Ruim een derde van de Duitse zeugenhouders wil de komende vijf tot tien jaar gaan afbouwen. Dat blijkt uit een onderzoek van de Duitse belangenorganisatie ISN.
De varkenshouderorganisatie hield een enquête onder 492 varkenshouders. Daarvan waren er 48 zuivere zuigenhouders, 194 gecombineerde bedrijven, 247 vleesvarkensbedrijven en drie biggenfokbedrijven.
Als ook de varkenshouders die nog niet zeker zijn over hun toekomst zouden stoppen, dan zou in de toekomst bijna 66% van de biggenproducenten verdwijnen. Als het om het vetmesten gaat is slechts 44% van de varkenshouders er zeker van dat ze hiermee doorgaan.
Voor 2036 moeten zeugenhouders dure renovaties aan de opfok- en kraamstal uitgevoerd hebben. 58% van de ondervraagden geeft aan van plan te zijn de fokstal om te bouwen. Hoeveel dit plan ook gaan uitvoeren, is niet duidelijk. Meer twijfel zit er bij de kraamstal, zo'n 75% wil stoppen of twijfelt over het verbouwen van die stal.
Tot slot hebben varkenshouders moeite met het vinden van personeel. De boeren maken zich vooral zorgen over de verslechterende situaties op de arbeidsmarkt. Ook zijn er zorgen over de politieke regelgeving en de bureaucratie.