Na ruim een maand gaan productiemedewerkers van John Deere deze week weer aan het werk in de Verenigde Staten. Beide partijen hebben na stevige onderhandelingen eindelijk een overeenkomst bereikt voor de 10.000 stakende personeelsleden. Ondertussen is de Amerikaanse trekkermarkt behoorlijk ontwricht.
Op 14 oktober gooide 10.000 medewerkers van John Deere het werk neer. Daarmee kwam de productie in de veertien Amerikaanse productiefaciliteiten voor onder andere trekkers en maaidorsers stil te liggen. Dat doet pijn want de verkoop is juist zeer goed. Daarbij komt dat de fabriek wereldwijd met problemen kampt door een onderdelentekort. Vooral banden, halfgeleiders en microchips zijn lastig te krijgen.
Bonus en loonstijging
De vakbond United Auto Workers (UAW) kwam woensdag 17 november tot een overeenkomst met Deere & Company. In een statement zegt CEO John May blij te zijn dat de duizenden medewerkers weer aan de slag gaan. De reden is dat UAW een zes jaar durende arbeidsovereenkomst heeft afgesloten. Een meerderheid van een krappe 60% was voor het contract. Dat omvat onder andere een bonus van $8.400 en 20% loonstijging verspreid over zes jaar. Ook wordt het pensioen beter georganiseerd. Voor Deere betekent het een investering van $3,5 miljard, omgerekend zo'n €3,09 miljoen.
De stakingsactie was de grootste in de VS onder private bedrijven in meer dan twee jaar. In vergelijking tot de vorige actie bij John Deere is het dispuut relatief snel opgelost. In 1986 gooide medewerkers vijf maanden lang het werk neer. Ook deze keer werd verwacht dat het lang zou duren voor de fabrieken weer draaiden. Deere probeerde de productielijnen ondertussen met kantoorpersoneel − dat onder een andere CEO valt − te bemannen. Grote kans dat Deere graag boter bij de vis doet om de productie zo snel mogelijk weer op te starten.
Financiële gevolgen
Op 24 november presenteert het bedrijf de cijfers voor het vierde financiële kwartaal. Dan wordt duidelijk hoeveel pijn is geleden. De koers van het aandeel Deere & Co daalde gisteren met 2,35% en hebben nauwelijks geleden onder de stakingsactie.
Waar de gevolgen wel goed merkbaar zijn, is de markt van gebruikte machines, en dan vooral trekkers. De waarde van gebruikte trekkers is in de VS dit jaar al met 22% gestegen. Dat becijfert 'machinegoeroe' Machinery Pete. Recent werd op een veiling nog een John Deere 7810 van bouwjaar 1998 verkocht voor bijna €150.000. Op de teller stond minder dan 1.000 uur. Steeds vaker kiezen Amerikaanse boeren liever voor betrouwbare gebruikte techniek dan voor het aanschaffen van een nieuwe trekker.
Prijzen geëxplodeerd
De situatie in de VS is zorgelijk. Akkerbouwers hebben geld verdiend en verwachten ook komend seizoen gunstige verkoopprijzen voor tarwe, maïs en soja. Daarom investeren ze graag in machines, maar dat valt niet mee. De levertijden zijn lang en de prijzen hoog. Toen de productie bij John Deere stilviel, explodeerde de tweedehandsmarkt. Dat was vooral zichtbaar bij de vele veilingen, waar fors hoger werd geboden. Naar verwachting stijgt de waarde van gebruikte machines in het vierde kwartaal verder.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.