De pachtkamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden blijft erbij dat de verpachter aanspraak heeft op fosfaatrechten. Dit werd dinsdag 24 september duidelijk in een uitspraak dat als een proefproces gezien wordt. De Bond van Landpachters en Eigen Grondgebruikers (BLHB) is teleurgesteld in de uitspraak en stuurt daarom aan op cassatie.
Nadat het tussenvonnis op 26 maart (waarbij sprake is van hoevepacht) plaatsvond, kwam de pachtkamer 24 september met het eindoordeel. Bij het tussenvonnis werd duidelijk dat ook verpachters aanspraak kunnen maken op de fosfaatrechten van pachtende melkveehouders, al moet er dan wel sprake zijn van langdurige pacht (minimaal 12 jaar). Ook is toen de ondergrens op 15 hectare gesteld.
Pachter moet verpachter terugbetalen
De rechter heeft nu geoordeeld dat de pachter, onder bovengenoemde voorwaarden, verplicht is om zijn fosfaatrechten deels aan de verpachter over te dragen. Hoewel de pachter als tegenargument aanvoert dat hij de betreffende hoeve tegen een hogere prijs dan de marktwaarde verkocht heeft, waarmee de verpachter de overeenkomst in zijn ogen beëindigd heeft, blijft het hof bij haar standpunt.
De pachter wordt daarom verplicht de helft van de fosfaatrechten over te dragen aan de verpachter. De pachter heeft deze fosfaatrechten echter in een eerder stadium al verkocht, waardoor de rechter heeft besloten dat de helft van de verkoopwaarde (€180 per recht) moet worden terugbetaald.
Meer zaken op de plank
De BLHB zag deze procedure als een proefproces voor meer vergelijkbare zaken en is zodoende nauw bij het proces betrokken. Hans Meijer, de waarnemend voorzitter bij BLHB, noemt de uitspraak teleurstellend voor pachters. "Wat ons met name steekt, is de magere onderbouwing van het gerechtshof", laat Meijer weten.
Volgens de waarnemend voorzitter heeft de rechter geen steekhoudende argumenten gegeven en dat maakt de uitspraak volgens hem op diverse onderdelen onnavolgbaar en discutabel. Aangezien er nog vergelijkbare situaties tussen pachters en verpachters spelen, heeft de uitspraak naar verluidt verstrekkende gevolgen. Een schatting hoeveel zaken dit mogelijk betreft, kan Meijer niet geven.
In cassatie
De BLHB vindt het noodzakelijk in cassatie te gaan. Die stap moet echter goedgekeurd worden door de betreffende pachter. De zienswijze van het gerechtshof klopt volgens de BLHB niet. "Zij zien fosfaatrechten als een productierecht, terwijl dit feitelijk als een milieurecht is", zo meldt Meijer. Daarom is BLHB ervan overtuigd dat de uitspraak in dit proefproces op termijn waarschijnlijk geen standhoudt.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.