2024 is met enkele forse verlagingen van de varkensprijs behoorlijk in mineur geëindigd. Toch was het zeker geen slecht jaar, zo vertelt econoom varkensproductie van Wageningen Economic Research Robert Hoste. Hoewel de inkomens van varkenshouders lager zijn dan vorig jaar, werd er meer dan gemiddeld verdiend. Hoste kijkt terug op een bewogen jaar.
Hoste noemde vorig jaar nog een jaar met een gouden rand. Hoewel de situatie eind 2024 beduidend minder rooskleurig is dan een jaar geleden, spreekt Hoste dit jaar van een jaar met een zilveren rand. De varkensprijs nam fors af, maar daar staat tegenover dat de kosten ook zijn gedaald. Toch is niet alles positief. Zo uit Hoste zijn twijfels over de toekomst van Europa als exporteur van varkensvlees.
Vorig jaar stond de varkensprijs rond deze tijd op €2,08. Inmiddels zijn de prijzen gedaald tot €1,85 maar toch spreekt u van een jaar met een zilveren rand. Kunt u dat uitleggen?
"Omdat de inkomens van varkenshouders, ondanks de lagere varkensprijzen, nog altijd behoorlijk hoog zijn. Gemiddeld daalde de prijs van vleesvarkens in 2024 met 9%. Mede hierdoor daalde het inkomen van vleesvarkenshouders met 21,4%. Toch is het inkomen van €184.000 vergeleken met voorgaande jaren nog altijd goed, door een aanzienlijke daling van een aantal belangrijke kostenposten. Zo daalde de prijs van varkensvoer met 14%. Ook een daling van de biggenprijs van 12% zorgde voor vleesvarkenshouders voor verlichting. Zeugenhouders zagen hun inkomens daardoor wel flink dalen. In 2024 namen hun inkomsten met 60% af, maar eigenlijk is het een correctie op het niveau van vorig jaar. Toen kwam het inkomen een stuk hoger uit dan we eigenlijk hadden verwacht, rond de half miljoen euro. Dit jaar komt het inkomen uit op €230.000 nog altijd net wat hoger dan het inkomen van vleesvarkenshouders."
U zegt dat allerlei lasten zijn afgenomen, maar de kosten voor het afvoeren van mest namen wel een flinke hap uit het inkomen van varkenshouders.
"De kosten voor mestafvoer waren dit jaar inderdaad heel hoog. De prijs steeg dit jaar met ongeveer een tientje per kuub. Dat is direct een grote aanslag op je inkomsten. Toch moeten we die kosten niet overschatten. Als de voerprijzen met een euro omhoog gaan, dan zijn de effecten daarvan sterker. Daarmee wil ik niet zeggen dat de prijs van de mestafvoer niet belangrijk is. Terwijl bijvoorbeeld een stijging van de voerprijs varkenshouders overal raakt, is de hoge mestprijs een exclusief Nederlands probleem. Dat maakt Nederland minder concurrerend."
De varkensprijzen zijn deze winter fors afgenomen. Wat verwacht u van volgend jaar?
"Ondanks de lagere prijzen verwacht ik niet dat 2025 een slecht jaar wordt. Volgend jaar zal worden gedomineerd door de LBV- en LBV+-regeling. Die stoppersregeling zal voor een forse shakeout in de markt zorgen. Het ministerie hoopt dat ongeveer 65% van de aanmelders ook daadwerkelijk stopt. Inmiddels heeft net iets meer dan dat aantal aanmelders definitief bevestigd om mee te doen. Het lijkt erop dat eind komend jaar het aantal varkens 10 tot 12% lager zal liggen dan bij de mei-telling van 2024.
