In de boerderijwinkel de Walhoeve in Goirle (Noord-Brabant) geeft eigenaar en vleesveehouder Corné van Roessel in een hoekje met zijn handen aan hoe groot – of beter gezegd klein – het 28 jaar geleden allemaal begon. Toen begon zijn moeder aan huis vlees te verkopen. Anno 2023 is de nevenactiviteit qua omzet eigenlijk de hoofdactiviteit geworden. Van Roessel lijkt ook een geboren winkelier, met een persoonlijke groet en praatje met bijna elke klant die binnenkomt. Maar in zijn hart is Van Roessel nog vooral boer. "In tijd ben ik meer winkelier of eigenaar, maar in mijn hoofd zou ik meer boer willen zijn." Dit is de eerste aflevering in een serie over nevenactiviteiten van agrarisch ondernemers.
Van een boerderijwinkel, nostalgisch kamperen tot boerengolf, steeds meer agrarisch ondernemers hebben nevenactiviteiten, blijkt uit cijfers van de Landbouwtelling. In deze serie bezoeken we bedrijven in verschillende sectoren, door het hele land en met diverse verbredingsactiviteiten. Deze serie reportages wordt gemaakt in samenwerking met platform Zoekdeboer, dat burgers inspireert om bij de boer op bezoek te gaan.
De veehouderijtak bestaat uit 150 vleesstieren en kalfjes. Vroeger had de familie ook geiten, maar na de grote Q-koortsuitbraak die ook hen trof zijn ze daar in 2016 mee gestopt. De ouders van Corné van Roessel wonen nog naast de winkel. Zelf woont hij aan de andere kant, met daartussen het terrein waar vroeger de geitenstal was. Die grond is verkocht en zou eerst onderdeel worden van een bedrijventerrein, maar nu komen er huizen en een verbindingsweg. Want waar de winkel eerst landelijk lag, zijn de nieuwbouwhuizen – en daarmee de klanten – opgerukt tot aan de overkant van de weg.
|
Het is een drukte van belang in de winkel. Klanten komen af en aan, vaak op de fiets of lopend. Twee winkelmedewerksters spoeden zich tussen de vitrine met vleeswaren en de kassa. Achter de schermen worden salades bereid. In de slagerij schalt een carnavalskraker door de speakers en draait een slager worsten. Er werken in totaal ongeveer twintig mensen bij boerderijwinkel de Walhoeve, samen 10fte.
In 2018 heeft Van Roessel nog een keer goed verbouwd. HAS-studenten hadden in 2010 als afstudeeropdracht voor hem ideeën uitgewerkt om een speciaalzaak van de winkel te maken. "Van alle regionale productgroepen focussen we op 20% die hard gaan, dat is groente, kaas, zuivel en vlees. Alleen bij bakkerijproducten is het ons nog niet gelukt om verschil te maken."
De winkel en het rundveebedrijf zijn onlosmakelijk verbonden. 30% van de winkelomzet komt van stieren uit eigen stal. Volgens Van Roessel is zelf verkopen vandaag de dag zelfs 'de enige manier om nog rundvee te houden'. Naast rundvlees is er in de slagerij ook varkensvlees en kip te koop van een lokale boer en poelier. De winkel kan zich qua grootte inmiddels meten met een buurtsuper en alleen het vleesassortiment is al groter dan dat van de gemiddelde slager. Maar ook de rest van het aanbod is groot: fruit, groente, kaas, eieren, sappen, bier, jam, als het maar een lokaal product is. Een aantal retailers in het naburige winkelcentrum heeft bezwaar aangetekend bij de gemeente tegen de omgevingsvergunning, een zaak die de gemeente onlangs heeft gewonnen. De ondernemer maakt er weinig woorden aan vuil, maar het lijkt duidelijk dat hij een serieuze concurrent is.
Van Roessel: "We wilden graag een relevante winkel met genoeg klanten om een toekomst te bouwen. Veel klanten komen hier twee, drie of vier keer per week. Als je alleen vlees verkoopt, dan komen mensen misschien één keer in de maand. Het doel is structureel duizend klantbezoeken per week, daar zitten we nu tegenaan, terwijl we niet op een doorgaande route zitten."
Vanaf 2010 is de winkel continu 10% a 20% gegroeid per jaar, vertelt Van Roessel. Hij raadt andere agrarische ondernemers die een boerderijwinkel willen beginnen aan om het papierwerk 'goed aan de voorkant te regelen'. Dat is volgens hem een valkuil, want 'iedere gemeente kan het op zijn eigen manier doen'. Ook belangrijk is om te weten of er een markt is voor een boerderijwinkel. "Je hebt best een verspreidingsgebied nodig om een winkel te hebben die verschil maakt." Er mist wat hem betreft daarover ook data. "Ik trek al jaren aan een overkoepelende database voor boerderijen. Er is niet veel data waar je op kunt leunen. LTO zou daar een rol in kunnen spelen." Die gegevens zouden boeren volgens hem kunnen helpen bij de vraag: hoeveel klanten moeten er in de omgeving zitten om rendabel te draaien?
