Avebe heeft zich de laatste jaren met name geprofileerd in de ontwikkeling van aardappeleiwit als ingrediënt met specifieke eigenschappen in food. Daarin wil het coöperatieve bedrijf in de huidige plantaardige transitie in een hogere versnelling groeien. In de nieuwe strategie 'Versterken en versnellen' die het Avebe woensdag in Groningen heeft gepresenteerd, ligt echter ook de nadruk op het versneld ontwikkelen van nieuwe aardappelzetmeelproducten. "We streven naar meer balans tussen zetmeel en eiwit", vertelt David Fousert (foto), CEO van Avebe.
In de testruimtes van het Innovation Centre van Avebe in Groningen lijkt wel een winkelschap te staan. Op een lange vensterbank staan talloze foodproducten uitgestald. Van soepen, noodles, chips, noten, plantaardige vleeswaren, havermelk, biscuits tot en met snoepgoed als winegums en drop. Ze staan er niet voor niets. In alle producten is wel een ingrediënt van Avebe verwerkt. Gerard ten Bolscher, Chief Innovation Officer bij Avebe, zegt dan ook enthousiast: "Als je een supermarkt doorloopt, zitten in de meeste foodproducten aardappelen."
Het tekent de ontwikkeling bij Avebe, waar met name het laatste decennium sterk in ingezet op de ontwikkeling van plantaardige ingrediënten. Daar springt vooral het aardappeleiwit de laatste jaren in het oog. Want daarin heeft Avebe op de tijdgeest geanticipeerd. Het bedrijf heeft een breed pallet aan plantaardige eiwitten ontwikkeld als ingrediënten in vlees- en zuivelvervangers. "Denk hierbij aan eiwitten die bijvoorbeeld de smaak en textuur kunnen verbeteren", legt Fousert uit. De plantaardige mogelijkheden lijken daarbij eindeloos. Zo kan Avebe een plantaardig gekookt ei produceren, die sprekend lijkt op een echt hardgekookt ei.
Aardappelzetmeel blijft de basis
Van oudsher is Avebe, een coöperatie van 2.300 leden met het hoofdkantoor in Veendam, echter een producent van aardappelzetmeel. De productie van eiwit uit de aardappel steekt schril af bij die van zetmeel. Avebe maakt op jaarbasis 600.000 ton aardappelzetmeel, tegenover 30.000 ton aardappeleiwit. Zetmeel is dus nog steeds de basis waarop het coöperatief concern drijft. In de nieuwe strategie 'Versnellen en versterken' legt Avebe daarom de nadruk op het versneld doorontwikkelen van eiwit, vezels én zetmeel. "Eigenlijk", zo liet Fousert zich bij de presentatie van de strategie zich ontvallen, verdient aardappelzetmeel ook een herwaardering. De laatste jaren is het naar buiten toe vaak alleen over eiwit gegaan."
Boerenbusiness sprak Fousert kort na afloop van de presentatie over de nieuwe strategie, de zorgen over de grondstofvoorziening, het landbouwakkoord en de samenwerking met collega-coöperaties.
De nieuwe strategie lijkt op het eerste oog niet heel veel anders dan jullie huidige koers: investeren in plantaardige ingrediënten met een hogere toegevoegde waarde.
"Dat lijkt zo, maar in onze nieuwe aanpak hebben we echt essentiële keuzes gemaakt. We willen niet alleen in een sneller tempo ons productportfolio in plantaardige toepassingen naar de markt brengen, maar ook duidelijk aangegeven welke markten we wel en welke markten we minder gaan bedienen. Daarin speelt aardappelzetmeel ook net zo'n belangrijke rol als aardappeleiwit. Ook in zetmeel willen we met meer hoogwaardige toepassingen meer toegevoegde waarde creëren. Wat dat betreft, streven we meer balans na tussen zetmeel en eiwit."
Maar wat voor markt moet ik me bijvoorbeeld voorstellen die jullie minder gaan bedienen?
"Toch de markten waar meer bulkzetmeel wordt gevraagd. Dit zijn ook markten waar de concurrentie van maïs- en tarwezetmeel groot is en daardoor ook veel in prijs wordt gestuurd. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan de papierindustrie. Daar gaan we in de toekomst minder zetmeelproduct aan leveren."
In de strategie legt Avebe wel de nadruk op non-food toepassingen voor jullie producten, zoals bouwmaterialen. Al decennialang worden biobased products als een potentiële groeimarkt gezien, wordt deze belofte nu eindelijk ingelost?
"Je ziet in buitenlandse markten als de Verenigde Staten, waar wij als Avebe ook actief zijn, dat de ontwikkelingen in biobased products sneller gaan dan in de Europese Unie. In Nederland begint het langzaamaan ook los te komen. Zo zijn er discussies gaande om natuurlijke bouwmaterialen uit bijvoorbeeld vezelhennep, suikerbiet of zetmeelaardappelen mee te nemen in het Bouwbesluit. Zulke producten, mogelijk ook uit reststromen, te kunnen maken en toepassen, is natuurlijk een sterke stap in het verduurzamen van ketens."
In Nederland is afgelopen jaar op 43.000 hectare zetmeelaardappelen geteeld. Avebe verwacht dat areaal de komende jaren met 5 tot 10% daalt door diverse factoren, bijvoorbeeld door concurrentie van andere gewassen als fritesaardappelen en uien. Maar zo zwaar is deze druk op het areaal toch niet, zeker met de verwachte prestatieprijs over oogst 2022 die rond de €125 per ton komt te liggen?
