Nederlands vlees moet een kwaliteitskeurmerk op zichzelf worden voor de consument in Noordwest-Europa. Dat vindt Laurens Hoedemaker (foto), per 1 juli de voorzitter van de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) en de Vereniging van Nederlandse Vleeswarenindustrie (VNV). Hij volgt in deze functies Jos Goebbels op. Boerenbusiness sprak hen beide in een online interview.
Goebbels heeft ruim 10 jaar in de frontlinie gestaan bij de COV en VNV als boegbeeld van de Nederlandse vleessector. Hij kijkt daar met veel voldoening op terug. "Afgelopen jaar was natuurlijk een zeer enerverende periode vanwege de coronacrisis. Dit had veel impact op de vleessector en de slachterijen en bracht ook een tijdelijke exportstop met zich mee richting China."
De sector heeft echter goed en vlot gehandeld, constateert Goebbels. "Er zijn snel maatregelen genomen en protocollen opgesteld. Mijn complimenten gaan dan ook naar de sector over hoe snel dit is opgepakt. We hebben maar weer eens bewezen dat we ook in moeilijke tijden de bevolking van vlees kunnen voorzien. En dat in een periode waar veel producten wel schaars waren. Dat moet natuurlijk niet worden vergeten".
Goebbels kijkt met het meest voldoening terug tijdens zijn periode van voorzitterschap op het opgestelde beleidsplan. In het Masterplan 2025 zijn lijnen en contouren opgezet voor de toekomst van de vleessector. "Met veel punten hebben we ook succes geboekt, zoals meer aandacht voor de arbeidsmigranten. " Waar Goebbels het meest van baalt is publieke opinie en de misvattingen over de vleesindustrie. En daar ligt onder meer een schone taak weggelegd voor zijn opvolger Laurens Hoedemaker.
Hoedemaker is de afgelopen periode ingewerkt en neemt officieel volgende week (per 1 juli) het stokje over van Goebbels. Hiervoor was hij onder meer directeur van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging.
Zie je overeenkomsten tussen de maatschappelijke positie van jagers en die van de vleessector?
Hoedemaker: "Ja, er zijn zeker belangrijke overeenkomsten. Wat ze gemeen hebben, is dat beide sectoren onder vuur liggen van een kleine en kritische groep van de maatschappij die bovengemiddeld veel herrie produceert. Ook vervullen beide sectoren een belangrijke maatschappelijke functie. Jagers beheren de balans in de natuur en de vleessector zorgt voor lekker, veilig en verantwoord voedsel."
Wat zijn de belangrijkste doelen waar je aan moet werken voor het Masterplan 2025?
"Het plan wordt nu uitgevoerd en zit gewoon goed in elkaar. Waar ik me bovendien op wil richten - en wat niet in het plan staat - is het informeren van publiek en politiek. We moeten hen voorzien van juiste informatie over de sector, van boer tot bord. We moeten de misvattingen over de vleessector ontzenuwen. 'Be good and tell it', dat is de essentie. Het masterplan focust zich op het 'be good' gedeelte, maar ik wil dat we ons ook meer gaan richten op het 'tell it'.
De vleessector ligt inderdaad steeds meer onder het vergrootglas. Op welke fronten kan de sector nog verdere stappen zetten om het maatschappelijk draagvlak te verbeteren?
"Naast het op de correcte wijze informeren van het publiek, moeten we zeker ook zelf serieus onder de loep nemen wat we wel en niet goed doen. We moeten goed blijven kijken naar de milieu impact van de gehele vleesketen. Ook de (internationale) arbeid in de vleesketen is een belangrijk aspect. Er is weliswaar slechts 4% van alle internationale arbeiders in Nederland actief in de vleessector, maar we zijn wel voor hen verantwoordelijk. Ook zien we vanuit de maatschappij de wens voor minder flexibele- en meer vaste arbeid en om meer zekerheid voor werknemers. Tegelijkertijd moet dat natuurlijk wel matchen met de wensen van de werknemers zelf: willen alle internationale arbeiders bijvoorbeeld wel jaarrond vast in Nederland werken?"
