Het is nat op het land. Tarwe heeft het daar moeilijk mee. Gelukkig valt het verder met de winterse omstandigheden wel mee. Tot nu toe zijn er maar weinig vorstdagen genoteerd.
Hoe is het onder deze omstandigheden met de ziektenontwikkeling? Veel septoria, zoals te verwachten. Maar ook moeilijker grijpbare ziektes, zoals sneeuwschimmel, zullen van de omstandigheden kunnen profiteren. Gele roest overleeft winterse omstandigheden vrij makkelijk en is in gevoelige rassen dan ook aangetroffen. Maar bruine roest?
Vorige week, op een mooi perceel wintertarwe in West-Babant, vonden we bruine roest. Dat is bijzonder, want deze ziekte komt meestal pas met warmte, later in het seizoen, tot ontwikkeling. In Duitsland kent men niet voor niets het spreekwoord 'Mit Frost, kein (Braun)rost'. Kennelijk zijn de omstandigheden deze winter zodanig mild geweest, dat zelfs bruine roest zich heeft kunnen vestigen.
(Tekst gaat verder onder de foto's)Een mooi perceel vroeg gezaaide wintertarwe (ras Benchmark) in Fijnaart, West-Brabant.
Op dit perceel is bruine roest op 23 januari al volop aanwezig.Op het oude blad is ook veel sporulerende septoria aanwezig.
Dit perceel hierboven is op 13 oktober 2017 gezaaid. Het ras Benchmark heeft tegen bruine roest een resistentiecijfer 6 op de CSAR-Rassenlijst. Tegelijkertijd heeft dit ras qua korrelopbrengst mét ziektenbestrijding hoge verhoudingsgetallen (105 tot 107). Zoals voor de meeste rassen, is voor een goed rendement, een optimale ziektenbestrijding zeer belangrijk.
Daarom ons advies: volg de ziektenontwikkeling met de komst van het voorjaar nauwgezet. Straks zal wellicht een T0-bespuiting of een vroege T1 zeer nodig blijken te zijn.
Bayer heeft daarvoor de juiste kandidaten beschikbaar:
In het voorjaar zullen we ter ondersteuning van de advisering in wintertarwe onze landelijke ziektenmonitoring tijdig opstarten