De 51 melkveehouders die een kort geding hebben aangespannen, inzake het fosfaatreductieplan 2017, moeten zich toch aan de regels houden en koeien afstoten. Dat heeft het Haagse gerechtshof dinsdag 31 oktober besloten naar aanleiding van het hoger beroep van de Staat.
Mede-auteur is Esther de Snoo.
Het fosfaatreductieplan werd op 4 mei voor 51 melkveehouders buiten werking gesteld. De Staat ging hiertegen in beroep. De rechter in Den Haag oordeelt nu dat de melkveehouders konden voorzien dat de overheid met maatregelen zou komen na de afschaffing van het melkquotum op 31 maart 2015.
Het fosfaatreductieplan, dat op 1 maart 2017, van kracht werd en melkveehouders dwong om dieren af te voeren, geldt wel voor deze groep. Zij moeten alsnog dieren afvoeren en het aantal melkkoeien op hun bedrijf verminderen tot het referentiepeil van 2 juli 2015.
Na de uitspraak van 4 mei stapten nog eens 400 melkveehouders naar de rechter. Zij meenden eveneens niet aanmerking te komen voor het fosfaatreductieplan. De Staat ging ook hierbij in hoger beroep. Wanneer de uitspraak daarvan is, is nog onbekend.
Bezwaar
Op 4 mei gingen 51 melkveehouders in bezwaar tegen het fosfaatreductieplan. Zij eisten dat het plan voor hen buiten werking zou moeten worden gesteld. De melkveehouders geven aan dat zij onevenredig zwaar belast zijn. Zij hebben namelijk geïnvesteerd in hun bedrijf, via grond of dieraantallen, geheel in lijn met de toen geldende wet grondgebonden groei melkveehouderij.
Later werden zij beperkt, terwijl zij al financiële verplichtingen waren aangegaan. De voorzieningenrechter stelde hen in het gelijk. Echter, Martijn van Dam ging op 19 september in hoger beroep. Ook biologische melkveehouders wilden vrijgesteld worden van het fosfaatreductieplan. Zij hebben immers niet bijgedragen aan het fosfaatoverschot, zo meldden zij.
De uitspraak nu geldt voor de volledige groep van 51 melkveehouders, waaronder enkele biologisch bedrijven.
Waarom is het fosfaatreductieplan ingesteld?
In maart van dit jaar is het fosfaatreductieplan in werking getreden. Dit om ervoor te zorgen dat de fosfaatproductie van de melkveestapel onder het fosfaatplafond blijft, wat nodig is om de derogatie in de toekomst te behouden.
De Staat is van mening dat alle melkveehouders moeten voldoen aan de verplichtingen van het fosfaatreductieplan, omdat Nederland anders niet onder het fosfaatplafond uitkomt en dus geen derogatie kan krijgen. Daarnaast is zijn mening dat de melkveehouders wisten dat zij na afschaffing van het melkquotum het fosfaatplafond zouden gaan overschrijden.
Hoe werkt het ook alweer?
Melkveehouders moeten via dit reductieplan terug naar het referentieaantal van 2 juli 2015. Zij kregen vanaf 1 maart 2017 de taakstelling opgelegd om iedere periode een percentage te reduceren. Voldoen zij niet aan dit 2 maandelijkse reductiepercentage, dan krijgen zij een heffing opgelegd. Voldoen zij wel, maar nog niet aan het referentieaantal, dan krijgen zij een solidariteitsheffing opgelegd. Deze heffingen kunnen hoog oplopen bij het niet voldoen aan de doelstelling.
Hoeveel effect en waarschuwing
Tot nu toe is in totaal 5,1 miljoen kilo fosfaat gereduceerd. Hiermee is de doelstelling tijdelijk behaald, maar voormalig minister Henk Kamp heeft al gewaarschuwd voor een groeiende melkveestapel in de maand september.
Op het Nationaal Economisch Landbouw Congres zal Lubbert van Dellen ook ingaan op de impact van fosfaatrechten op de bedrijfsvoering van melkveehouders. Abonnees kunnen gratis naar het congres. Klik hier voor meer informatie.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/melkvee/artikel/10876383/rechter-geeft-staat-gelijk-in-fosfaatkwestie][/url]