Als het gaat om de handel in pootaardappelen en innovatieve veredeling, dan hebben we met aardappelhandelshuis HZPC uit Joure een marktleider in huis. Het is een bedrijf om trots op te zijn.
In het Financieele Dagblad heb ik gelezen dat ze door de veredeling met een nieuwe DNA-techniek naar Canada uitwijken, omdat die innovatieve techniek in Nederland (nog) niet is toegestaan. Robert Graveland, de directeur Innovatie bij het bedrijf, voorspelt dat de betreffende techniek (gene editing) in een paar jaar ook hier wordt toegelaten. HZPC wil daar echter niet op wachten, want de ontwikkelingen gaan hard. Daarom wijkt het bedrijf uit naar Canada. Doodzonde.
Geen zichtbaar verschil
Het verschil tussen aardappelen die met 'gene editing' zijn verbeterd en 'gewone' aardappelen is niet waar te nemen. Niet door leken, maar ook niet door gespecialiseerde onderzoekers. Ik citeer de National Academie of Sciences, Engineering and Medicine: "Er is geen bewijs is dat huidige genetisch gemodificeerde gewassen meer risico vormen voor gezondheid dan conventionele gewassen." Of René Custers, de moleculair bioloog van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie: "Vandaag de dag zijn genetisch gemodificeerde gewassen de meest gecontroleerde gewassen wat betreft veiligheid." Toch houdt de Europese Unie de deur (nagenoeg) op slot. Dat leidt tot een bizarre situatie.
Zonder het te beseffen, komen we dagelijks in contact met de genetisch gewijzigde gewassen. Dit omdat ruim 70% van het katoen is afkomstig van een genetisch gemodificeerde plant. Elders ter wereld is wel volop ruimte voor die nieuwe technieken. Europa houdt de grenzen echter dicht, onder het mom van de gezondheid. Natuurlijk is dat belangrijk. Sterker nog: het allerbelangrijkste, maar als al veel onderzoeken hebben aangetoond dat er geen verschillen aantoonbaar zijn, en elders de deuren worden open gezet, dan is het ridicuul dat Europa vasthoudt aan oude denkbeelden.
Regels
De werkwijze in Europa is als volgt: regels dwingen producenten bij gen-modificatie grondige onderzoeken te laten verrichten om de veiligheid te garanderen. Dat kan ik volgen. Pas daarna kunnen deze producenten een marktvergunning aanvragen. Helemaal prima. De dossiereisen zijn streng (en dus erg duur), waardoor alleen de grootste bedrijven het zich kunnen veroorloven nieuwe gen-technieken te ontwikkelen. De EFSA (de Europese Voedselveiligheidsautoriteit) kan op basis van dit ingediende dossier dan beslissen of een gewas veilig is voor de volksgezondheid, al leidt dat nog niet automatisch tot een vergunning.
Dit omdat de Europese landen daarna nog moeten beslissen of dit gewas op de Europese markt mag worden verkocht, en daarbij wordt zelden een consensus bereikt. Daarom worden deze dossiers doorgeschoven naar de Europese Commissie, die dan zelf beslist of het product toegelaten kan worden of niet. Tot op heden kreeg circa een 60-tal gen-gemodificeerde producten op deze manier een vergunning.
Met deze onzekerheid voor de boeg ben je als bedrijf zo goed als gek om te investeren in nieuwe gen-technieken. Dan is emigreren slimmer. Echter, dit is wel een regelrechte aderlating voor ons als meest innovatieve landbouwland.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/column/10884689/deur-staat-open-voor-gen-technologie]Deur staat open voor gen-technologie[/url]