Wij gebruiken cookies
Wij maken gebruik van cookies en andere tracking-technologieën om uw surfervaring op onze website te verbeteren, om gepersonaliseerde inhoud en advertenties te tonen, om ons websiteverkeer te analyseren en om te begrijpen waar onze bezoekers vandaan komen.
Raiffeissenbank Ems-Vechte kondigde net voor de jaarwisseling aan te willen fuseren met een branchegenoot in de regio, de Raiffeisen-Waren Ringe-Wielen-Georgsdorf. De Duitse coöperatie wist in de afgelopen tien jaar een flinke positie op de Nederlandse mengvoermarkt te veroveren. Hoewel de volumes in 2024 licht zijn gekrompen blijft het marktaandeel, afgemeten aan de krimp in de Duitse mengvoerproductie, licht groeien.
In gesprek met directeur Albert Weersmann over de aangekondigde fusie, volumeontwikkelingen in mengvoer, het financieren van agrarische bedrijven en de impact van het slinkende renteverschil tussen Nederland en Duitsland gaat hij ook in op de ontwikkeling dat voedselzekerheid weer een speerpunt wordt in de Duitse politiek, die verschuift naar rechts.
Ems-Vechte |
De naam Ems-Vechte mag inmiddels wel een begrip worden genoemd in Noord- en Oost-Nederland. Wekelijks rijden tientallen groen-gele combinaties van het bedrijf de Nederlands-Duitse grens over om melkvee-, varkens- en pluimveehouders van voer te voorzien. De jaren van forse groei in Nederland zijn echter wel voorbij, zo vertelt Weersmann. "De afzet mengvoer aan Nederlandse bedrijven hebben we in 2024 voor het eerst in tien jaar licht zien krimpen." Toch is hij tevreden met de prestaties van de coöperatie: "Onze totale afzet mengvoer is in tien jaar tijd, ondanks de enorme krimp van de Duitse varkensstapel, toegenomen doordat we fors gegroeid zijn in Nederland en het biologische segment in eigen land." Wat betreft de bancaire activiteiten merkt Weersmann op dat de vraag naar hypothecaire leningen van over de grens lager is dan enkele jaren terug: "De rentes in Nederland en Duitsland zijn wat meer naar elkaar toe gegroeid." |
Vertel eens meer over de recente fusie met Raiffeisen-Waren Ringe-Wielen-Georgsdorf, is er eigenlijk geen sprake van een verkapte overname aangezien Ems-Vechte in deze de veel grotere partij is?
"De fusie is een logische vervolgstap in de samenwerking die al zeker twintig jaar duurt. Er is absoluut geen sprake van een overname. Overnames kosten geld, bij fusies schuilt er voor beide partijen een toegevoegde waarde in de samenvoeging. Dat is echt de coöperatieve insteek. Met Ringe-Wielen werkten we voorheen op veel vlakken al erg nauw samen. Zo vond de marketing en inkoop van de winkelketens van beide bedrijven al onder gezamenlijke verantwoordelijkheid en dat geldt ook voor bijvoorbeeld de verkoop en advisering van akkerbouwproducten. Bovendien sluiten onze activiteiten ook geografisch mooi op elkaar aan. We kunnen hierdoor duidelijk synergie voordelen creëren, zowel logistiek als administratief."
Is er in de krimpende Duitse mengvoermarkt ook veel sprake van fusies en overnames?
"Ja, dat zien we ook hier zeker gebeuren. De mengvoermarkt in Duitsland krimpt en dat heeft gevolgen voor de bezettingsgraad in de fabrieken. Bedrijven met lage vaste kosten (vaak met oude productiecapaciteiten) kunnen het relatief lang volhouden. Ligt je kostenniveau hoger, dan is een lagere bezettingsgraad een gevaarlijke ontwikkeling. Daarnaast merken we dat het voor kleine bedrijven ook op andere fronten lastiger kan worden om te opereren. Hoe vind ik goed personeel? Hoe houd ik mijn ICT systemen up to date? Hoe voldoe ik aan eisen rondom duurzaamheidsrapportages en criteria? Het zijn allemaal zaken die ervoor zorgen dat partijen meer samenwerking met elkaar zoeken."
