Brian Salomé, een ondernemende aardappelteler uit IJzendijke en deelnemer van de Gewastour, geeft aan dat de akkerbouw voor een 'heel aantal uitdagingen' staat. Met name rondom het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Als deelnemer aan het NPPL-programma streeft hij naar efficiëntie en vooruitgang. Hij omarmt nieuwe technologieën, maar benadrukt tegelijkertijd dat zelf nadenken met 'boerenverstand' cruciaal is voor groei en succes.
Gedurende groeiseizoen 2024 volgt de Boerenbusiness Gewastour weer tien percelen met Innovator fritesaardappelen. Van het poten tot de oogst nemen de deelnemende akkerbouwers ons mee in de teelt en beslissingen die zij nemen gedurende het seizoen. In deze serie interviews maken we iedere keer kennis met één teler, zijn bedrijf, visie en strategie. In dit interview is dat aardappelteler Brian Salomé, inmiddels een bekende deelnemer aan de Gewastour.
Brian Salomé heeft een akkerbouwbedrijf van ongeveer 80 hectare met een traditioneel bouwplan in de Zeeuwse plaats IJzendijke. Het bouwplan bestaat uit fritesaardappelen, (plant)uien, suikerbieten, tarwe en graszaad. Het perceel dat Boerenbusiness volgt omvat 9 hectare Innovator fritesaardappelen, samen met 1 hectare ATR-pootgoed op hetzelfde perceel.
"Ons bouwplan volgt een rotatie van 1-op-4 of 1-op-5. Vorig jaar stonden tarwe en suikerbieten op het perceel van de Innovator fritesaardappelen. Dat kwam toevallig zo uit. Gelukkig konden we deze gewassen op tijd rooien, vóór de regen, begin oktober. Daarna hebben we het perceel bemest met stalmest en ingezaaid met groenbemester. Maar helaas zorgde de regen die daarop volgde voor een matige opkomst en groei van de groenbemester."
"Het pootgoed hebben we vorig jaar zelf geteeld, waardoor we geen last hebben gehad van de schaarste in pootgoed. Vorig jaar heb ik één hectare geteeld waar ik dit jaar 9 hectare consumptieteelt van kan krijgen. Ik heb dus maar 1 hectare pootgoed aangekocht voor de ATR teelt. Ik maakte deze keuze, omdat een tekort aan pootgoed werd verwacht. Ik ben heel tevreden met deze keuze, maar het is natuurlijk nog maar de vraag wat het groeiseizoen gaat brengen."
Bonte percelen
Salomé wijst op een uitdaging binnen het perceel: "De grond van het perceel van Innovator is ongeveer 30% afslibbaar. In veel van onze percelen zitten nog best wat verschillen qua grond. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de voorkant van het perceel 15% afslibbaar is en de achterkant 40%. Dat vormt een behoorlijke uitdaging, zowel qua bewerking als qua spuiten." Naast de Innovator teelt Brian op een ander perceel ook nog 4 hectare export aardappelen van het ras Mikado.
Salomé vertelt dat de fritesaardappelen van het ras Mikado direct na de oogst afland worden verkocht. "Innovator wordt opgeslagen in de schuur. We hebben ruimte om ongeveer 6 hectare, oftewel zo'n 350 ton, op te slaan. Normaal gesproken bewaren we ze tot februari of maart. Dit jaar moesten ze na verkoop door een verandering in de planning echter nog langer blijven liggen. Gelukkig heeft dit geen negatieve invloed gehad op de kwaliteit. Qua kiemrust werd het wel tijd dat ze weggingen."
Gewasbescherming en bemesting
Salomé hanteert een BOS-systeem om te bepalen wanneer hij het beste kan spuiten, wat met veertien hectare aardappelen goed te plannen is. "Voor de bemesting gebruiken we doorgaans 25 tot 30 ton stalmest voor de aardappelen, gevolgd door het inzaaien van groenbemester, die we tot het voorjaar laten staan. Afhankelijk van de omstandigheden volgt dan het gebruik van de frontfrees, eventueel voorafgaand aan het poten een vleugelschaar cultivator om de grond iets te laten drogen", vertelt Salomé.
Hij vervolgt" "Tijdens het poten voegen we fosfaat toe, gevolgd door een dosis van 300 liter N-xt calcium vlak voor het frezen. Dit draagt met name bij aan de kwaliteit en de verminderde blauwgevoeligheid van de aardappelen. We merken dat door deze aanpak de blauwgevoeligheid aanzienlijk afneemt. Tijdens het frezen geven we met meskouters de basisbemesting en na de vorming van stollonen wekelijks een bladvoeding."
Salomé heeft twee bronnen die elk vier à vijf kuub water per uur leveren. "Dit is voldoende voor mij om druppelirrigatie toe te passen. Dit jaar ben ik van plan om hiermee 8 hectare (plant)uien te fertigeren, in vergelijking met de 4 hectare van vorig jaar. De reden dat ik dit heb uitgebreid, is vanwege een verbeterd fertigatieplan. Aangezien de planten veel water nodig hebben, is de verhouding 50% plantuien en 50% zaaiuien".
Ondernemend en vooruitstrevend
Salomé omschrijft zichzelf als als ondernemend en vooruitstreven. "Zo neem ik bijvoorbeeld deel aan het NPPL-programma en binnenkort krijgen we weer de autonome trekker op ons bedrijf. We hebben deze trekker voor twee weken op proef. We laten de trekker misschien de ruggen voor de uien frezen in combinatie met druppelslangen leggen, een taak die deze trekker nu autonoom kan uitvoeren met 1 man op het veld. Hoewel deze systemen en technieken geweldig zijn, is het belangrijk om toezicht te houden en je eigen verstand te gebruiken. Als er iets misgaat, wil je dat graag weten."
We staan als teler binnen de agrarische sector voor een heel aantal uitdagingen, vertelt Salomé Met name rondom het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, vanwege toenemende resistenties. "Bijna alle gewassen lopen het risico resistent te worden tegen bestaande middelen, wat een grote uitdaging vormt. Hoewel biologische landbouw een aantrekkelijke optie lijkt, zijn de kosten hoog en is de marktvraag beperkt. Toch dwingt regelgeving ons bijna automatisch richting biologische methoden", zegt Salomé. "Dit betekent dat we alternatieven moeten onderzoeken, zoals het verminderen van het spuiten of het gebruik van andere middelen. Ook overwegen we mechanische onkruidbestrijding en de mogelijkheid van robots, hoewel dit ook zijn beperkingen kent. Het wordt allemaal gecompliceerd door het gebruik van zwaardere machines, waardoor bodembeheer een uitdaging wordt. Om deze reden zien we ook een verschuiving naar lichtere machines, ondanks een mogelijk langere werkduur."
De laatste kilo's
Het is Salomé gelukt om alle gewassen het afgelopen jaar uit de grond te krijgen. "Als dat niet lukt, wordt het ondernemerschap wel zwaar. Alles is afhankelijk van het soort ondernemer die je bent. Zo waren er grote ondernemers die zich optimaal hadden voorbereid op mogelijke regenval, terwijl andere grote ondernemers nog niets hadden ondernomen om zich voor te bereiden. Je kunt de laatste kilo's wel hebben, maar als ze in de grond blijven zitten heb je niks."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.