Hoewel Vion als grootste varkensslachter van Nederland behoorlijk wat in de melk te brokkelen heeft, is haar positie minder sterk dan het collectief van varkenshouders die zich verenigd hebben binnen de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV). Dat is een conclusie die getrokken kan worden, nu een slepend geschil van bijna anderhalf jaar die met tussenkomst van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) deze week is beslecht.
Op twee van de drie punten heeft de POV gekregen wat ze wilde. Contracten mogen niet meer worden opengebroken en ook mag er geen limiet worden gesteld aan de nabetaling. De ACM oordeelt echter dat Vion niet in strijd handelde met de wet, waardoor claims een lastig verhaal lijken.
Terug in de tijd
Om de situatie goed te kunnen begrijpen moeten we een paar jaar terug in de tijd. In 2017 begon Vion met Good Farming Balance, vanuit het idee om de banden met varkenshouders aan te halen. De varkensmarkt was tot dan toe een vrije markt met een sterke rol voor de varkenshandel. Met het oog op krimpende dieraantallen koos Vion voor de vlucht naar voren, wat overigens negatiever klinkt dan het bedoeld was. Het is immers een begrijpelijk initiatief van de marktleider, en voor varkenshouders die op zoek zijn zekerheid bovendien een kans. Voor hen viel er eindelijk wat te kiezen naast de grillige weeknotering.
Varkenshouders die deelnamen aan Good Farming Balance waren doorgaans prima te spreken over de gang van zaken. De situatie veranderde toen Vion aan het begin van de coronacrisis eigenhandig besloot om de beloofde garantieprijs (gebaseerd op een mandje van Europese noteringen) buiten werking te stellen, omdat de onzekerheid op de vleesmarkt te groot zou zijn. De garantieprijs bleek in uitdagende tijden minder betrouwbaar te zijn dan gedacht. Voor varkenshouders een behoorlijke domper die flink wat irritatie en ergernis opleverde, maar daar bleef het bij. Anderhalf jaar later werd de garantieprijs weer van stal gehaald toen de risico's voor Vion weer te overzien waren.
Verkeerde keelgat
In september 2022 greep Vion opnieuw in door de Duitse varkensprijs uit de garantieprijs te halen, omdat deze notering te veel uit de pas liep. Dit schoot de POV in het verkeerde keelgat. Naast dat dit voor varkenshouders prijstechnisch nadelig uitpakte, zinde het de belangenbehartiger niet dat het besluit zonder overleg of inspraak met de sector werd genomen. Hierop stapte de POV naar de ACM en beriep zich op de Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw en voedselvoorzieningsketen (Wet OHP Landbouw). Deze wet beoogt de positie van boeren, vissers en tuinders in de keten te versterken en is sinds 2021 van kracht.
Na wat getouwtrek over en weer oordeelde de toezichthouder eind vorig jaar in een voorlopige uitspraak dat Vion het randje opzoekt tussen wat wel en niet mag. In die zin dat de praktijken van Vion niet in strijd zijn met de wet, maar hiermee wel op gespannen voet staan. Hierop beloofde Vion vrijwillig beterschap en daarmee was de kous voor de ACM af. Ook beloofde Vion de maximering van de nabetaling - wat eind 2022 als extra veiligheidsmaatregel in de contracten was gefietst - los te laten. De POV ging op deze uitspraak in beroep en wilde graag zwart-op-wit zien dat Vion in strijd handelde met de wet. Daarin gaat de ACM in het eindoordeel dat deze week naar buiten kwam echter niet mee.
POV morele winnaar
Dit laatste punt is teleurstellend voor de POV, maar de belangenbehartiger komt in het geschil toch als winnaar uit de strijd. Zonder haar inspanningen had Vion nog vrij spel gehad om contracten eenzijdig open te breken. Individuele varkenshouders die eventueel zouden zijn gaan procederen, was dit waarschijnlijk niet gelukt. Het collectief van varkenshouders weet met behulp van de ACM Vion wel op de knieën te krijgen. De verzachtende omstandigheden voor Vion zijn wel dat de wet pas in 2021 van kracht is gegaan, toen de contracten al getekend waren.
De vraag die rest is of Vion ook tot het gaatje was gegaan als de financiële positie minder benard zou zijn. Al twee jaar op rij maakt het vleesconcern grote verliezen, wat ongetwijfeld een flinke druk legt op het management en de organisatie. Vanuit die hoedanigheid is het voor Vion een grote meevaller dat de ACM niet is gaan handhaven, maar genoegen heeft genomen met de toezeggingen van Vion. In dat geval had Vion mogelijk ook nog een miljoenenclaim aan de broek gekregen.
Nieuw mandje
Wel moet Vion het vertrouwen van haar leveranciers zien terug te winnen. De uitspraak van de ACM eist dat de contracten met leveranciers met terugwerkende kracht vanaf begin 2024 opnieuw moeten worden getekend. Hierop is de samenstelling van het mandje opnieuw aangepast, zo is vandaag bekend geworden. Dit mandje bestaat uit de noteringen van Van Rooi, Westfort, Compaxo en de Duitse VEZG. Daarmee krijgt het mandje een meer Noordwest-Europees karakter, gezien de noteringen uit Denemarken, Spanje en België eruit zijn gehaald.