Volgens het Duitse statistiekbureau Statista kromp de mengvoerproductie in Duitsland de afgelopen vier jaar met zo'n 10%. Hoe vergaat het Ems-Vechte in deze krimpende markt?
"De ontwikkelingen verschillen erg per sector. De krimp in de varkenshouderij is echt fors geweest. In de afgelopen tien jaar is onze afzet mengvoer aan varkenshouders in Duitsland met bijna 30% teruggelopen. Dit is in lijn met de krimp van de sector. We hebben deze krimp echter geheel op kunnen vangen met groei op andere vlakken. Zo is de afzet aan Nederlandse veehouders fors gegroeid en produceren we inmiddels 100.000 ton biologisch voer. Al met al hebben we ondanks de krimpende Duitse varkensstapel als onderneming toch groei gerealiseerd."
De Nederlandse veehouderij krimpt inmiddels ook al enkele jaren. Hoe ontwikkelt de afzet van mengvoer aan Nederlandse bedrijven zich?
"Na een aantal jaren van forse groei is de afzet in Nederland in 2024 voor het eerst licht gekrompen. De totale afzet van voeders in Nederland ligt daarmee weer rond de 140.000 ton voer. De totale afzet van mengvoer bedroeg vorig jaar rond 724.000 ton, dit volume lag in 2023 rond de 740.000 ton."
Kan Ems-Vechte voldoende anticiperen op de veranderingen en krimp in de sector?
"We proberen de bezetting van de fabriek natuurlijk zo goed mogelijk te benutten, maar ook te kijken wat er nodig is om dat te kunnen produceren wat in de markt gevraagd wordt. Een jaar of tien terug hebben we de fabriek in Klein Berssen bijvoorbeeld geheel toegespitst op de productie van varkensvoeders. Dit was met het oog op het gebruik van verwerkt dierlijk eiwit in varkensvoeders. Op dit moment blijkt echter dat het in de praktijk daadwerkelijk gebruiken van deze stromen complexer is dan verwacht. Er gelden strenge eisen voor verwerking en de grondstof is fors aan de prijs. In onze ogen is het op grote schaal toepassen hiervan daarom op dit moment niet interessant. We hebben daarom besloten om de varkensvoerproductie van Klein Berssen te verplaatsen naar onze fabrieken in Laar en Dörpen. In Klein Berssen wordt de productie volledig ingericht om biologische voeders te produceren. Dit biedt ons de mogelijkheid om onze andere fabriek voor biologische voeders te ontlasten en de biologische markt beter te bedienen. In Klein Berssen zijn we straks in staat om naast de EU-biovoeders ook biologische 'Verbands'-voeders te produceren. Voor deze biolijnen is het gebruik van lokale grondstoffen een belangrijke factor. Dit kunnen we met extra capaciteit beter inpassen. Zo probeer je als onderneming je bedrijfsvoering altijd naar de omstandigheden aan te passen. Daarbij helpt het dat we over meerdere productielocaties kunnen beschikken."
Albert Weersmann
Een belangrijk onderdeel van de onderneming zijn jullie bancaire activiteiten. In ons laatste interview gaf je aan dat er veel vraag is vanuit Nederlandse veehouders. Hoe gaat dat op het moment?
"De grote vraag vanuit het Nederlandse is wat dat betreft wel wat weggevallen. We financieren echter nog altijd goede plannen. De terugloop heeft er mijns inziens mee te maken dat de renteniveaus in Nederland en Duitsland wat meer naar elkaar toe zijn gegroeid, de verschillen zijn kleiner. Goede plannen met voldoende zekerheid bekijken we graag. Voldoende zekerheid is daarbij een basisvoorwaarde, en uiteraard de cashflow, niets anders dus dan bij andere banken. We hebben de agrarische kennis in huis om plannen op een goede manier te beoordelen."