Dit zal ervoor zorgen dat overaanbod in Nederland uitblijft, al denk ik dat grote markteffecten uitblijven. De varkensmarkt is een Europese markt en we slachten in Nederland 6,7% van alle Europese varkens. Als de Nederlandse markt met 10% krimpt, dan neemt de omvang van de Europese markt met tweederde van een procent af. Als die vraaguitval van de een of de andere dag plaats zou vinden, dan zie je een duidelijk prijseffect. In de praktijk daalt het aanbod echter over een langere periode. De krimp is eind 2024 al iets ingezet, maar zal vooral in 2025 zichtbaar worden. Doordat de LBV+-regeling pas net is afgelopen, kan die krimp nog iets doorlopen tot in 2026. Het kan best zijn dat je wat rimpelingen in de prijs krijgt, maar dat zal tijdelijk zijn. Het naar verwachting stijgende aanbod in andere Europese landen compenseert de Nederlandse krimp. Ook in Duitsland is de varkensstapel momenteel stabiel van omvang."
Robert Hoste
U noemt de stabilisatie in Duitsland als een belangrijke factor. Verwacht u dat de krimp op de Duitse markt nu stopt?
"We zien dat de daling van de Duitse varkensstapel voorlopig gepauzeerd is, maar de varkensstand is waarschijnlijk nog niet op een dieptepunt. De laatste jaren nam de omvang van de Duitse varkensstapel fors af, omdat veel varkenshouders stopten die niet bereid waren aan nieuwe strengere regels te voldoen. Deze fase is nu over, maar de welzijnsregels zijn nog niet geïmplementeerd. Daarom verwacht ik dat er over een paar jaar weer een nieuwe golf stoppers aankomt. Zo moeten alle guste zeugen in 2029 in groepshuisvesting gehouden worden, met minimaal vijf vierkante meter per zeug. Tevens worden vrijloopkraamhokken per 2036 verplicht."
De export naar China daalt nog steeds. Is de verkoop van spiervleesonderdelen een verloren zaak?
"China is de laatste jaren bijna zelfvoorzienend geworden. Dat heeft eigenlijk weinig met de groei van de varkensstapel te maken. Die verhalen over varkensflats met 25 verdiepingen zijn behoorlijk uitvergroot. Die maken slechts een paar procent van de totale productie uit. Belangrijker nog is de dalende vraag naar varkensvlees, waardoor de Chinese afzetmarkt krimpt. Daarnaast exporteren de Brazilianen, Mexicanen, Amerikanen en Canadezen daarheen, die tegen fors lagere kosten produceren. Wat mij betreft moet de export naar China een aflopend verhaal zijn. De export naar dat soort landen geeft vooral een hoop onzekerheid. Dat geldt ook voor het opvullen van andere gaten waar tijdelijk minder kan worden geproduceerd. We kunnen beter op Europa focussen, waar consumenten hogere eisen stellen en een hogere marktprijs kunnen betalen. De export van eetbare slachtbijproducten blijft wel sterk. Die prijzen fluctueren minder, want die onderdelen kan je eigenlijk alleen op grote schaal in China en andere Aziatische landen afzetten."
Europa produceert dus tegen hogere kosten. Leggen we het af tegen opkomende markten als Brazilië en Rusland?
"Dat kun je zo stellen. Wat Rusland betreft is het echter de vraag of de export structureel op gang komt. De volumes die ze leveren, lijken snel toe te nemen. Toch is het nog de vraag of die export houdbaar is. Ik denk eerlijk gezegd dat Rusland te snel groeit en dat de wal het schip gaat keren. Rusland heeft altijd veel last van Afrikaanse varkenspest gehad. De afzet is afhankelijk van China. Dus ik zou nog erg voorzichtig zijn over de toekomstige successen van Rusland.
Brazilië is een heel ander verhaal. De varkensproductie van het land groeit nu al jaren zeer constant. Het land doet het ontzettend goed en zet zich neer als een zeer betrouwbare handelspartner. Brazilië gedraagt zich in die zin echt als een ontwikkeld land. Toch produceren ze tegen zeer lage kosten en hebben ze een heel portfolio aan afzetlanden. Ik geloof dat Brazilië een enorm sterke speler wordt."