Met gefronsde wenkbrauwen kijkt de sector naar het tempo waarin de prijzen nu ineens wel omhoog kunnen. Een sterk krimpend aanbod varkens in zowel Duitsland en Oost-Europa en een opgeleefde vleeshandel - vanwege opgeheven coronabeperkingen en seizoensmatige impulsen - stuwen de markt plotsklaps naar ongekende niveau's voor begin maart. Enkel in maart 2020, vlak voor de uitbraak van de coronapandemie, stonden varkensnoteringen begin maart hoger.
Zeer krap Duits aanbod varkens
Belangrijkste motor achter de huidige prijzengekte lijkt het krappe aanbod aan slachtrijpe dieren in Duitsland. In jaren lagen de slachtaantallen in week 9 niet meer zo laag als nu. Vorige week verwerkten Duitse slachthuizen 773.000 varkens. Het gemiddelde geslacht gewicht bleef daarbij onveranderd op 97,2 kilo.
Nederlandse handelaren melden dat varkenshouders wat minder dieren leveren dan opgegeven en dat er links en rechts wat varkens worden vastgehouden. Dit beperkt het aanbod. En hoewel de varkens vlot hun weg vinden naar de slachthuizen is het aanbod varkens in Nederland niet krap te noemen. In week 8 hingen er bijna 310.000 varkens aan Nederlandse slachthaken met een gemiddeld gewicht van 101,60 kilo geslacht gewicht.
Vleeshandel haakt aan
De vleeshandel lijkt zich rap te verbeteren. De DCA-mutaties varkensonderdelen toonden deze week forse plussen voor vrijwel alle onderdelen. Met name hammen, ribben, nekken en schouders werden flink duurder verkocht. Het hele karkas won bijna 22 cent per kilo aan waarde. Inclusief de positieve mutaties van de weken ervoor lijken de gestegen inkoopprijzen in Nederland in ieder geval redelijk doorgezet te kunnen worden in de keten.
De Duitse VEZG-notering vliegt vandaag €0,25 per kilo geslacht gewicht omhoog naar €1,75. De Duitse slachthuizen volgen de verhoging.