China heeft de importbeperkingen van Russisch varkensvlees geschrapt. Het besluit is het gevolg van een regionaliseringsbesluit rond de Russische varkensvleesmarkt. Daarmee lijkt het voor Europa nog moeilijker te worden om varkensvlees naar China te exporteren.
De exportbeperkingen gelden sinds 2008 toen er voor het eerst Afrikaanse Varkenspest (AVP) werd geconstateerd. De Russische evenknie van het NVWA (Rosselkhoznadzor) geeft aan tien jaar voor de vernieuwde toelating gestreden te hebben. Rusland denkt hoge ogen te kunnen gooien. Nu de kogel door de kerk is, heeft Rusland zichzelf voor de lange termijn een exportdoel van 200.000 ton per jaar voor ogen gesteld.
Met de toelating van Rusland lijkt het er voor Europa niet makkelijker op geworden om varkensvlees naar China te exporteren. De Russische target bedraagt zo'n 10% van de Chinese exportvraag, die gemiddeld gezien rond de 2 miljoen ton per jaar ligt. Lagere exporten uit het Aziatische land is een van de belangrijkste redenen voor de huidige druk op de varkensvleesprijs. Omdat de slachtprijzen in Europa sinds de oorlog in Oekraïne oorlog flink hoger uitvallen dan in Noord- en Zuid-Amerika is het voor Europese bedrijven in de vleessector een stuk moeilijker geworden om varkensvlees in China af te zetten.
Verdubbeling
Rusland stuurt al jaren op een grotere varkensvleesproductie voor de uitvoer. Sergey Kovlav van de Russische unie van varkensvleesproducenten (RUPP) schat de exporten in 2022 rond de 200.000 ton uitkomen, maar schat in dat het cijfer met de opening van de Chinese markt kan doorgroeien tot 400.000 of 500.000 ton. Naast de Chinese markt denkt Rusland namelijk nog flink te kunnen groeien op andere Aziatische markten Hij schat in dat de productie in 2023 en 2024 met zo'n 5% per jaar groeit.