Wij gebruiken cookies
Wij maken gebruik van cookies en andere tracking-technologieën om uw surfervaring op onze website te verbeteren, om gepersonaliseerde inhoud en advertenties te tonen, om ons websiteverkeer te analyseren en om te begrijpen waar onze bezoekers vandaan komen.
De daling van de mestprijzen houdt voorlopig aan, hoewel het dalingstempo in het zuiden van Nederland aanzienlijk vlotter blijft gaan dan in de rest van het land. De gunstige weersomstandigheden helpen hierbij zeker een handje mee, net als de gestegen kunstmestprijzen.
Intussen dalen de mestprijzen in Nederland al vijf weken op rij. Sinds deze week liggen de DCA-ophaalbijdragen rundveedrijfmest voor de regio's Deurne, Tilburg en Uden voor het eerst sinds april vorig jaar onder de grens van €30 per kuub. De varkensdrijfmestprijzen in het zuiden zijn teruggezakt tot zo'n €33 per kuub, maar komen van een aanzienlijk hoger niveau. Boven de rivieren dalen de mestprijzen ook, maar in een gematigder tempo. Hier zitten de mestsilo's in de regel veel voller dan elders.
Akkerbouwseizoen raakt op stoom
Daar komt bij dat in het zuiden het akkerbouwseizoen al meer op stoom is dan in de noordelijke provincies. In Zeeland en op Goeree-Overflakkee bijvoorbeeld wordt volgens intermediairs momenteel volle bak mest uitgereden op bouwland. Elders wordt er momenteel vooral nog op grasland drijfmest aangewend. Toch staat hier het seizoen ook op punt van beginnen, doordat er aanhoudend droog weer in het verschiet ligt. Bovendien lopen de temperaturen vanaf volgende week weer op. Mogelijk brengt dit de daling van de mestprijzen in de meer noordelijke gebieden in een stroomversnelling.
Duurdere kunstmest
De gestegen kunstmestprijzen maakt dat akkerbouwers dit jaar meer dan anders open staan voor drijfmest, zo geven intermediairs aan. Met toe te betalen bedragen van €15 tot maximaal €20 per kuub wordt drijfmest in de regel gezien als het 'vijfde gewas'. Tegelijkertijd is er de beperking in plaatsingsruimte door de afbouw van derogatie en de aangewezen NV-gebieden. Dit maakt dat de plaatsingsruimte voor mest in het voorjaar mogelijk al grotendeels wordt ingevuld, waardoor er later dit jaar minder ruimte is voor het uitrijden van drijfmest. Dit wordt echter gezien als een zorg voor later, gezien het hoge mestaanbod van nu.
Langjarige trend
Op basis van het langjarig gemiddelde zet de voorjaarsdaling van de mestprijzen nog enkele weken door. Dit betekent dat er beperkt ruimte blijft voor een verdere daling van de mestprijzen. Temeer ook omdat akkerbouwers vaak nog weinig bereid lijken om concessies te doen in de toe te betalen bedragen en dat bepalend is hoeveel ruimte er nog is voor de rek naar onder.