"De boer van de toekomst verdient zijn geld door voedsel te produceren dat helpt om chronische aandoeningen tegen te gaan. Daarbij levert hij hoogwaardige mest aan plantaardige sectoren en levert hij verschillende maatschappelijk diensten tegen betaling. Kunstmest is daarbij passé en in de slipstream het stikstofprobleem", zo betoogt onderzoeker Anton Nigten.
"De gezondheidskosten in Nederland gaan dit jaar door het plafond van €100 miljard heen. Dat zegt de meesten weinig, maar het is omgerekend €22.000 per gezin van man/vrouw en 2 kinderen. Als boeren zorgen voor gewassen en zuivel met een aantoonbaar voordeel in het tegengaan van chronische en acute aandoeningen, dan kan zeker €10 miljard van deze kosten worden bespaard. Een gedeelte van dit geld kan dan naar de boer als fatsoenlijke opbrengstprijs voor de geleverde producten", legt Nigten uit.
Nigten is werkzaam als zelfstandig onderzoeker en sprak onlangs op de 'BoerenBeleef Dag' bij Mulder Agro in Kollumerzwaag. Daarbij schuwt hij er niet voor om tegen heilige huisjes te schoppen. Volgens hem moet de landbouwsector (gangbaar én biologisch) namelijk anders en beter gaan bemesten en moet Wageningen UR de kennis opfrissen en oude dogma’s loslaten.
Ammoniak komt al uit urine
De sleutel om tot een beter verdienmodel (en daarbij de aanpak van de stikstofuitstoot) te komen, ligt volgens de onderzoeker in een betere en andere manier van bemesten. Vaak wordt dan gepleit voor het scheiden van mest en urine. "De gedachte is dat bij het mengen van poep en urine ammoniak vormt. Dit is echter een denkfout. De ammoniakvorming komt uit de urine zelf. Het bewijs kan iedereen ruiken die in een druk café de herenurinoirs bezoekt."
Volgens Nigten moet je er daarom aan werken dat ureum uit urine niet omgezet kan worden in ammoniak, zodat geen ammoniak vrijkomt in het milieu. "Dat is nog geen eenvoudige opgave. Beter is om ervoor te zorgen dat stikstof in de mest al vanaf het begin laag is, én organisch gebonden blijft. Dan kan de stikstof niet zo makkelijk ontsnappen; heeft de plant er profijt van, en de rest van het milieu er geen last ervan. We spreken dan van gerijpte (drijf)mest. En dat begint bij de voerkwaliteit."
"Het voer moet in balans zijn. Je moet dus niet teveel eiwitten voeren. En het moet voldoende macro-elementen bevatten en sporenelementen. Als het gras teveel nitraat en ammonium bevat en hoog is in kalium, sta je al op een stevige achterstand. Het begrip ruw eiwit moet van tafel. Gras moet alleen echt eiwit bevatten. En dat kan alleen als alle stikstof in echt eiwit wordt omgezet. Daarvoor zijn magnesium en sporenelementen onmisbaar. Hoge kaliumgehaltes in de bodem en het gewas verhinderen dat."
N-P-K-bemesting heilig dogma
Nigten sterkt zijn overtuigingen door onderzoek naar de historie van bemesten. "Al rond 1810 was de gedachte dat planten groeien op humus. Maar onder invloed van chemici werd deze gedachte verlaten. Rond 1860 ontdekte men ook dat grond toevoegen aan urine en mest helpt om stikstof te binden en beschikbaar te houden voor planten", zo licht de onderzoeker toe.
"De laatste 200 jaar heerste de theorie van scheikundigen die stellen dat planten louter groeien op zouten die zijn opgelost in bodemvocht. Met de opkomst van de kunstmestindustrie is dat algemene ideologie geworden en werd de leer van N-P-K bemesting een soort van heilig verklaard. Ook in Wageningen is dat tot op de dag van vandaag de leidende gedachte."
