China en de Verenigde Staten lijken weer vriendjes te zijn. Zo'n 3 jaar na het begin van de handelsoorlog tussen beide landen is China namelijk weer de grootste klant van de Verenigde Staten. De Verenigde Staten exporteerde vorig jaar zelfs meer landbouwproducten naar China dan voor de handelsoorlog. Er wordt door Amerikaanse analisten dan ook met een positieve blik gekeken naar de komende periode.
Ongeveer 3 jaar geleden startte de bureaucratische handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China. Toenmalig president Donald Trump was de aanstichter van het gemor tussen de landen. Trump had voor ogen om het handelstekort met China gelijk te trekken. Kort gezegd hield het in dat China meer producten uit de Verenigde Staten moest importeren en de Verenigde Staten juist minder uit China. Om dat te bewerkstelligen, legde de oud-president een reeks importheffingen op. Het plan schoot bij de Aziatische grootmacht in het verkeerde keelgat, met als resultaat: contraheffingen. Van heffingen op elektronica en vliegtuigonderdelen tot sojabonen en varkensvlees.
Uiteindelijk kwamen beide landen tot de conclusie dat het getouwtrek geen positieve uitwerking had op de binnenlandse economieën en werd een 'staak-het-vuren' afgesproken. En sindsdien gaat het eigenlijk uitstekend met de landbouwexport vanuit de Verenigde Staten richting China. Afgelopen jaar steeg de export zelfs naar 55,5 miljoen ton. Daarmee ging 25% van de totale Amerikaanse landbouwexport naar de Aziatische grootmacht. Dat blijkt uit cijfers van het ministerie van Landbouw van de Verenigde Staten (USDA). Analisten melden dat de Chinezen nu zelfs meer landbouwproducten importeren dan voor de handelsoorlog tussen beide landen.
Sojabonen zijn grootste winnaar
De heropleving van de vriendschap tussen de Verenigde Staten en China is goed nieuws voor de Amerikaanse landbouweconomie. In 2018, het jaar van de start van de handelsoorlog, daalde de export van sojabonen naar China met maar liefst 74% in volume. De prijzen kelderden en de regering zag zich genoodzaakt een hulpprogramma van ruim $23 miljard te ontwikkelen om noodlijdende boeren te ondersteunen. Daarnaast ontstond er druk om kopers te vinden in Europa en Zuidoost-Azië, een tijdrovende en ingewikkelde klus.
China's inspanningen om de varkensstapel weer op te bouwen, hebben de Chinese honger naar sojabonen uit de Verenigde Staten afgelopen maanden weer aangewakkerd. Vorig jaar name de export met 53% toe, in vergelijking tot het jaar ervoor. Het is het op één na hoogste volume uit en daarnaast betekent het dat ruim 50% van de totale sojabonenexport richting China is gegaan. Ook de export van maïs steeg naar een nieuw hoogtepunt.
Die trend zet dit jaar door. In de eerste 8 weken van het jaar hebben de Chinezen bijna 3 keer zoveel Amerikaanse sojabonen geïmporteerd als in dezelfde periode een jaar eerder. De prijzen voor oliezaden zijn daarnaast met 64% gestegen. Analisten verwachten dat Amerikaanse boeren als gevolg hiervan dit voorjaar een record van 183 miljoen acres zullen inzaaien.
Positieve blik vooruit
Vanuit de Amerikaanse graanhandel is de verwachting dat de vraag vanuit China ook de komende maanden nog doorzet. "Dit is geen 1-jarig fenomeen", zei Ray Young, financieel directeur bij graanhandel Archer Daniels Midland vorige week tijdens een conferentie. Cargill meldde eerder al dat het $475 miljoen in zijn Amerikaanse sojabonenfaciliteiten zou pompen en de verwerkingsfabrieken in Ohio en Iowa gaat uitbreiden.
Toch zijn sommigen ook huiverig. Varkensboer Brian Pridgeon uit Michigan liet weten dat de aankoop van varkensvlees in China zeer goed is, maar zet ook een terechte kanttekening. "Wat als China de eigen productie weer op orde heeft en de binnenlandse varkensstapel weer op niveau is? We kunnen niet alleen op één partner vertrouwen." En zoals altijd bij grootmachten, kan de gloeiende plaat zomaar weer getroffen worden door de laatste druppel.