Wat hebben Kverneland, Monosem en Kongskilde met elkaar gemeen? Afgezien van het feit dat ze alle vier machines bouwen zijn ze allemaal overgenomen door een trekkerfabrikant. Kubota kocht Kverneland, John Deere Monosem en afgelopen week werd bekend dat CNH (New Holland) Kongskilde omarmt. Waarom?
De term full liner heeft u in mechanisatieland inmiddels vast horen vallen. Het slaat vooral op – van oudsher – trekkerbouwers die een volledig pakket van zaaien tot oogsten aanbieden. Of het nu gaat om akkerbouw of veehouderij. Onder andere In de Verenigde Staten is dit al decennia gesneden koek. Nu komt de eigenwijze Europese boer om de hoek kijken.
Vooral in de VS en Canada is het al decennialang een begrip. Je gaat naar één dealer – het liefst John Deere of Case IH – om daar alle nodige machines voor je bedrijf aan te schaffen. Naast trekkers, dus ook je combine, zaaimachine en veldspuit. Die lijn wordt in huis doorgetrokken met een groen-gele koelkast, wapenkast, brandkast en onderbroek. Oké, ik sla door, maar het toont wel hoe wordt gedacht. Een beetje Apple-achtig. Je hoort als het ware bij een club gelijkgestemde en dat maakt het leven een stuk makkelijker. Are you green or are you red? Dat hoor je vaak van Amerikaanse boeren. En blauw, andere kleuren groen of oranje dan? Die zijn er ogenschijnlijk niet.
Dan nu de Europese situatieschets. In plaats van maïs en sojabonen of tarwe heeft een gemiddelde akkerbouwer in ons land minimaal vier gewassen. En aangezien John Deere geen uienzaaimachines bouwt moet je toch een andere kleur in huis halen. Daarbij komt dat de meeste er helemaal niet op zitten te wachten alles van één merk in huis te halen. Dit kan technisch wel goed werken, maar afhankelijk zijn van één dealer en merk? Zo zijn we niet opgevoed.
John Deere kunnen we gerust dé full liner noemen. Maar, op andere continenten bieden ook Agco en CNH een volledig pakket aan. Dat gaan ze nu ook in Europa proberen. De reden daarvoor is simpel: Meer omzet genereren. De verkoop van trekkers en oogstmachines loopt rap terug. Boeren stoppen, waardoor het aantal klanten afneemt. De overblijvers groeien groter en bewerken meer hectares met minder trekkers en grotere machines. Op één trekker van 300 pk verdien je fors minder dan drie trekkers van 100 pk. Om de omzet op peil te houden, of te laten toenemen, moet je óf je gamma uitbreiden óf met nieuwe producten komen.
De laatste paar jaar is duidelijk merkbaar welke strategie de grote fabrikanten nemen. Dat merken we ook in ons land. Kijk alleen al naar de overname van Kverneland door Kubota. Geen misselijke zet. Terwijl iedere fabrikant op de ATH in Biddinghuizen zijn standruimte inperkte pakten de Japanners groot uit. Een duidelijk signaal. Ook de overnames van Kongskilde, Monosem en andere gaan we merken. Onder de machinebouwers verandert ook het een en ander. Denk maar aan de strategie van aardappelfabrikanten.
Een oranje gekleurde ploeg of groen-gele zaaimachine, daar is aan te wennen. Het echte pijnpunt zit bij de dealers. Die zijn gewend om veel merken in het pakket te hebben, mede door de diversiteit bij klanten. Het is niet ongewoon dat overlap plaatsvindt. Bijvoorbeeld een luxe en budgetmerk grondbewerkingsmachines.
De omzethonger van fabrikanten gooit serieus roet in het eten. Deels heeft het te maken met de herstructurering onder dealers. Bij minder en grotere boeren horen minder en grotere dealers. Die mogen straks niet langer legio merken voeren. Verkoop je John Deere? Prima, maar dan ook maaiers, veldspuiten en zaaimachines van dit merk. Die dealer voelt zich direct aangetast in de basisbeginselen van zijn ondernemerschap. Ik ben toch zeker wel de baas en beslis wat ik verkoop?
Een bijpassende trekker-machine combinatie mag er dan mooi uitzien en qua Isobus-compatibiliteit goed werken, je kunt het niet door de strot van klanten duwen. Grote fabrikanten denken in grote lijnen. Nederlandse boeren staan bekend om oog voor detail. Alles moet net even anders, geperfectioneerd en aangepast aan de omstandigheden op het bedrijf. Logge instanties kunnen daar moeilijk mee omgaan.
Tegenhouden kunnen we de ontwikkeling niet. De strategie beweegt zich steeds dichter naar de automotive industrie. Een paar grote spelers die de dienst uitmaken. Merkenkeuze is aanwezig, al zijn de verschillen vooral uiterlijk. Die eigenwijze Nederlandse boer laat zich niet zomaar uit het veld slaan. Kleine, specialistische constructeurs bouwen op maat en krijgen het drukker. Gewoon lekker eigenwijs blijven dus!
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/ondernemen/columns/column/10872183/Alles-in-één-kleur-toekomst-van-de-mechanisatie?-]Alles in één kleur toekomst van de mechanisatie?[/url]
Volgens mij heb je hier al vaker een column over geschreven. Er zijn genoeg boeren in Noord-Amerika die alle kleuren aan elkaar knopen, moeten we hier ook gewoon blijven doen.
Niels, wie is de vierde fabrikant?
Het verhaal is erg Amerikaans georiënteerd.
Grootste Europese full liner, CLAAS, wordt niet genoemd.