar even aan bestuurskundigen en de formatie over. Maar het verbreden van landbouwbeleid tot voedselbeleid, dat naast boeren ook de rest van de keten en de consument bestrijkt, lijkt me een verstandig idee. En om drie redenen ook in het belang van boeren en tuinders.
Allereerst lijkt het me aantrekkelijk om burgers meer bij het landbouwbeleid te betrekken, en niet alleen als belastingbetaler. In de Verenigde Staten doet men dat via een voedselprogramma dat voedselbonnen uitgeeft aan de allerarmsten – daar gaat zelfs het grootste deel van het geld naar toe. Dat lijkt me voor Europa geen goede aanpak, sociaal beleid is iets van de lidstaten. Maar een aantal zaken rond voedselveiligheid, etikettering en duurzamer en gezonder eten op hetzelfde moment in Europa regelen als de subsidies voor boeren en plattelandsontwikkeling lijkt me toch te kunnen bijdragen aan die betrokkenheid en meer begrip voor de bedragen die naar landbouw gaan.
Een tweede reden is dat de consument ook wel zijn bijdrage mag leveren aan een duurzamer menu. Zeker omdat duurzaam en gezond eten vaak samengaat en de keuze van de consument wel wat gezonder kan – overgewicht en welvaartsziektes zijn een grote kostenpost. Zo zal het klimaatakkoord waarmee we de klimaatsverandering en de stijging van de zeespiegel binnen de perken willen houden, vertaald moeten worden in ander gedrag. Voor een gedeelte betekent dat aanpassing door boeren van de productie met nieuwe technieken, maar ook de consument kan en moet een bijdrage leveren.
Daarmee zijn we bij mijn derde punt. Duurzamere producten hebben ook een markt nodig. Tegelijk met het verduurzamen van de productie, moet ook de markt voor die producten bij de consument ontwikkeld worden. Zo ging het in de jaren negentig ook met biologisch: je kunt wel de productie stimuleren maar dat heeft weinig zin als de supermarkten het product niet in het assortiment opnemen en de consument het niet koopt.
Een van mijn favoriete voorbeelden is de Amerikaanse koffiemarkt: ooit was de koffie daar van zeer matige kwaliteit, meer slootwater dan een Italiaanse espresso. Tot een aantal ondernemers, o.a. de oprichters van Starbucks, tot het inzicht kwam dat je de consument een stuk of vier Italiaanse woorden uit moest laten spreken en hij of zij dan twee keer zoveel wil betalen voor de koffie, die dan natuurlijk ook wel van betere kwaliteit moet zijn. Daar kunnen we voor ons hele voedselpakket wat van leren: we moeten gaan concurreren op kwaliteit in plaats van alleen op prijs. Als voedselbeleid daar aan kan helpen, kunnen we dat ook voor de landbouw wel gebruiken.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/ondernemen/columns/column/10873571/Kiezen-voor-voedselbeleid-kan-ook-landbouw-helpen-]Kiezen voor voedselbeleid kan ook landbouw helpen[/url]