"Met het niveau van prestatieprijs die aan het einde van het seizoen hopen uit te keren, kunnen we nu al content zijn. Maar vergeet niet, we komen van ver. In de jaren ervoor lag deze prestatieprijs net onder of ruim onder de €100 per ton. Onze ambitie is sowieso structureel meer dan €100 euro per ton uit te keren. Gewassen als fritesaardappelen spelen wel degelijk een rol, zeker nu fritesfabrikanten de prijzen van de contracten hebben verhoogd. Daardoor is in Noord-Frankrijk bijvoorbeeld veel areaal zetmeelaardappelen ingeruild voor fritesaardappelen. Het areaal uien in Noord-Nederland neemt ook jaarlijks toe en kijk naar vezelhennep en valeriaan. Deze factoren moeten we echt serieus nemen. Maar de grootste druk op beschikbaar areaal komt echt van verandering in regel- en wetgeving."
De ambitie is het areaal zetmeelaardappelen en dus de grondstofvoorziening min of meer stabiel te houden door nieuwe telers te werven in Duitsland. Waarom daar?
"In Nederland hebben telers te maken met allerlei water- en bodemmaatregelen, zodat bufferzones en een ruimere rotatie van de gewassen. Daarbij komt er waarschijnlijk nog een Landbouwakkoord aan die ook voor de akkerbouw impact kan hebben. Een deel van onze telers kan niet beregenen, waardoor droogte op de percelen voor hen belangrijke uitdagingen zijn. Duitsland is natuurlijk veel groter, waardoor Duitse telers meer mogelijkheden hebben. Voor uitbreiding kijken we daarvoor vooral naar het Duitse grensgebied."
In de strategie wordt de mogelijkheid onderzocht om ook veldbonen en erwten te telen en te verwerken voor eiwit, waarmee Avebe de deur openzet voor andere gewassen. Waarom is dat?
"Deze gewassen hebben weer een specifiek eiwit die wij in ons assortiment kunnen opnemen. Bovendien heeft een gewas als veldbonen als voordeel dat ze, met wat kleine aanpassingen, in een van onze huidige fabrieken kan worden verwerkt. Maar veldbonen telen is nu nog niet aantrekkelijk genoeg. De uitdaging is eerst de teelt aantrekkelijk te maken door het rendement in de markt te verdienen. Dat is de juiste volgorde. Het eiwit van veldbonen kan, zo denken wij, uitstekend worden gebruik in blends met onze zetmeelaardappelproducten. Maar eerst de vraag creëren, in die volgorde. Zo willen de leden van de coöperatie dat ook graag zien."
Hoe kijkt je aan tegen een Landbouwakkoord?
"Ondanks alle discussie hoop ik wel dat er uiteindelijk een akkoord ligt. Er is echt behoefte aan perspectief in de sector. Wel hoop ik niet op deelakkoorden vanuit de verschillende sectoren, want dat kan alleen maar weer verwarrend werken. Wij hebben behoefte aan een integrale aanpak, gedacht vanuit de keten. Neem bijvoorbeeld een duidelijke visie op de biobased materialen. De nadruk ligt nu op de veehouderij, maar ook binnen de akkerbouw is er behoefte aan duidelijkheid. Bedenk dat we met moeite de zetmeelaardappelen op de voorlopige lijst van wintergewassen hebben gekregen. De transitie van het GLB naar 2023 is nog steeds niet geformaliseerd. Welke kant gaat het op, wat wordt van de akkerbouwer gevraagd, bijvoorbeeld in de gewasbescherming? De behoefte aan duidelijkheid is groot, al beseffen we goed dat de akkerbouw als plantaardige sector in het debat een betere uitgangspositie heeft dan de dierlijke."
Wat is voor Avebe als bedrijf, los van de markt, nu de grootste uitdaging?
"Die ligt toch vooral op de arbeidsmarkt. Hier in het innovatiecentrum werken we met hoogopgeleide collega's, waaronder een deel uit het buitenland. Deze talenten aan ons binden, is voor Avebe goed te doen. Vaak willen ze bewust graag voor ons werken, als ze zien met welke ontwikkelingen we bezig zijn in de plantaardige transitie. Echt een knelpunt vormt voor Avebe de bezetting van de fabrieken, dus de echte technici, de engineers. Die zijn echt heel moeilijk te krijgen, ondanks de groeiende aandacht voor techniek. De bezetting in de fabrieken op peil houden, is voor ons echt een grote uitdaging."
Avebe heeft aan de kant van de plantaardige eiwitten, en ook als het gaat om de verwerking van agrarische grondstoffen, een gelijk portfolio als Cosun. Ook veel leden van Avebe zijn lid van Cosun, terwijl jullie wel concurrenten zijn op bijvoorbeeld de markt van plantaardig eiwit. Ligt een veel inniger samenwerking of fusie dan niet voor de hand, ook om ook kosten te besparen?
"Laten we vooropstellen dat we al heel goed samenwerken met Cosun en ook de coöperaties FrieslandCampina en Agrifirm, bijvoorbeeld binnen ons samenwerkingsverband Fascinating. Wij zijn al iets verder in de reis van plantaardig eiwit dan Cosun, die pas recentelijk stappen in deze markt heeft gezet. Binnen Fascinating proberen we echter op zo veel als mogelijk fronten samen te werken en te innoveren. De samenwerking past ons, zoals ik het nu ervaar, zeer goed. Als coöperaties voorkomen we daarmee echt dat op diverse terreinen de euro van de boer meerdere keren wordt uitgegeven voor hetzelfde doel. Dat is pure winst voor onze gemeenschappelijke leden."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.