Corné van Roessel
Het is niet voor iedereen weggelegd en kan ook niet op elke plek, maar wat vooral belangrijk is, is dat het bij je moet passen om winkeleigenaar te zijn. Hij raadt boeren die overwegen om een boerderijwinkel te beginnen dan ook aan om een keer te kijken of het wat voor hen is. "Draai een dag of meerdere dagen mee. Ik denk dat dat te weinig gebeurt, maar er te veel beredeneerd wordt aan de keukentafel en veel geld tegenaan wordt gesmeten, zonder zich af te vragen: past dit wel bij me? Dat geldt ook als je iets anders gaat doen, zoals recreatie of zorg."
Als je je onderneming eenmaal op de rit hebt, is het belangrijk om aan klantenbinding te doen, aldus Van Roessel. Zo heeft hij de eerste jaren veel op markten gestaan en adverteert hij structureel in de lokale media. Ook heeft hij verschillende streekrecepten overgenomen. Bijvoorbeeld van een gepensioneerde poelier. "Altijd als ik op een markt stond, zei iemand dat die zulke lekkere salades had. Toen ik dat dertig, veertig keer gehoord had, heb ik die poelier maar eens gebeld of ik zijn recepten zou mogen. Dat vond hij leuk en toen is hij komen helpen om ze te maken. Nu hebben we zestien soorten vleessalades en verkopen we een paar honderd kilo per week – ze liggen ook bij de Jumbo in Tilburg. Dat is meer omzet dan kaas. Dat is een kans die voorbijkomt en je pakt en het helpt ook om verbinding te krijgen in een dorp."
Boer of winkelier, Van Roessel is vooral een ondernemer die kansen ziet en pakt, blijkt als je met hem praat. Zo is daar Brabants Streekgoed: een coöperatie met meerdere boeren en kwekers waar hij mede-initiatiefnemer van is en die levert aan winkels en horeca. Net als van Goei Eete waarbij er rond Tilburg door consumenten rechtstreeks van de boer gekocht wordt. Sinds dit jaar hebben ze ook een app waarmee direct besteld kan worden. Volgens Van Roessel is het verdienmodel hiervan overigens 'heel laag', maar zijn er groeimogelijkheden nu lokaal inkopen, ook bij de overheid, steeds meer in trek raakt. Ook vindt hij het belangrijk om samen te werken met andere boeren. "Als bestuurslid van ZTLO Hart van Brabant trek ik er hard aan om samen te werken en kansen te creëren."
Tijdens corona kwamen de korte keten en speciaalzaken in opmars. De Walhoeve merkte dat ook. "Het werd in een keer een stuk drukker. We zijn 30% gegroeid in 2020 in de winkel, maar de leveringen aan de horeca zakte 60% in. Per saldo bleven we gelijk." Een groot deel van de groei tijdens corona is volgens de eigenaar behouden. Alleen was dat vorig jaar in de verdiensten niet te zien. "2022 was net positief. We hebben ons verkeken op de kosten en zijn te laat in prijs meegestegen."
Klanten blijven ondanks de inflatie de Walhoeve dus trouw. "De prijzen liggen iets boven die van de supermarkt, maar onder die van de slager. Mensen ervaren het niet als duur. De prijs/kwaliteitverhouding is heel gunstig."
Terwijl we aan de kantinetafel tussen het personeel een boterham met kaas uit eigen winkel nuttigen, steekt vader Van Roessel even zijn kop om de deur om iets te zeggen over kratjes die retour kunnen. Met zijn bijna tachtig jaar is hij nog steeds actief. De stal is zijn domein. Zijn zoon is daardoor per dag maar een uur kwijt aan de runderen. "In tijd ben ik meer winkelier of eigenaar, maar in mijn hoofd zou ik meer boer willen zijn", geeft Van Roessel aan. "Ik heb ook bedacht dat als mijn vader dat niet meer zou kunnen, ik meer in de stal ga doen en daar ook tijd voor moet zijn."
Dan gaan we naar de stal. Met de auto, want het is aan de andere kant van de Oostplas, een aantal minuten rijden. Aan de ene kant van de weg ruwvoer van eigen land (en aardappelen die voor een andere boer worden geteeld) en aan de andere kant een moderne stal die in 2017 is neergezet, met een bijzonder puntdak. Het is een combinatie van een poststal en een hellingstal, geïnspireerd op een Italiaans systeem. Voor de maten van de stallen heeft Van Roessel de biologische standaarden aangehouden. Niet dat hij daarvan per se voorstander is van het keurmerk, maar hij heeft dierenwelzijn hoog in het vaandel. Met trots geeft Van Roessel een rondleiding door de stal. "Je begint een winkel meer uit noodzaak dan dat je vroeger dacht: ik wil dat graag. Het is een manier om bij de stad, kleinschaliger, boer te blijven."
Deze serie reportages wordt gemaakt in samenwerking met platform Zoekdeboer, dat burgers inspireert om bij de boer op bezoek te gaan.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/artikel/10904767/in-tijd-meer-winkelier-in-hoofd-meer-boer]'In tijd meer winkelier, in hoofd meer boer'[/url]