"Dat zijn zeker dingen die we de komende tijd moeten uitbalanceren", voegt Goebbels hieraan toe. We hebben toen we het Masterplan 2025 maakten zelfs een extra module voor arbeid toegevoegd. We kregen in het verleden terecht kritiek dat dit deel onderbelicht was. We nemen zeker de verantwoordelijkheid voor onze medewerkers, wat hun herkomst ook is."
Hoe zien jullie de toekomst van de vleessector en wat zijn jullie verwachtingen van de Chinese importbehoefte?
Goebbels: "De Chinese importbehoefte naar varkensvlees blijft belangrijk. Wij verwachten niet dat de import op korte termijn fors stagneert. De vleesconsumptie in China blijft stijgen en ze hebben altijd extra volumes nodig om de binnenlandse behoefte aan varkensvlees te vervullen. Daarnaast kampen ze in China nog altijd met AVP-uitbraken, dus op korte termijn voorzien wij geen forse daling."
Gesproken over AVP, hoe groot achten jullie de dreiging dat AVP vanuit Polen en Duitsland ook Nederland binnenkomt?
Goebbels: "Die kans achten we klein. Zeker als het gaat om besmetting via levende dieren, want we grenzen gelukkig nog niet aan AVP-gebieden. Het risico van besmettingen via voedsel blijft echter altijd aanwezig."
Hoedemaker vult aan: "De kans dat AVP naar Nederland komt is klein, maar ook niet nihil. Als het virus hier wel toeslaat is de schade enorm. Zelfs als alleen de populatie wilde zwijnen wordt getroffen. Het blijft dus wel een aanzienlijk risico."
Hoe kijkt de COV aan tegen kweekvlees en alle promotie van vleesvervangers?
Hoedemaker: "De ontwikkeling van kweekvlees volgen we met belangstelling. Ik weet eerlijk gezegd nog niet zo goed wat ik ervan moet vinden. Maatschappelijk gezien is het wel een interessante ontwikkeling. Enerzijds zien we een sterke vraag vanuit consumenten naar natuurlijk vlees met transparantie over de productie. Anderzijds is ook kweekvlees in opkomst, wat helemaal niet natuurlijk is en in een laboratorium wordt geproduceerd. Deze ontwikkelingen volgen we dan ook met veel interesse. Voor vleesvervangers zien we vooral veel reclame. Ook in onze sector zien we leden die zich deels toeleggen op vleesvervangers, om zo ook de consumenten die een dag geen vlees eten te kunnen voorzien van voedsel. Vooralsnog ligt daar geen rol voor de COV."
Hoe gaan jullie er als vleessector voor zorgen dat de Nederlandse veehouder een fatsoenlijke boterham kan verdienen aan vlees?
Hoedemaker: "Er ligt voor ons een belangrijke rol bij de communicatie. We moeten laten zien hoe goed en veilig de producten uit de Nederlandse vleesketen zijn. Dat moeten we samen met de veehouders doen. Recent zijn we ook een breed samenwerkingsverband gestart om zo'n communicatiecampagne op te zetten. Veel misvattingen onder consumenten gaan bijvoorbeeld over de situatie op primaire bedrijven. Het is in ons gezamenlijk belang om deze misvattingen de wereld uit te helpen en te laten zien hoe goed we het werkelijk doen. Dat moeten we zodanig goed doen, dat de kritische consument in Noord-West Europa de voorkeur geeft aan Nederlands vlees. Dat gebeurt nu al, maar moet nog verder groeien. Nederlands vlees wordt onder hoge welzijnseisen geproduceerd en Nederlands vlees moet eigenlijk een kwaliteitskeurmerk op zichzelf worden."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/varkens/artikel/10892922/lsquo-nederlands-vlees-als-echt-kwaliteitskeurmerk]‘Nederlands vlees als echt kwaliteitskeurmerk'[/url]