De fritesmarkt groeit sterk en dat geldt tevens voor de meeste aardappelverwerkers in Nederland. Het is dan ook opvallend dat de enige Nederlandse fritesbakker die in boerenhanden is amper groeit. Waarom groeit Aviko amper, en wat kunnen we hieraan doen?
De fritesmarkt groeit jaarlijks met circa 3% tot 4%. Dat is een extra afzet van om en nabij de 700.000 ton frites per jaar. De fritesfabrieken, veelal familiebedrijven, breiden dan ook flink uit.
Aviko groeit amper
De enige fritesbakker die amper uitbreidt, is de Nederlandse fabriek die als enige in boerenhanden is. Daar waar de concurrenten winst inzetten om lijnen bij te bouwen, kiest Cosun (het moederbedrijf van Aviko) ervoor om de winst toe te delen aan de bietentelers. Dat zijn natuurlijk veelal aardappeltelers, maar het zijn ook vaak telers die niet aan Aviko leveren.
Het beleid om niet mee te groeien in de wereldwijde fritesmarkt zal Aviko of Cosun uiteindelijk opbreken. Aviko wordt dan simpelweg een te kleine speler. Ook het idee om aandelen te geven aan de leveranciers van Aviko stuit op flinke weerstand. Het zou immers de bietenprijs verlagen, terwijl de meeste bietentelers geen leveranciers van Aviko zijn. Zij hebben hier logischerwijs geen belang bij; zeker nu de suikerprijs laag is, is de winst van Aviko nodig om toch een redelijke bietenprijs te krijgen.
Een dilemma?
Is dit een dilemma? Ik denk van niet. Iedereen moet gewoon zijn steentje bijdragen, met voordeel voor iedereen. Wat moet daarvoor gebeuren? In ieder geval moet de beslissing genomen worden om in capaciteit uit te breiden. Een lijn van 200.000 ton frites kost ongeveer €200 miljoen. Je kunt ook kleiner of groter bouwen, maar je moet altijd kijken vanuit een economisch optimum.
Stel, we stoppen hier €60 miljoen aan eigen vermogen in. Van de inbreng laten we €30 miljoen door Cosun en €30 miljoen door de telers van Aviko inbrengen. Ik ben ervan overtuigd dat deze investering rendement geeft. Cosun heeft genoeg vermogen om dit op te brengen. De telers brengen vervolgens hun inbreng in door €0,01 per kilo (van de aardappelen die ze de komende 3 jaar leveren) om te zetten in aandelen. Met 1 miljoen ton heb je dan in 3 jaar tijd €30 miljoen bij elkaar. "En fritesbakkers, bakken maar", zou Andre van Duin dan zeggen.
Alleen maar voordelen
Het voordeel van deze oplossing is dat de huidige bietentelers het huidige rendement blijven bijschrijven en de bietentelers delen ook in de nieuwe fabriek. Kortom: het totale bedrag kan groeien. Bovendien krijgen de telers van Aviko rendement op de aandelen, net zoals de leden van Cosun. Ook creëert het een verbintenis tussen de telers en Aviko. Vanuit coöperatieve gedachte is dit een menselijke lijn.
Wie kan hier nou op tegen zijn? Het vraagt overigens natuurlijk wel om besluitvaardigheid en ondernemerschap van allen betrokkenen. Het betekent ook dat de telers van Aviko moeten investeren. Echter, bovenal vraagt het van de bietentelers en Aviko-telers dat zij samen moeten optrekken.
Gezamenlijk belang
Overigens is dit model ook toepasbaar op andere fabrikanten, want ook daar zou je als telers kunnen participeren/investeren in het bedrag. Het is zeker een overweging waard. Immers, er is geen sterker belang dan een gezamenlijk belang.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/column/10881304/de-fritesmarkt-is-booming-maar-aviko-doet-niet-mee]De fritesmarkt is booming, maar Aviko doet niet mee[/url]
beste west brabander, dat heet een coöperatie. Die heeft A...O behouden voor nederland. En als je investeert in iets, wil je rendement, of wil jij alleen je hand ophouden