En een veehouder die zijn veestapel uit wil breiden. Bij Nederlandse banken ligt uitbreiding soms gevoelig en moeten plannen duurzaamheidsthema's nadrukkelijk toegelicht zijn. Hoe staat Ems-Vechte hierin?
"Zoals gezegd zijn voor ons de basisprincipes belangrijk: een goede solvabiliteit en cashflow. Dat zijn voor ons de belangrijkste voorwaarden voor een plan. Een goed plan waarbij de veestapel wordt uitgebreid is voor ons dan ook gewoon financierbaar, mits de vergunningen op orde zijn."
Wat betreft de varkenshouderij. In ons vorige gesprek in november 2021 voorspelde je een piek in de varkensprijzen. Deze kwam er. Hoe kijk je nu naar de varkensmarkt?
"Als je mij deze vraag twee weken geleden had gesteld had ik een heel ander antwoord gegeven dan nu. Mond-en-klauwzeer (MKZ) en bijbehorende handelsbeperkingen hebben de markt ontregelt. Het is lastig in te schatten hoe zich dit de komende periode gaat ontwikkelen. Voor de MKZ-uitbraak was ik echter positief gestemd. De komende twaalf maanden voorzie ik een stabiel aanbod varkens bij een redelijke vraag. Ik had dan ook de hoop dat we een stabiel jaar op een redelijk prijsniveau tegemoet gingen. Hopelijk loopt de MKZ -iutbraak met een sisser af en kunnen de prijzen zich wat herstellen. Het is voor de stabiliteit van de varkenssector overigens een must om de komende jaren een fatsoenlijk prijsniveau voor varkens en biggen te realiseren. Anders wordt de sector, met zicht op de verdere aanscherping van de dierenwelzijnsregels, nog veel kleiner in het komende decennium."
Is ontwikkeling van bedrijven nog mogelijk, ook vergunningstechnisch?
"In Duitsland is vooral de geurbelasting van veehouderijbedrijven voor de omgeving een issue. Er zijn echter zeker mogelijkheden voor bedrijven die willen schakelen. We zien de afgelopen jaren bijvoorbeeld vaker dat varkensbedrijven schakelen naar pluimvee of reguliere veehouderijen die schakelen naar een biologische bedrijfsvoering. We hebben adviseurs in dienst die bedrijven hierin begeleiden. Het kost wat tijd, maar het is vergunningstechnisch mogelijk."
Waarom schakelen bedrijven om?
"Allereerst is daar natuurlijk het verdienmodel, deze is voor veel pluimveetakken de afgelopen jaren gewoon erg goed geweest. Daarnaast speelt arbeid ook een hele belangrijke rol. Arbeid binnen een zeugenbedrijf inpassen is complex en vergt kennis. Veelal is het idee: met het pluimvee kan ik dit stuk makkelijker inplannen."
Tot slot: Duitsland kent al enkele jaren een 'groene' coalitie. De peilingen hintten op een verschuiving naar rechts. Wat betekent dit voor de landbouwsector?
"In januari op de Grüne Woche (vakbeurs land-, tuinbouw en voedingsmiddelindustrie red.) spraken we de landbouwwoordvoerder van de CDU/CSU, mogelijk onze nieuwe minister van Landbouw. Dit gesprek heeft mij positief gestemd. Het speerpunt van CDU/CSU: de landbouwsector en zijn inspanning om zelfvoorzienend te zijn in onze voedselvoorziening is van cruciaal belang voor ons land. Dit is een duidelijk signaal. Voor onze veehouders is het bovendien tijd voor duidelijkheid. De politiek, maar ook de maatschappelijke ontwikkelingen vragen om grote investeringen op de boerenbedrijven. Ondernemers moeten dan zeker zijn dat investeringen die zij doen 'waarde' houden. Als de politieke duidelijke kaders schetst kan dit positief uitwerken op het perspectief."