Volgens de onderzoeker is het een misvatting dat zouten moeten worden toegevoegd aan de bodem om planten en gewassen te laten groeien. "Op aminozuren, gesteentemelen of organisch gebonden metalen kunnen de planten en gewassen minstens zo goed groeien. Onderzoek laat dat zien, maar ook recent praktijkonderzoek bij veehouder Wigle Vriezinga toonde dat nog deze zomer aan. Met de toevoeging van 2 kilo bladbemesting met aminozuren per hectare werd de helft aan drijfmestgift bespaard en dat resulteerde ook nog in een hogere melkopbrengst per koe."
Aminozuren zijn verbindingen die opgelost kunnen worden in water en daardoor met een veldspuit kunnen worden verspreid om gewassen te bemesten. "Om de kosten hoef je het niet te laten", zo stelt hij. "Dat geldt net zo goed voor zeezout. Dat bevat sporenelementen die we op aarde kennen. Het gemis aan de nodige sporenelementen in ons voedsel (als magnesium, zink en selenium) maakt dat wij bepaalde kankersoorten en andere aandoeningen wel kennen die in andere regio’s in de wereld met hogere hoeveelheden van deze spoorelementen in de gewassen, aantoonbaar minder voorkomen."
Kunstmest overbodig?
Volgens Nigten is het tegenwoordig goed mogelijk om het voor de bodem ongewenste natriumchloride deel uit het zeezout te filteren en het zo op akkers en grasland aan te brengen. "Ik durf te beweren dat als we dit op grote schaal inzetten, we op relatief korte termijn enorme stappen zetten in betere kwaliteit gewassen en dus voedsel. Dat is meetbaar te maken en dat kun je dan tot waarde brengen."
Daarbij is het gebruik van traditionele kunstmest overbodig, bepleit hij. "Door kunstmest en rottende drijfmest wordt namelijk ammonium en nitraat aan de bodem toegevoegd. Dit verhindert stikstofopname uit de lucht. Niet alleen door vlinderbloemigen, die door ammonium en nitraat ook nog eens moeilijk overleven, maar óók door gras. Recent onderzoek bevestigt dat ook gras stikstof uit de lucht kan binden", licht Nigten toe. "Wie de kwaliteit van eigen beschikbare organische mest verbetert, heeft die kunstmest ook beslist niet nodig én werkt mee aan het reduceren van het momenteel zo actuele stikstofdepositie probleem."
Praktische toepassing
Nigten stelt overtuigd te zijn dat een andere manier van bemesting veehouders echt geld oplevert. Sowieso door besparingen op kunstmest en krachtvoer. "Voorbeelden van veehouders die dat bewijzen kun je in Nederland al vinden." Aan de opbrengstenkant ligt het wat gecompliceerder. Want kent hij ook veehouders die aantoonbaar betere kwaliteit voedsel produceren en dit middels een gezondheidsclaim voor een hogere opbrengstprijs verwaarden? "Nee. In de Verenigde Staten kennen we die voorbeelden wel, maar zover zijn we hier nog niet."
Een aantal veehouders tracht te werken volgens de principes die Nigten voorstaat en haalt daarbij vaak de meeropbrengst door om te schakelen naar biologisch of biologisch dynamische veehouderij. "In die afzetmarkt is inderdaad niet voor iedereen ruimte. Dat moet voor de meerprijs die bio- en bd-boeren nu ontvangen ook mooi zo blijven. Ik vind dan ook dat de overheid een leidende rol moet nemen in het belonen van boeren die extra diensten leveren en aantoonbaar voedsel produceren dat van een hogere kwaliteit is. Het is immers diezelfde overheid die kampt met uit de pan rijzende zorgkosten. Maak de boer de dokter en de apotheker van de toekomst."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/melk/artikel/10884315/wur-professor-boer-wordt-dokter-van-de-toekomst]WUR-professor: 'Boer wordt dokter van de toekomst'[/url]